DOC/03/4
Brussel, 17 Oktober 2003
COMMISSION DES COMMUNAUTÉS EUROPÉENNES
SECRETARIAT GENERAL
TEXTE NL
Conclusies Van Het Voorzitterschap Europese Raad Van Brussel 16/17
Oktober 2003
1. De Europese Raad is op 16 en 17 oktober 2003 te Brussel
bijeengekomen. Vóór de bijeenkomst gaf de voorzitter van het
Europees Parlement, de heer Pat Cox, een uiteenzetting, die werd
gevolgd door een gedachtewisseling over de voornaamste
agendapunten.
I. INTERGOUVERNEMENTELE CONFERENTIE (IGC)
2. De Europese Raad was verheugd dat na de openingszitting van de
Intergouvernementele Conferentie van 4 oktober in Rome de
werkzaamheden in de Conferentie thans van start zijn gegaan. Hij
memoreerde zijn steun voor de aanpak en het tijdschema die door
het voorzitterschap in overeenstemming met de conclusies van de
bijeenkomst van de Europese Raad in Thessaloniki zijn voorgesteld.
De Europese Raad verzocht de ministers de besprekingen op politiek
niveau actief voort te zetten. Hij nam nota van het voornemen van
het voorzitterschap om ter voorbereiding van de volgende
bijeenkomst van de IGC op het niveau van de staatshoofden en
regeringsleiders overleg te plegen met alle deelnemers om op basis
van het ontwerp van de Conventie en in het licht van de
besprekingen in de IGC het ontwerp van constitutioneel verdrag af
te ronden.
II. HERSTEL VAN DE EUROPESE ECONOMIE
3. Na een periode van ongewisheid zijn er weer enige positieve
signalen in Europa. Een verbetering in het internationale
economische klimaat, lage inflatie, gestabiliseerde olieprijzen en
gunstiger omstandigheden op de financiële markten zijn de
belangrijkste factoren achter een opleving van de economische
activiteit, die zich naar verwachting in de loop van 2004 zal
doorzetten. Aangezien de situatie onzeker blijft, dient vertrouwen
in het economisch potentieel van de Europese Unie te worden
uitgesproken. Hoofdprioriteiten zijn de voortzetting van degelijk
macro-economisch beleid, de versnelling van structurele
hervormingen en de aanmoediging van investeringen in
infrastructuur en menselijk kapitaal. In dit verband moet het
economisch beleid gericht blijven op duurzame en banen genererende
groei en op versterking van de economische en sociale cohesie.
4. Deze Europese Raad wil zich vooral bezig houden met de vraag
hoe de groei kan worden gestimuleerd en hoe de werkzaamheden zo
kunnen worden georganiseerd dat tijdens de Europese Raad op 12/13
december concrete besluiten kunnen worden genomen. Voorts wil hij
benadrukken dat gestaag gewerkt moet worden aan een breed scala
van maatregelen om in de context van de strategie van Lissabon de
randvoorwaarden te scheppen voor een economisch en sociaal klimaat
dat gunstig is voor duurzame groei.
5. Versnelde totstandbrenging van de Europese vervoers-, energie-
en telecommunicatienetwerken en opvoering van de investeringen in
menselijk kapitaal zullen van cruciaal belang zijn voor groei en
bijdragen tot een effectieve integratie van het uitgebreide
Europa, met een aanzienlijke productiviteitswinst.
6. Daarom onderschrijft de Europese Raad de beginselen van het
voorgestelde groei-initiatief en het tussentijdse verslag van de
Raad ECOFIN, en verzoekt hij de betrokken actoren er uitvoering
aan te geven volgens de aanpak die hieronder wordt uiteengezet.
Dit initiatief strookt met het stabiliteits- en groeipact, de
huidige maxima van de financiële vooruitzichten en sluit aan bij
de afspraken in de globale richtsnoeren voor het economisch
beleid.
7. De prioritaire acties uit hoofde van het groei-initiatief
zullen worden uitgevoerd in de context van de implementatie van de
Lissabon-agenda voor structurele hervormingen - die onder meer
moet leiden tot meer flexibiliteit op de markten voor producten,
kapitaal en arbeid - en tegen de achtergrond van de voortdurende
inspanningen om een concrete invulling te geven aan de
aanwijzingen die de Europese Raad tijdens voorgaande
voorjaarsbijeenkomsten heeft gegeven op gebieden op zich al tot de
versterking van het groeipotentieel van de Unie op langere termijn
zullen bijdragen. Een groter concurrentievermogen zal in dit
opzicht een essentiële rol spelen, maar milieuoverwegingen en de
sociale dimensie moeten eveneens in aanmerking worden genomen.
A. INITIATIEF VOOR GROEI: STIMULERING VAN INVESTERINGEN IN
SLEUTELPROJECTEN
De lidstaten onderling verbinden: TEN-projecten
8. De ontwikkeling van moderne en efficiënte
vervoersinfrastructuurvoorzieningen waardoor alle lidstaten van de
EU gemakkelijk en beter toegankelijk worden, zal een tweeledig
positief effect sorteren, namelijk een rechtstreekse stimulans van
de groei en - aangezien de voordelen van de interne markt maximaal
zullen worden benut - een onrechtstreekse. Bijzondere aandacht zal
uitgaan naar het nieuwe voorstel voor prioritaire projecten voor
vervoers-TEN's - vergezeld van voorstellen om de omvang en de
doeltreffendheid van de investeringen in deze projecten te
vergroten - en naar andere voorstellen die thans door de Raad
Vervoer, Telecommunicatie en Energie worden besproken. Daartoe zal
in specifieke gevallen - bijvoorbeeld wanneer grenzen of
natuurlijke barrières worden overschreden - nader worden bekeken
of een hoger percentage van communautaire medefinanciering tot de
mogelijkheden behoort. In het bijzonder wordt de lidstaten
verzocht snel een eind te maken aan de technische, juridische en
administratieve belemmeringen voor de uitvoering van
grensoverschrijdende onderdelen van TEN-projecten.
