Gemeente Utrecht
CONSEQUENTIES NIEUWE WET WERK EN BIJSTAND VOOR UTRECHT
De nieuwe wet Werk en Bijstand heeft grote consequenties voor het Utrechtse beleid op het gebied van werk, bijstandsinkomens en armoedebestrijding. Het Utrechtse budget om werkzoekenden weer aan de slag te helpen wordt gekort met 30%: van EUR 54,3 miljoen in 2003 naar EUR 37,4 miljoen in 2011. Het budget voor minimabeleid (nu EUR 11,2 miljoen) om armoede onder de laagste inkomens te bestrijden, wordt in één jaar gekort met EUR 3,9 miljoen. Om de uitvoering van de nieuwe wet soepel te laten lopen heeft het college van b en w nu keuzes moeten maken voor de periode tot 2008. De prioriteiten van het college zijn, gelet ook op het collegeprogramma: mensen aan het werk helpen, investeren in jongeren en een verantwoord armoedebeleid voeren voor hen die ervan afhankelijk zijn. De gemeente zal optimaal gebruik maken van de aangescherpte regelgeving over fraude.
Het college heeft vandaag het Meerjarig Integraal Beleidsplan Werk en Bijstand goedgekeurd. Dit plan beslaat de periode 2004-2008. Leidraad van het beleidsplan is: werk boven inkomen. Iedereen die kan, moet ook werken. Waar nodig en mogelijk, zal de gemeente Utrecht voorzien in inkomensondersteuning.
De nieuwe wet Werk en Bijstand, die 1 januari 2004 ingaat, en de rijksbezuinigingen op onder meer het reïntegratiebudget noodzaken het college tot keuzes. De nieuwe wet betekent een grote verschuiving in verantwoordelijkheden en beleidskeuzes. De gemeenten worden vanaf 2004 100% verantwoordelijk voor het verstrekken van bijstandsuitkeringen. Voor tekorten in de bijstandsverstrekking moet de gemeente voortaan zelf opdraaien. Met de oplopende werkloosheid en de economische recessie baart deze financiële verantwoordelijkheid de gemeente grote zorgen. Om in de toekomst eventuele budgetoverschrijdingen op te vangen, wordt EUR 10,5 miljoen apart gezet als risicovoorziening. Als financiële buffer is verder jaarlijks structureel EUR 2,5 miljoen extra beschikbaar.
Handhaving
Het college gaat een consequent terugvorderingbeleid voeren om uitkeringsfraude te bestrijden. Handhaving van regels heeft hoge prioriteit. Daarom zal de verordening worden aangepast. Ook 'het zich zeer misdragen tegenover de gemeente' kan aanleiding zijn voor verlaging van de uitkering. Het geld dat hiermee wordt opgebracht gaat naar armoedebestrijding en zorg voor mensen die geen kans hebben op de arbeidsmarkt.
Werk en reïntegratie
De nieuwe wet houdt in dat de reïntegratiebudgetten (Wet Inschakeling werklozen en Besluit Instroom/Doorstroom) worden samengevoegd. Positief is dat een aantal complexe bestedingsvoorschriften evenals de 'schotten' tussen de regelingen wegvallen. Negatief is dat er een nieuwe verdeelsleutel komt voor de verdeling van het budget die zeer nadelig uitpakt voor Utrecht. Oorzaak is dat het ministerie van SZW tot nu toe de toekenning van reïntegratiebudgetten baseerde op het aantal gesubsidieerde banen. In de toekomst krijgen gemeenten loonkostensubsidies op basis van het aantal uitkeringsgerechtigden. Werknemers op gesubsidieerde banen tellen dan niet meer mee terwijl een groot deel van het geld opgaat aan subsidies voor deze mensen. Utrecht wordt keihard getroffen door deze systematiek. Het budget gaat van EUR 54,3 (2003) naar 37,4 miljoen in 2011. Volgend jaar al daalt het budget met 3,3 naar 51 miljoen. Doorgaan op dezelfde weg zou betekenen dat het reïntegratiebudget volledig aan loonkostensubsidies zou opgaan. Vanaf 2007 zou er geen geld meer zijn om de huidige bijstandsgerechtigden en de nieuwe instroom te reïntegreren. Forse wijzigingen in het beleid zijn daarom zeer noodzakelijk. De gemeente Utrecht gaat dat als volgt aanpakken:
> Er komt een nieuw stelsel van werkervaringsplaatsen en gesubsidieerde arbeid.
