Algemene Onderwijsbond

UTRECHT, 21 oktober 2003

Algemene Onderwijsbond: flexibilisering schooltijden begrenzen

Schoolkinderen mogen niet de dupe worden van lerarentekort

Het plan van minister Van der Hoeven om scholen de schooltijden zelf te laten bepalen moet volgens de Algemene Onderwijsbond begrensd worden. "Invoering van een 4 daagse schoolweek is niet goed voor basisschoolleerlingen en moet dan ook niet structureel mogelijk gemaakt worden", aldus Liesbeth Verheggen, dagelijks bestuurder van de AOb. De Algemene Onderwijsbond verwijst in haar voorstel naar de praktijk en pleit voor minimaal 180 schooldagen per jaar (in plaats van 160 dagen bij een 4 daagse schoolweek). Dit komt neer op minimaal negen schooldagen per twee weken, een situatie die op meerdere scholen al is ingevoerd en voor zowel de kinderen als de inspectie weinig problemen oproept.

De minister wil met haar voorstel de scholen tegemoet komen bij hun organisatorische en personele knelpunten, met name door het lerarentekort. De AOb begrijpt dit standpunt, maar wil niet dat de kinderen hiervan de dupe worden. Liesbeth Verheggen, AOb: "de minister stelt voor het maximum van 5.5 uur per schooldag los te laten. In de praktijk blijken de meeste leerlingen juist 's ochtends de beste leerprestaties te leveren. Verlengen van de schooldag zal voor deze leerlingen een te grote verzwaring van de lesdag betekenen, waardoor zij minder zullen leren. Ook al blijft het totaal aantal uren gedurende de hele schoolperiode hetzelfde."

Verder wil de minister een zekere verdeling van de uren over bovenbouw (minimaal 24 uur per week) en onderbouw (maximaal 23 uur per week) handhaven. Het aantal uren in alle jaren gelijk stellen wordt door de minister niet toegestaan. Dit begrijpt de AOb niet. Volledige gelijktrekking zou voor de leerlingen in de bovenbouw een vermindering van 0,5 uur per week (6 minuten per dag) en voor de onderbouw evenzoveel vermeerdering betekenen. De AOb kan zich niet voorstellen dat dit tot problemen leidt en pleit er dan ook voor deze keuze aan de scholen over te laten.

De roep om flexibilisering van de schooltijden in het primair onderwijs is niet nieuw en de discussie hierover is vanuit verschillende invalshoeken gevoerd; vanuit de ouders, de leraren en vanuit de directeuren. In veel gevallen leidde dit niet tot een zelfde uitkomst. De Algemene Onderwijsbond constateert dat de behoefte aan verandering niet bij alle betrokkenen even groot is. Liesbeth Verheggen: "Positief in het voorstel van de minister is dat voor een verandering van de huidige situatie de instemming vereist is van zowel de leerkrachten als de ouders. Geen van de betrokken partijen kan zo op eigen gelegenheid de schooltijden veranderen." Er zijn bij de AOb veel reacties binnen gekomen waaruit duidelijk blijkt dat ouders, schoolleiding en leraren met hun eigen oplossingen ook in het huidige wettelijk kader zeer tevreden zijn. Op de plekken waar het wettelijk kader knelt, zou het voorstel van de AOb beter tegemoetkomen aan de gewenste beleidsvrijheid, zonder dat de ook door de minister gewenst kwaliteit daaronder hoeft te leiden.