Infrastructuurmaatregelen moeten gepaard gaan met een modern
vervoersbeleid dat het nodige belang toekent aan veiligheids- en
duurzaamheidsoverwegingen.
Verzekering van de continuïteit van de energievoorziening en
telecommunicatienetwerken
9. De voltooiing van een geïntegreerde markt voor elektriciteit en
gas in een uitgebreid Europa zal de continuïteit van de
voorziening en het concurrentievermogen versterken en de groei
extra stimuleren. Dit houdt onder meer in dat ten minste het in
Barcelona bepleite niveau van elektriciteit-interconnectie wordt
bereikt, waartoe prioritaire projecten in het kader van de
trans-Europese energienetwerken in belangrijke mate zullen
bijdragen. De ontwikkeling van energie-infrastructuren zal er
voorts toe leiden dat de nieuwe buur- en partnerlanden van de EU
volledig bij de Europese markt betrokken raken. Gelet op de grote
afhankelijkheid van de EU van ingevoerde energie en op het belang
van buurlanden, in het bijzonder die van het
Middellandse-Zeegebied, de noordelijke dimensie en Oost-Europese
regio's, als leveranciers of als doorvoerlanden, moet worden
besproken op welke wijze en met welke middelen nieuwe
energienetwerken met die landen kunnen worden bevorderd, onder
andere met het oog op de Europees-mediterrane ministeriële
conferentie over energie die in december in Rome zal plaatsvinden.
10. De ontwikkeling van telecommunicatienetwerken is eveneens van
essentieel belang om de groei in een uitgebreid Europa te
stimuleren. De beschikbaarheid en de bevordering van een ruime
toepassing van breedband zijn, met doelmatige netwerken, een
noodzaak, met name in een kenniseconomie, waar
informatieoverdracht een vitale rol speelt bij het vergroten van
het concurrentievermogen.
Investeren in menselijk kapitaal: innovatie, onderzoek en
ontwikkeling, en vaardigheden
11. Innovatie, onderzoek, en ontwikkeling en vaardigheden zijn
essentieel voor het groeipotentieel van Europa. De maatregelen
zullen toegespitst zijn op het aantrekken van investeringen en het
totstandbrengen van het juiste regelgevingsklimaat op gebieden
zoals onderzoeksinfrastructuur, wetenschapsparken, industriële
innovatie en onderzoeks- en ontwikkelingsprojecten, informatie- en
communicatietechnologie, alsook financiering van onderwijs- en
opleidingsfaciliteiten, door middel van meer investeringen in
onderwijs en een betere aansluiting op het arbeids- en het sociale
beleid. Diverse Europese instrumenten moeten in dat verband hun
rol spelen, met name Europese technologieplatformen,
EIB-instrumenten, de structuurfondsen, alsook voorbereidende
acties zoals die welke is voorgesteld op het gebied van
veiligheidsonderzoek. Ook zal aandacht worden besteed aan het
probleem van bedrijfseenheden die starten met de commerciële
productie, waarbij het individuele bedrijf mogelijk niet alle
vruchten van zijn onderzoek en ontwikkeling en zijn
innovatiekosten plukt, en de innovatie over het geheel genomen dus
niet optimaal is. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de
behoeften van innovatieve MKB's die grensverleggende technologie
ontwikkelen, en naar technologieoverdracht naar perifere gebieden.
Volgende stappen: besluiten over de follow-up
12. Om snel de nodige vooruitgang te kunnen boeken voor een
definitieve beoordeling van het initiatief en tijdens zijn
bijeenkomst in december concrete besluiten te kunnen nemen,
verzoekt de Europese Raad, met inachtneming van het
ECOFIN-verslag:
de Commissie, de EIB en de betrokken Raadsformaties om onverminderd
de in het Commissievoorstel geformuleerde prioriteiten aan de hand
van transparante criteria een "snelstartprogramma" op te stellen
met een lijst van projecten in een uitgebreide Unie, die vergezeld
gaat van een beoordeling van de betekenis ervan voor de integratie
van de interne markt in het uitgebreide Europa, hun economische en
financiële haalbaarheid, de gevolgen voor de groei en het
hefboomeffect op particulier kapitaal;
de Commissie en de EIB om hun eindverslagen over het
groei-initiatief tijdig voor te leggen zodat het Economisch en
Financieel Comité de zitting van de Raad ECOFIN op 25 november
grondig kan voorbereiden; in deze verslagen moeten met name de
volgende punten worden aangesneden:
- er moet worden nagegaan hoe de particuliere sector optimaal kan
worden betrokken bij de financiering van projecten, onder meer
door gebruik van de faciliteit voor gestructureerde financieringen
van de EIB;
- er moeten instrumenten worden ontwikkeld voor het aantrekken van
particuliere middelen, met name door securitisering van bestaande
vermogensbestanddelen, en er moet worden nagegaan welke
vermogensbestanddelen daarvoor in aanmerking komen;
- er moet een betere procedurecoördinatie worden uitgewerkt tussen
EIB-financiering, structuurfondsen, de TEN-begrotingslijn en het
zesde kaderprogramma;
- er moet een kader worden uitgewerkt voor een grondige evaluatie
van het initiatief na 5 jaar. Alle relevante Raadsformaties zullen
aan deze evaluatie bijdragen. In het kader van het
voorjaarsverslag zal de Commissie jaarlijks verslag uitbrengen aan
de Europese Raad.