De uitgangspunten die de gemeenteraad bij de behandeling van de ID-banen op 8 mei 2003 heeft vastgesteld, blijven leidraad. Dit zijn:
Loonkostensubsidies gaan naar werkzoekenden die uiteindelijk een reguliere baan krijgen.
Het gaat om tijdelijke subsidies die deels vergoed worden en gekoppeld zijn aan afspraken over doorstroom.
Er komt een onderscheid tussen vangnet- en opstapbanen. De detacheringbanen vervallen.
In het nieuwe stelsel komen vier vormen van reïntegratie:
proefplaatsingen (met behoud van uitkering)
leerwerkstages ( met behoud van uitkering)
opstapbanen (met loonkostensubsidie) die snel moeten leiden naar regulier werk
vangnetbanen (met loonkostensubsidie) voor diegenen die moeilijker aan het werk komen.
De dienstbetrekking op grond van de Wet Sociale Werkvoorziening (de zogenaamde sociale werkplaatsen) vallen buiten de nieuwe Wet Werk en Bijstand en blijven dus gewoon bestaan. Het vrijwilligerswerk uiteraard ook.
> ID-banen en werkervaringsplaatsen (Wiw) worden afgebouwd
Om met het fors dalend reïntegratiebudget de nieuwe systematiek van vangnet-en opstapbanen te financieren is het noodzakelijk in te grijpen in de ID- en Wiw-banen. Hiervoor wordt anderhalf jaar de tijd genomen om zowel werknemers als werkgevers aan de nieuwe systematiek te laten wennen.
In deze periode wordt het niveau van de loonkostensubsidie bevroren op het niveau van 2003 en de overheadvergoeding afgeschaft. Voor de werkgevers betekent dit een forse achteruitgang. Zij krijgen in deze anderhalf jaar per ID-baan ca. EUR 3.750 minder subsidie. Bij alle werknemers die een ID- of Wiw-baan hebben wordt in 2004 nagegaan of zij een reguliere arbeidsplaats of een opstap- of vangnetbaan kunnen krijgen. Van naar verwachting ruim 400 mensen die zeer langdurig aangewezen zullen blijven op gesubsidieerd werk, wordt de subsidie tot en met 2008 gecontinueerd.
Bijstandsuitkering
In Utrecht zijn op dit moment zo'n 9150 huishoudens aangewezen op een bijstandsuitkering. Voor 2004 wordt een stijging verwacht met 640 huishoudens, voor 2005 met 275 huishoudens. Aan bijstandsuitkeringen wordt dan in Utrecht per jaar in totaal zo'n EUR 110 tot 115 miljoen uitgegeven. Vanaf 2006 moet het nieuwe beleid effect sorteren en moet een dalende lijn te zien zijn, mede afhankelijk van de conjunctuur.
Voor alleenstaande ouders met kinderen tot 5 jaar en ouderen van 57 1/2 jaar en ouder maakt de nieuwe wet Werk en Bijstand het mogelijk om bijverdiensten gedurende zes maanden niet te korten op de uitkering. Utrecht maakt gebruik van deze wettelijke mogelijkheid en wil de groep zelfs uitbreiden met alleenstaande ouders met kinderen tot 12 jaar.
Armoedebestrijding
Het budget voor bestrijding van armoede wordt in een jaar gekort met ca. EUR 3,9 miljoen. Dit jaar bedraagt het budget nog EUR 11, 2 miljoen, vanaf 2004 wordt dat EUR 7,8 miljoen. Het college gaat incidenteel EUR 2,4 miljoen reserveren om het tekort dat zelfs na bezuinigingen ontstaat tot en met 2008 op te vangen.
