Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid



Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 2513 AA `s-GRAVENHAGE

Uw brief Ons kenmerk A&G/W&B/2003/77512

Onderwerp Datum Signaleringsrapport Beroepsziekten 2003 20 oktober 2003

Hierbij treft u aan het Signaleringsrapport Beroepsziekten 2003, gepubliceerd door het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten (NCvB) in opdracht van het Ministerie van SZW. Het NCvB verzamelt gegevens over beroepsziekten, met als doel professionals in de praktijk en beleidsmakers te ondersteunen bij preventie van beroepsziekten en het beperken van de schadelijke gevolgen ervan. Dit rapport doe ik u toekomen ter informatie. Het jaarlijkse Signaleringsrapport biedt een overzicht van de ontwikkeling in beroepsziekten, waarbij zowel de bekende beroepsziekten alsook het mogelijke optreden van 'nieuwe gezondheidseffecten' worden beschreven. Het rapport is erop gericht dat kennis met betrekking tot risico's die beroepsziekten kunnen veroorzaken, beschikbaar is voor belanghebbende partijen. Op die manier wordt gestimuleerd dat de kennis op tijd terecht komt waar die nodig is en gebruikt kan worden bij het opzetten van preventieactiviteiten en het maken van beleidskeuzes.
Het rapport baseert zich op gegevens uit het nationale registratiesysteem van beroepsziekten, peilstations, literatuurstudie en andere kanalen ter signalering van risico's.

In 2002 zijn bij het NCvB ruim 5300 beroepsziektemeldingen geaccepteerd, een lichte afname ten opzichte van 2001. Het totaal aantal meldingen nam wat toe, maar er was wat meer uitval doordat een groter aantal meldingen niet conform de door het NCvB gehanteerde richtlijnen geschiedde. Het aantal meldingen uit de bouw is fors toegenomen dankzij het geaggregeerd aanmelden via de Stichting Arbouw. Deze stijging weerspiegelt dus geen stijging van het aantal beroepsziekten in de bouw, maar veeleer een betere benadering van het werkelijke aantal beroepsziekten. 43% van de beroepsziektemeldingen betrof de aandoeningen van houding- en bewegingapparaat, voornamelijk RSI. Er is overigens sprake van een flinke afname in het aantal meldingen van RSI. Gehooraandoeningen vormen 25% van het aantal meldingen; deze werden vrijwel alle ontdekt tijdens het periodiek arbeidsgezondheidskundig onderzoek (PAGO). Ook psychische aandoeningen komen veel voor: 22% van de meldingen, voornamelijk overspannenheid en burn-out. Deze aandoeningen worden meestal veroorzaakt door een hoge werkdruk of hoog werktempo, maar persoonlijke eigenschappen spelen vaak ook een rol.



A&G/W&B/2003/77512
---

Speciale aandacht is er in dit Signaleringsrapport voor beroepsziekten die veroorzaakt worden door blootstelling aan gevaarlijke stoffen.

Deze aandoeningen vormen 5% van de meldingen: voornamelijk contacteczeem, en daarnaast ook aandoeningen als beroepsastma en OPS. Ook overlijden nu ruim 400 mensen per jaar aan asbestkanker, voornamelijk door beroepsmatige blootstelling. Het werkelijke aantal gevallen van beroepsziekten die door blootstelling aan stoffen wordt veroorzaakt wordt in het rapport geschat op 17.000 per jaar.

Het NCvB wil een aantal signalen in het bijzonder onder de aandacht brengen: de zogenaamde "alerts".

1. beroepsinfectieziekten. Naar aanleiding van het optreden van vogelpest en SARS signaleert het NCvB een achterblijven van kennis over beroepsinfectieziekten bij Arbo- diensten. Ook wordt opgemerkt dat een gericht vaccinatiebeleid voor de risicoberoepen buiten de gezondheidszorg ontbreekt, en dat het arbeidsgeneeskundig beleid ten aanzien van calamiteiten niet goed ontwikkeld is.

2. contacteczeem als gevolg van nat werk. Nat werk blijkt veruit de belangrijkste oorzaak van contacteczeem. Het NCvB wijst er op dat gunstige ervaringen in het buitenland met gerichte voorlichting en instructie pleiten voor meer aandacht van Arbo-diensten en risicobranches.

3. werkgerelateerd astma bij zwembadpersoneel. Het NCvB uit, naar aanleiding van meldingen en literatuur, het vermoeden dat chloramines die ontstaan uit het chloor in zwembaden bij zwembadpersoneel astma zouden kunnen veroorzaken. Nader onderzoek naar omvang en oorzaken van werkgerelateerd astma wordt daarom aangeraden.
4. het belang van verbetering van arbeidsomstandigheden in de aanpak van verzuim. Gesignaleerd wordt dat er bij verzuimbegeleiding wel veel aandacht voor individugerichte (activerende) maatregelen is, maar vaak te weinig aandacht lijkt te zijn voor verbetering van arbeidsomstandigheden. Dit geldt met name voor de psychosociale arbeidsomstandigheden van mensen met psychische klachten door het werk.