13. Verder wordt de Raad verzocht om de besprekingen af te ronden over
voorstellen om de technische, juridische en administratieve
belemmeringen voor de TEN's weg te nemen, met name voor
grensoverschrijdende baanvakken, PPP's, innovatie en O&O-projecten; de
Commissie zal tevens de ESR 95-beginselen inzake de behandeling van
PPP's in de nationale rekeningen verduidelijken, zulks om een
verhoogde transparantie en de vastlegging van regeringswaarborgen in
de nationale rekeningen en de behandeling van securitiseringsregelen
te waarborgen.
14. De Europese Raad verzoekt de lidstaten het groei-initiatief aan te
vullen met nationale groeiprogramma's. De Raad zal het
groei-initiatief en andere nationale en Europese initiatieven
coördineren om complementariteit en een optimale besteding van de
middelen te waarborgen, en aldus de algehele impact van het initiatief
te vergroten; hij zal tijdens de Europese Voorjaarsraad in 2004
verslag uitbrengen over de terzake ondernomen actie.
B. GUNSTIGE VOORWAARDEN VOOR GROEI EN WERKGELEGENHEID CREËREN
Versterking van het concurrentievermogen van de Europese economie
15. Een geïntegreerde strategie voor het Europese concurrentievermogen
behelst horizontale actie om ervoor te zorgen dat het op diverse
terreinen gevoerde beleid consistent bijdraagt tot de beoogde
verbetering van bepalende factoren voor het concurrentievermogen
van onderneming en het bedrijfsleven. In dit verband ligt het
zwaartepunt van het beleid op de interne markt en ondersteunende
maatregelen voor de industrie en voor onderzoek en technologie,
terwijl vermindering van administratieve lasten en regelgeving de
nodige extra stimulans zal geven. De Europese Raad wijst met
nadruk op de centrale rol van de Raad Concurrentievermogen, die
ervoor moet zorgen dat deze geïntegreerde aanpak op het terrein
toepassing vindt, en zodoende bijdraagt tot het creëren van een
gunstig ondernemingsklimaat, een effectieve interne markt en meer
onderzoek en innovatie. De Europese Raad verzoekt de Commissie op
zijn bijeenkomst in december een verslag voor te leggen met
voorstellen om het industriële kader te verbeteren om
de-industrialisering te voorkomen.
Interne markt
16. De Europese Raad roept de Commissie op de voorstellen in te
dienen die nog nodig zijn om de interne markt te voltooien en het
potentieel ervan ten volle te benutten, ondernemerschap te
stimuleren en een ware interne dienstenmarkt tot stand te brengen,
waarbij zij voor ogen moet houden dat de verlening van en de
handel in diensten van algemeen belang behouden moet blijven. In
dit verband beschouwt de Europese Raad een definitief akkoord over
het Gemeenschapsoctrooi als een prioriteit. De lidstaten wordt
verzocht hun inspanningen op te voeren om de omzetting van de
internemarktwetgeving in nationaal recht binnen de gestelde
termijnen af te ronden. Tijdige omzetting en daadwerkelijke
toepassing van de communautaire voorschriften in alle lidstaten
zullen de grondslag leggen voor het wederzijdse vertrouwen waarop
een uitgebreide interne markt gebaseerd moet zijn.
17. Volledig geïntegreerde en stabiele financiële markten zullen
een essentiële rol spelen bij het aanwenden van besparingen voor
productieve investeringen en bij het versterken van de economische
groei. De Europese Raad dringt eens te meer aan op snelle
voortgang op alle nog in behandeling zijnde onderdelen van het
Actieplan Financiële Diensten, zodat de hand kan worden gehouden
aan het afgesproken tijdschema. Daarnaast moet de bestaande
wetgeving op dit gebied krachtiger worden gehandhaafd. De Europese
Raad verwacht ook dat de besprekingen over de richtlijn
betreffende het openbaar overnamebod, die op dit gebied op
Europees en internationaal niveau gelijke concurrentievoorwaarden
moet scheppen, op basis van de reeds geleverde
compromisinspanningen snel en met succes worden afgerond.
Industriebeleid
18. De Raad en de Commissie moeten tegemoet komen aan de behoeften van
specifieke sectoren van de industrie, met name de verwerkende
industrie, zodat zij hun concurrentievermogen kunnen vergroten,
vooral gezien de essentiële bijdrage van deze sectoren aan de
economische groei. De EU-wetgeving mag de EU niet in een
ongunstige concurrentiepositie plaatsen ten opzichte van andere
belangrijke economische regio's. De Commissie wordt derhalve
verzocht rekening te houden met de gevolgen van voorgestelde
EU-wetgeving voor ondernemingen en alomvattende
regelgevingseffectbeoordelingen uit te voeren. Het aangekondigde
voorstel inzake chemische stoffen, dat zal worden besproken door
de Raad Concurrentievermogen, in coördinatie met andere
Raadsformaties, zal de eerste gelegenheid bieden om deze aanpak te
volgen, waarbij in het bijzonder op de effecten ervan op het MKB
zal worden gelet.