In de nieuwe wet Werk en Bijstand is de categoriale verstrekking geschrapt. Die verstrekking hield in dat mensen die langer dan drie jaar in de bijstand zaten, recht hadden op een bijdrage voor een nieuwe koelkast, een wasmachine of een ander gebruiksgoed. De langdurigheidtoeslag, door het rijk wettelijk voorgeschreven, komt hiervoor in de plaats maar betekent een verslechtering. Deze toeslag wordt pas toegekend na vijf jaar en is van toepassing op een veel kleiner deel van de bijstandscliënten. In 2004 gaat het waarschijnlijk in Utrecht om minder dan 4000 huishoudens. Tot nu toe ontvingen ongeveer 7000 huishoudens een bijdrage voor een gebruiksgoed.
Echte bestrijding van armoede onder minima wordt door de rijksbezuinigingen nagenoeg onmogelijk. Het college heeft met pijn in het hart keuzes moeten maken. Zo wordt het Woonlastenfonds per 1 juli 2004 geschrapt en gaat het oprichten van een schoolfonds niet door. Gezinnen met kinderen kunnen geen extra financiële ondersteuning krijgen omdat dit een categoriale regeling is en vanaf 2004 verboden. Het toekennen van individuele bijzondere bijstand blijft wel mogelijk. In 2002 werden zo'n 2790 aanvragen toegekend. Op de U-pas zal na 2004 gefaseerd ca. EUR 300.000 worden bezuinigd.
De toepassing van het armoedebeleid wordt beperkt tot huishoudens met een inkomen tot 10% boven het belastbaar bijstandsniveau. Tot nu toe ging het om inkomens met 120% en soms 130 of 140% van het bijstandsniveau, afhankelijk van de categorie huishouden.
Het streven van het college is uiteindelijk weer uit te komen op het armoedebeleid van het huidige niveau. Dat kan onder meer door uitkeringsfraude streng te bestrijden en de opbrengsten daarvan te besteden aan armoedebeleid.
Samenvoeging van wetten en regels
Met dit meerjarig beleidsplan voldoet het college aan het verzoek van de gemeenteraad om de verschillende beleidsplannen samen te voegen. Voor het eerst zijn nu het (oude) beleidsplan Algemene bijstandswet, het beleids- en bestedingsplan Wet Inschakeling Werkzoekenden, beleid ID-banen, de Wet Sociale Werkvoorziening en de nota over Utrechts minimabeleid, 'Utrecht Extra' in een integraal meerjarig beleidsplan opgenomen. Dit sluit aan bij de nieuwe wet Werk en Bijstand die de Algemene Bijstandswet, de Wet Inschakeling Werkzoekenden en het Besluit Instroom/Doorstroombanen (ID) vervangt. Dit betekent dat overbodige regels en schotten tussen de verschillende budgetten verdwijnen.
Vervolg
Met de Kliëntenraad is inmiddels overlegd over de nieuwe plannen in het meerjarig beleidsplan Werk en Bijstand. Het beleidsplan zal op 20 november in de raadscommissie Maatschappelijke Ontwikkeling worden besproken, in de raad op 4 december 2003.
Noot voor de media:
Aansluitend aan het reguliere persgesprek over de collegebesluiten zal wethouder Hans Spekman (Sociale Zaken) om 17.00 uur een toelichting geven op het meerjarig beleidsplan Werk en Bijstand 2004-2008, het meerjarenplan wordt op de persconferentie uitgereikt.
Het meerjarig beleidsplan is te lezen op www.utrecht.nl onder zorg, welzijn & veiligheid > beleid > werk en bijstand. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Bestuurscommunicatie, Nicoline Bos, telefoon 030 286 11 38.
Utrecht, 21 oktober 2003.