5. het Periodiek Arbeidgezondheidskundig Onderzoek (PAGO). PAGO's worden volgens het Signaleringsrapport buiten de bouw nog maar weinig uitgevoerd. Het belang van ontwikkeling en evaluatie van richtlijnen voor de uitvoer van PAGO wordt benadrukt.

Follow-up
Het aantal geaccepteerde beroepsziektemeldingen benadert nog niet het aantal dat op basis van de gegevens van de best meldende Arbo-diensten verwacht zou worden. Recentelijk is vanuit SZW bij de vernieuwing van de certificatieregeling Arbo-diensten aangedrongen op sluitende uitwerking van de meldingsplicht beroepsziekten; ook zullen Arbo-diensten worden aangesproken voor commitment. Zoals toegezegd zal de Kamer uiterlijk eind 2003 worden geïnformeerd.
De alerts en belangrijke overige signalen zullen met het Nederlands Centrum voor Beroepsziekten worden besproken, waarbij de mogelijke gevolgen voor het gevoerde beleid of mogelijkheden voor verbetering zullen worden verkend. Mijn uitgangspunt daarbij blijft de eigen verantwoordelijkheid van bedrijfstakken om door het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden en het investeren in bedrijfsgezondheidszorg het optreden van beroepsziekten in de toekomst te voorkomen. Onderstaand zal ik kort ingaan op de genoemde signalen en aangeven op welke punten er al acties lopen.

Een van de signalen waarover overleg met het NCvB zal worden gevoerd is de gesignaleerde lacunes in kennis over beroepsinfectieziekten en het ontbreken van



A&G/W&B/2003/77512
---

vaccinatiebeleid buiten de gezondheidszorg. Ik zie hier vooral een verantwoordelijkheid voor de bedrijfsgezondheidszorg en de betreffende branches.

Het NCvB is inmiddels gestart met initiatieven voor een expertnetwerk voor beroepsinfectieziekten in samenwerking met onder andere de Landelijke Coördinatiestructuur Infectieziektebestrijding. Voor wat betreft het calamiteiten beleid, is er in opdracht van het Ministerie van SZW in samenwerking met andere ministeries een ontwerp protocol ontwikkeld voor hulpverleners bij incidenten met chemische stoffen en biologische agentia. Implementatie van dit protocol zal bijdragen aan meer duidelijkheid over risico's en taakverdeling bij bijvoorbeeld een uitbraak van infectieziekten.

Het optreden van contacteczeem als gevolg van nat werk is een bekend probleem, wat door middel van instructie en preventieve maatregelen kan worden aangepakt. Het is aan de branches waar dit type werkzaamheden voorkomt, om hier werk van te maken. Ik wijs in dit verband op activiteiten in de Arboconvenanten met de schoonmaak, de kappersbranche en de gezondheidszorg. Zo is in het kader van het arboconvenant met de Academische Ziekenhuizen door NECOD, het Kenniscentrum voor Huid en Arbeid, een preventieprotocol handeczeem ontwikkeld dat gebruikt wordt om het voorkomen van huidklachten terug te dringen.

Werkgerelateerd astma bij zwembadpersoneel is nog niet erg bekend, maar mogelijk hebben we hier te maken met een nieuwe beroepsziekte. Ik deel het oordeel van het NCvB dat nader onderzoek gewenst is. In de recent door mij getekende Intentieverklaring om te komen tot een Arboconvenant met de Verblijfsrecreatie en Zweminrichtingen is blootstelling aan stoffen en fysische werkomstandigheden in zwembaden, mede door het signaal van het NCvB, opgenomen. Er zal een inventariserend onderzoek plaatsvinden en zonodig zal de Stand der Wetenschap worden opgemaakt en zullen in een convenant afspraken op dit onderwerp worden vastgelegd.

Het belang van verbetering van arbeidsomstandigheden in de aanpak van verzuim wordt door mij met nadruk onderschreven. In de lopende Arboconvenanten, en in de trajecten in de programma's VASt (Versterking Arbobeleid Stoffen) en VAV (Versterking Arbeidsveiligheid), wordt bijvoorbeeld steeds stevig ingezet op het terugdringen van arbeidsrisico's. Dit geldt ook voor de door het NCvB met name genoemde psychische arbeidsrisico's, die vooral in Arboconvenanten worden aangepakt.

Het achterblijven van de uitvoer van het PAGO acht ik een ongewenste situatie. Het NCvB pleit voor het ontwikkelen en evalueren van richtlijnen voor het PAGO. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor het uitvoeren van het PAGO, en het adviseren daarover aan de werkgever, ligt bij bedrijfsartsen van de Arbo-diensten. De mogelijkheid voor het ontwikkelen van een PAGO-richtlijn zal daarom nog voor 1 november 2003 in overleg met de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB) worden verkend. Ik wil verder de bestaande gegevens over de uitvoering van het PAGO nader bekijken en zonodig branches aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Bij de Arboconvenanten worden inmiddels afspraken gemaakt over verzuimreductie. In het kader daarvan zal de inzet van het Ministerie van SZW zijn om daarbij ook afspraken te maken over het stimuleren van het PAGO-instrument in branches.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,



A&G/W&B/2003/77512

---

(M. Rutte)