Onderzoek en innovatie
19. De ontwikkeling van het concurrentievermogen van de Europese
economie overeenkomstig de Lissabon-agenda vereist dat de overheid
en de particuliere sector zich opnieuw vastleggen op het
streefcijfer van 3% van het BBP voor investeringen in onderzoek,
met bijzondere nadruk op technologische vernieuwing, waaronder
milieutechnologie, en op het ontwikkelen van menselijk kapitaal
middels meer investeringen in onderwijs en onderzoek, zoals de
Raad op 22 september 2003 heeft aanbevolen. De Europese Raad
dringt derhalve aan op:
* nauwe betrokkenheid van de lidstaten bij benchmarking, het
uitwisselen van ervaringen en de voorbereiding van onderling
consistente maatregelen die de particuliere en
overheidsinvesteringen in onderzoek en innovatie moeten
stimuleren;
* nauwere coördinatie tussen door de overheid en door de
particuliere sector gefinancierd onderzoek en een uitgebreider
gebruik van de structuurfondsen voor onderzoeks- en
ontwikkelingsprojecten, waarbij niet mag worden vergeten welke rol
deze fondsen spelen bij het bevorderen van de samenhang, en moet
worden gelet op de specifieke behoeften en het specifieke
potentieel van iedere regio, ook van de regio' s van de
toetredende staten. Publiek-private partnerschappen op
onderzoeksgebied zijn essentieel om nieuwe technologieën te
ontwikkelen en de Europese hightechindustrieën in staat te stellen
op mondiaal niveau te concurreren;
* snelle vorderingen met de uitvoering van het actieplan e-Europa;
daartoe zijn aanzienlijke inspanningen nodig om ervoor te zorgen
dat het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie
in de gehele Gemeenschap wordt toegepast, en moeten de maatregelen
en investeringen aanzienlijk worden opgevoerd, met name in de
sectoren e-overheid, e-gezondheidszorg en e-leren en ten aanzien
van de ontwikkeling van breedbandinfrastructuur en -inhoud.
Betere regelgeving
20. Doeltreffender regelgeving op Europees en nationaal niveau is van
het allergrootste belang. De instellingen moeten zorgen voor een
snelle uitvoering van het interinstitutioneel akkoord inzake de
verbetering van de regelgeving, met het oog op een betere
EU-wetgeving, mede door regelgevingseffectbeoordelingen.
Vereenvoudiging van de EU-wetgeving en doelmatiger en
transparanter openbaar bestuur zullen het economisch
concurrentievermogen zeer ten goede komen, doordat het
ondernemersvertrouwen zal toenemen en de normen voor openbare
dienstverlening zullen verbeteren.
Ontwikkeling van de sociale dimensie
21. De prioriteit die momenteel wordt toegekend aan maatregelen
voor het stimuleren van de groei en het vergroten van het
concurrentievermogen moet gepaard gaan met een doeltreffend
sociaal beleid, in het bijzonder het creëren van banen, dat een
integraal onderdeel blijft van het Europese sociaal-economische
model. Overeenkomstig de mededeling van de Commissie moeten de
bestaande coördinatieprocedures voor het beleid van de lidstaten
op het gebied van sociale bescherming worden verbeterd, om aldus
bij te dragen tot de noodzakelijke modernisering van de
sociale-beschermingsstelsels. In dit verband moet de Raad zich
buigen over de mededeling van de Commissie over open coördinatie
op het gebied van de sociale bescherming en tijdig voor de
voorjaarsbijeenkomst van de Europese Raad in 2004 operationele
conclusies opstellen waarin rekening wordt gehouden met het
subsidiariteitsbeginsel en de verscheidenheid van de nationale
stelsels.
22. De lidstaten hechten bijzonder veel belang aan
pensioenstelsels die toereikende uitkeringen verstrekken,
betaalbaar zijn en de uitdagingen van de modernisering het hoofd
kunnen bieden. Dit valt weliswaar onder de bevoegdheid van de
lidstaten, maar hun inspanningen kunnen niettemin aan kracht
winnen door de open coördinatie op dit gebied te versterken. In
dat verband:
* moet de Raad overwegen de doelen voor open coördinatie op het
gebied van sociale bescherming te verfijnen - naar het voorbeeld
van de conclusies van de Europese Raad van Barcelona, waarin
verzocht wordt de gemiddelde leeftijd waarop de mensen werkelijk
stoppen met werken, in de periode tot 2010 op te trekken met vijf
jaar - teneinde de betaalbaarheid en de toereikendheid van de
pensioenstelsels tegen de achtergrond van de demografische
ontwikkelingen te waarborgen;
* moet de Raad de betaalbaarheid van de pensioenstelsels nauwlettend
blijven volgen, onder meer om te kunnen beoordelen in hoeverre
hervormingen de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op lange
termijn ten goede komen;
* moeten de lidstaten en de sociale partners nagaan hoe zij in het
licht van de doelen die de Europese Raad van Barcelona heeft
gesteld, uitvoering willen geven aan de koppeling tussen het
werkgelegenheids- en het pensioenbeleid.
23. De Europese Raad ziet met belangstelling uit naar het verslag dat
de Europese taakgroep werkgelegenheid, voorgezeten door de heer Wim
Kok, zal voorleggen aan de Commissie, en steunt het voorstel voor een
buitengewone sociale top in december om inleidende besprekingen te
voeren over het gevolg dat aan dit verslag moet worden gegeven.
De milieudimensie
24. Verdere maatregelen ter bevordering van milieubescherming en
-duurzaamheid zullen bijdragen tot het stimuleren van de groei.
Milieudoelen zijn katalysatoren voor innovatie en modernisering in
belangrijke sectoren als energie en vervoer, en trekken
investeringen aan in technologieën die schoon zijn en efficiënt
gebruik maken van energie en hulpbronnen. Het actieplan van de
Commissie betreffende milieutechnologieën, dat eind 2003 klaar zal
zijn, zal zeker bijdragen tot het stimuleren en verspreiden van
dergelijke technologieën. De Raad verzoekt voorts om de spoedige
aanneming van het voorstel voor een richtlijn betreffende het
gebruik van de flexibele mechanismen van het Protocol van Kyoto
binnen de communautaire regeling voor de handel in
broeikasgasemissierechten; die richtlijn zal de verspreiding van
schone technologie bevorderen en zonder het concurrentievermogen
van het Europese bedrijfsleven te schaden.
III. VERSTERKING VAN VRIJHEID, VEILIGHEID EN RECHTVAARDIGHEID
Beheer van de buitengrenzen van de Unie
25. De Europese Raad benadrukt dat de Unie door de aanstaande
uitbreiding langere grenzen krijgt, en memoreert dat alle
lidstaten een gemeenschappelijk belang hebben bij de
totstandbrenging van een efficiënter grensbeheer, in het bijzonder
met het oog op meer veiligheid voor hun burgers.
26. Onder verwijzing naar de conclusies van Thessaloniki toont de
Europese Raad zich ingenomen met het voornemen van de Commissie om
zo spoedig mogelijk de voor de periode 2004-2006 voorgenomen
toewijzing van 140 miljoen euro verder te bestuderen om te
voorzien in de dringendste behoeften op dit gebied, met name in
steun voor het beheer van de buitengrenzen, de uitvoering van het
terugkeerprogramma en de ontwikkeling van het
visuminformatiesysteem (VIS).
27. De Europese Raad benadrukt het belang van de integrale
uitvoering van het plan voor het beheer van de buitengrenzen en
van de oprichting van het aangekondigde centrum voor de
luchtgrenzen en de twee aangekondigde centra voor de zeegrenzen.
Alle grensbeheercentra moeten onderling nauw samenwerken onder de
coördinatie van de Gemeenschappelijke instantie
buitengrensdeskundigen.
28. De Europese Raad is ingenomen met het voornemen van de
Commissie om een voorstel in te dienen voor de oprichting van een
agentschap voor het beheer van de buitengrenzen dat de
operationele samenwerking op dat vlak moet versterken, zodat de
Raad voor het einde van dit jaar een politiek akkoord op de
hoofdelementen ervan kan bereiken. De ervaringen die zijn opgedaan
met de Gemeenschappelijke instantie buitengrensdeskundigen moeten
dienen als uitgangspunt voor dit voorstel.
29. De Europese Raad neemt nota van de door de Commissie
uitgevoerde studie over de zeegrenzen en verzoekt de Raad JBZ een
werkprogramma terzake op te stellen dat voor het eind van dit jaar
moet worden aangenomen.
Beheersing van de migratiestromen
30. De Europese Raad bevestigt dat het migratievraagstuk een politieke
topprioriteit vormt, en dat hij blijft hechten aan een tweeledige
aanpak die een evenwicht betracht tussen, enerzijds, de dringende
noodzaak een halt toe te roepen aan de illegale immigratie en op
te treden tegen de mensenhandel en, anderzijds, het opnemen en
integreren van legale immigranten overeenkomstig de beginselen en
prioriteiten die in Thessaloniki, Sevilla, Laken en Tampere door
de Europese Raad zijn bepaald.
31. Hij neemt zich voor om conform de in Thessaloniki opgestelde
globale aanpak en in het kader van de EU-strategie ter bestrijding
van illegale immigratie alle passende instrumenten van de externe
betrekkingen van de EU aan te wenden, met inbegrip van actievere
partnerschappen met de betrokken derde landen. In deze context:
· verzoekt de Europese Raad de Commissie, de Raad en de lidstaten
alles in het werk te stellen om het de Gemeenschap gemakkelijker
te maken met succes overnameovereenkomsten te sluiten. Hij
verzoekt de Raad en de Commissie om begin volgend jaar een verslag
in te dienen waarin in het bijzonder de prioriteiten van een
gemeenschappelijk beleid ten aanzien van overname worden
aangegeven, alsmede de maatregelen die zijn getroffen om de
succesvolle ontwikkeling van een dergelijk beleid te verzekeren;
· bevestigt de Europese Raad dat een gemeenschappelijk
terugkeerbeleid een essentieel onderdeel vormt van een
doeltreffend en alomvattend immigratiebeleid, en verzoekt hij de
Raad en de Commissie om de hoogste prioriteit toe te kennen aan de
uitvoering van het in november 2002 aangenomen actieplan. In dit
verband is de Raad ingenomen met het voornemen van de Commissie om
een voorstel in te dienen dat strookt met de financiële
vooruitzichten en voorziet in financiële steun voor de
repatriëring van illegale immigranten en afgewezen asielzoekers
naar de landen van herkomst en van doorreis, met volledige
inachtneming van de humanitaire beginselen en met respect voor de
menselijke waardigheid;
· neemt de Europese Raad met voldoening nota van de werkzaamheden
van de Unie en van andere internationale organen (ICAO, G8) met
betrekking tot de opneming van biometrische identificatiemiddelen
in visa, verblijfsvergunningen en paspoorten; hij verzoekt de Raad
JBZ voor eind 2003 tot een politiek akkoord te komen over de twee
Commissievoorstellen voor verordeningen van de Raad betreffende
biometrische identificatiemiddelen, en de nodige besluiten te
nemen voor de ontwikkeling van het Visuminformatiesysteem (VIS) en
het Schengeninformatiesysteem (SIS) II, zonder af te wijken van
het geplande tijdschema voor de invoering van SIS II.
32. Ook neemt de Europese Raad - weliswaar erkennend dat iedere
lidstaat verantwoordelijk is voor het aantal legale immigranten dat
hij, overeenkomstig zijn eigen wetgeving en al naar gelang zijn eigen
specifieke situatie, met inbegrip van zijn arbeidsmarkt, tot zijn
grondgebied toelaat - niettemin nota van de door de Commissie
aangevatte studie naar het verband tussen legale en illegale
immigratie, en verzoekt hij alle lidstaten, toetredende staten en
kandidaat-lidstaten om hiertoe ten volle met de Commissie samen te
werken.
33. De Europese Raad dringt er bij de Raad JBZ op aan met spoed zijn
werkzaamheden inzake het richtlijnvoorstel betreffende de voorwaarden
om als asielzoeker te worden erkend, en het richtlijnvoorstel inzake
een gemeenschappelijke asielprocedure af te ronden, teneinde de door
de Europese Raad in Sevilla en Thessaloniki vastgestelde uiterste
termijn (eind 2003) te halen en de Unie in staat te stellen misbruik
van de asielprocedure en efficiëntieproblemen aan te pakken met
volledige eerbiediging van het Verdrag van Genève en de humanitaire
tradities van de Unie.
Justitiële en politiële samenwerking
34. De Europese Raad roept op tot voortzetting van de inspanningen om
tot nauwere politiële, justitiële en douanesamenwerking en tot een
versterking van de samenwerking op het gebied van de
wetshandhaving te komen, met name wat betreft de operationele
bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme.
35. Hij bevestigt het belang van de strijd tegen de drugshandel en
pleit voor de aanneming van het Commissievoorstel voor een
kaderbesluit van de Raad op dit gebied, indien mogelijk vóór eind
2003.
36. Hij spreekt zijn waardering uit voor de goedkeuring van de
verordening van de Raad betreffende beslissingen in huwelijkszaken
en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, die zorgt voor een
veel betere toegang van de burgers tot de rechter op terreinen die
voor hun dagelijks leven van rechtstreeks belang zijn, doordat zij
de erkenning en de tenuitvoerlegging van nationale rechterlijke
beslissingen in de gehele Gemeenschap mogelijk maakt. Deze
verordening is met name een belangrijke stap in de
totstandbrenging van een samenhangend wetgevingskader betreffende
de voogdij over en de bescherming van minderjarigen.
IV. DIVERSEN
Portugese landbouw
37. Overeenkomstig de conclusies van de Europese Raad van Kopenhagen
en gelet op het nieuwe beleidsperspectief voor de landbouw dat de
Raad Landbouw in juni 2003 heeft aangenomen, neemt de Europese
Raad nota van het verslag van de Commissie over de situatie in de
Portugese landbouw, en met name van de aanbeveling daarin dat de
volgende generatie programma's voor plattelandsontwikkeling de
verbeteringen die thans worden aangebracht in de structurele
aanpassing van de Portugese landbouw, moet blijven steunen. De
Commissie wordt verzocht over dit thema te zijner tijd een nieuw
verslag in te dienen.
38. De Europese Raad is intussen ingenomen met het voorstel van de
Commissie om de regeling in verband met de problemen bij de
ontwikkeling van de melkproductie op de Azoren te verlengen, en
verzoekt de Raad dit voorstel zo spoedig mogelijk te bespreken.
Europese Centrale Bank
39. De Europese Raad is verheugd over de benoeming van Jean-Claude
Trichet tot president van de Europese Centrale Bank.
V. EXTERNE BETREKKINGEN
WTO
40. De Europese Raad betreurt het gebrek aan resultaat van de
ministeriële bijeenkomst van de WTO in Cancun, en de tegenslag die
dit betekent voor de ontwikkelingsagenda van Doha (DDA); hij
onderstreept echter dat de EU gehecht blijft aan de multilaterale
aanpak van de handelspolitiek. De EU dient daarom open te blijven
staan voor een spoedige hervatting van de onderhandelingen in het
kader van de DDA. De Europese Raad verzoekt de Commissie zich te
bezinnen op de strategie van de EU, en tevens met de belangrijkste
WTO-actoren na te gaan hoe in de toekomst in het kader van de DDA
vooruitgang kan worden geboekt; hij wijst er daarbij op dat de
inzet van alle betrokkenen onmisbaar zal zijn voor een succesvolle
hervatting van de onderhandelingen. De Europese Raad verzoekt de
Commissie de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen waar
nodig volledig op de hoogte te houden.
Initiatief inzake het grotere Europese nabuurschap
41. De Europese Raad spreekt zijn waardering uit voor de
vooruitgang die de Commissie heeft geboekt bij het initiatief
inzake het grotere Europese nabuurschap. De Europese Raad verzoekt
de Raad en de Commissie met aandrang om de werkzaamheden ter
uitvoering van dit initiatief voort te zetten om te komen tot een
alomvattende, evenwichtige en proportionele aanpak - waartoe ook
een financieel instrument behoort - die beantwoordt aan de
noodzaak van bevordering van de grensoverschrijdende en de
regionale/transnationale samenwerking aan de buitengrenzen van de
uitgebreide Unie.
Europees-mediterraan partnerschap
42. De Europese Raad wijst opnieuw op het cruciale belang van de
mediterrane regio en herinnert eraan dat hij vastbesloten is het
Europees-mediterraan partnerschap verder te ontwikkelen. In dit
verband onderstreept de Raad dat de economische ontwikkeling van
de regio actief moet worden gesteund door de aanneming van
concrete initiatieven en dat de politieke dialoog en de
samenwerking op cultureel gebied moeten worden versterkt. De Raad
ziet uit naar de positieve resultaten van de komende ministeriële
bijeenkomst van het Europees-mediterraan partnerschap in Napels.
Noordelijke Dimensie
43. De Europese Raad onderschrijft het tweede actieplan voor de
Noordelijke Dimensie (2004-2006), zodat het beleid in het kader
van de Noordelijke Dimensie ook na 2003 kan worden voortgezet. Hij
wees erop dat de Noordelijke Dimensie in de context van de
uitbreiding van de EU van steeds groter belang zal worden, en een
grote bijdrage zal leveren tot de verdere ontwikkeling van het
nieuwe nabuurschapsbeleid van de Unie in de gehele regio.
Moldavië
44. De Europese Unie herhaalt dat zij de inspanningen van de OVSE
voor een alomvattende politieke regeling van de Trans-Dnjestrische
kwestie in de Republiek Moldavië blijft steunen.
45. De Europese Unie verheugt zich over de dit jaar geboekte
vooruitgang en benadrukt de noodzaak van een constructieve aanpak
om het proces af te ronden.
46. De Europese Unie verzoekt de Russische Federatie en Oekraïne
dringend om zich samen met de OVSE van hun rol als bemiddelaars te
kwijten. Met betrekking tot de voltooiing van de terugtrekking van
de Russische strijdkrachten verzoekt de EU de Russische Federatie
alle nodige stappen te zetten om aan het einde van het jaar de
afspraken van Istanbul/Porto na te komen.
Betrekkingen met de Arabische wereld
47. Herinnerend aan de conclusies van de Europese Raad van
Thessaloniki, die onderstreepte dat een intensievere dialoog met
landen van de Arabische wereld moet worden gestimuleerd, verzoekt
de Europese Raad de Commissie en de hoge vertegenwoordiger om hun
werkzaamheden met betrekking tot de opstelling van een
gedetailleerd werkschema voort te zetten en daarbij terdege
rekening te houden met het bestaande beleid en bestaande
programma's zoals het proces van Barcelona, het GCC-kader en het
"nieuwe buurstaten"-initiatief, en om verslag uit te brengen aan
de Europese Raad in december 2003.
Midden-Oosten
48. De Europese Unie schaart zich vastbesloten achter het duidelijke
streefdoel, namelijk twee staten - Israël en een leefbare,
democratische Palestijnse staat - die zij aan zij in vrede en
veiligheid leven, in het kader van een algehele vrede in het
Midden-Oosten, zoals gestipuleerd in de routekaart.
49. De Europese Unie is ernstig bezorgd over de toestand in de
regio en merkt op dat, ondanks de steun van de internationale
gemeenschap bij het zoeken naar een billijke en duurzame
oplossing, de betrokken partijen onvoldoende inspanningen hebben
geleverd om de kans op vrede aan te grijpen, die wordt aangereikt
door de routekaart, zoals op 26 september jl. nog benadrukt door
het Kwartet in zijn ministeriële verklaring. Het toenemende geweld
veroorzaakt alleen maar meer leed en dodelijke slachtoffers onder
zowel het Israëlische als het Palestijnse volk en brengt de
veiligheid in de regio en daarbuiten in het gedrang.
50. De Europese Raad roept beide partijen - Israël en de
Palestijnse Autoriteit - derhalve op de toezeggingen die zij
tijdens de top van Aqaba op 4 juni 2003 hebben gedaan, na te
komen.
51. De Europese Raad verzoekt alle partijen in de regio met klem
onmiddellijk uitvoering te geven aan beleidsmaatregelen die
bijdragen tot dialoog en onderhandelingen. De relatie van de EU
met degenen die tegengestelde maatregelen treffen, zal
onvermijdelijk de weerslag daarvan ondervinden.
52. De Europese Raad is ingenomen met initiatieven van de civiele
samenleving van beide partijen en is bereid verdere bijstand te
verlenen voor het bevorderen van toenadering, het wekken van
vertrouwen en het streven naar een blijvende vrede.
53. De Europese Raad veroordeelt met klem de toename van
zelfmoordaanslagen en andere gewelddaden tijdens de afgelopen
weken en roept alle partijen op zich te onthouden van provocaties
die de spanning verder kunnen opdrijven.
54. De Europese Raad veroordeelt met klem de afschuwelijke
terroristische aanslag die op 15 oktober bij de grenspost Eretz in
de Gazastrook drie Amerikaanse staatsburgers het leven heeft
gekost, en betuigt zijn medeleven met de families van de
overledenen. De EU gaat ervan uit dat de daders voor het gerecht
worden gebracht.
55. Voor terroristische aanslagen tegen Israël bestaat geen enkele
rechtvaardiging. De Europese Raad herhaalt dat de strijd tegen het
terrorisme in al zijn vormen een van de prioriteiten van de
Europese Unie en van de gehele internationale gemeenschap blijft
en dat alle landen, met name in de regio, het tot hun plicht
moeten rekenen actief samen te werken in de strijd tegen het
terrorisme en zich te onthouden van elke vorm van directe of
indirecte steun aan terroristische organisaties.
56. De Europese Raad benadrukt eens te meer dat de Palestijnse
Autoriteit het tastbare bewijs moet leveren van haar
vastberadenheid in de strijd tegen extremistisch geweld en hij
roept de Palestijnse Autoriteit en haar president op onmiddellijk
stappen te ondernemen om alle Palestijnse veiligheidsdiensten
samen te voegen onder de ondubbelzinnige controle van een eerste
minister en een minister van Binnenlandse Zaken met reële
bevoegdheden, en de strijd aan te binden met individuen en
groeperingen die terroristische aanslagen plegen en voorbereiden.
57. De Europese Raad erkent het recht van Israël om zijn burgers
tegen terroristische aanslagen te beschermen. Hij roept de
regering van Israël op bij de uitoefening van dat recht al het
mogelijke te doen om te voorkomen dat er burgerslachtoffers
vallen, en niets te ondernemen dat de benarde humanitaire en
economische situatie van de Palestijnse bevolking verergert. Hij
roept Israël tevens op niet langer strafmaatregelen, waaronder
buitengerechtelijke executies, te treffen die niet in
overeenstemming zijn met het internationale recht.
58. De Europese Raad is bijzonder bezorgd over het tracé dat voor
het zogeheten veiligheidshek op de bezette westelijke Jordaanoever
is uitgezet. De voorgenomen afwijking van het tracé van de groene
lijn zou een hypotheek kunnen leggen op de toekomstige
onderhandelingen en de tweestatenoplossing materieel onuitvoerbaar
kunnen maken. Het zou de humanitaire en economische problemen voor
de Palestijnen kunnen vergroten. Duizenden Palestijnen ten westen
van het hek worden afgesneden van essentiële diensten op de
westelijke oever, de Palestijnen ten oosten van het hek zullen de
toegang tot land en waterbronnen verliezen.
59. De Europese Raad roept Israël op zijn nederzettingenbeleid
terug te draaien en de na maart 2001 gebouwde nederzettingen te
ontmantelen.
60. De Europese Raad bevestigt dat de Europese Unie vastbesloten
is in alle opzichten bij te dragen tot de uitvoering van de
routekaart en beklemtoont hoe belangrijk en urgent het is dat een
geloofwaardig en effectief mechanisme van toezicht-door-derden
wordt opgezet.
Irak
61. Het stemt de Europese Raad tot voldoening dat Resolutie 1511 van
de VNVeiligheidsraad met eenparigheid van stemmen is aangenomen.
62. De Europese Raad bevestigt de vastberadenheid en het
engagement van de EU om een belangrijke rol te spelen bij de
politieke en economische wederopbouw van Irak, binnen het kader
van de toepasselijke resoluties van de VN-Veiligheidsraad. De
volgende elementen zullen van essentieel belang zijn voor het
welslagen:
- een adequaat veiligheidsklimaat,
- een sterke en cruciale rol voor de VN,
- een realistisch tijdschema voor het overdragen van de politieke
verantwoordelijkheid aan het Iraakse volk,
- de totstandbrenging van een transparant multilateraal donorfonds
om de steun van de internationale gemeenschap te kanaliseren.
63. De Europese Raad bevestigt dat de EU actief zal meewerken aan het
welslagen van de donorconferentie, die op 24 oktober in Madrid wordt
gehouden. Bij die gelegenheid zal de EU een bijdrage van 200 miljoen
euro uit de Gemeenschapsbegroting toezeggen voor de periode 2003-2004.
64. De Europese Raad roept alle landen in de regio op om actief bij te
dragen aan de stabiliteit van Irak en om het proces van politieke en
economische wederopbouw te ondersteunen. Een welvarend, stabiel en
soeverein Irak waarvan de territoriale integriteit wordt gevrijwaard,
is van essentieel belang voor de stabiliteit in de regio en
daarbuiten.
65. De Europese Raad verzoekt de hoge vertegenwoordiger en de
Commissie om een middellangetermijnstrategie voor de betrekkingen van
de EU met Irak uit te werken en hierover vóór eind maart 2004 een
voortgangsverslag uit te brengen.
Iran
66. De Europese Raad heeft de ontwikkelingen in de betrekkingen met
Iran besproken.
67. De Europese Raad spreekt andermaal zijn grote bezorgdheid uit
over het nucleaire programma van Iran en staat volledig achter de
resolutie van de Raad van Beheer van de IAEA van 12 september. De
Unie verwacht van Iran volledige medewerking met de IAEA bij de
uitvoering van deze resolutie. De Europese Raad roept Iran opnieuw
op om het Aanvullend Protocol inzake veiligheidscontroles van de
IAEA onverwijld en zonder voorbehoud te ondertekenen, te
bekrachtigen en uit te voeren en onmiddellijk dienovereenkomstig
te handelen. De Europese Raad roept Iran ook op om alle
activiteiten in verband met de verrijking van uranium en alle
opwerkingsactiviteiten op te schorten. De Europese Raad verwerpt
ieder idee van nucleaire proliferatie in de regio, die toch al
verre van stabiel is.
68. De Europese Unie blijft bereid na te gaan hoe er een bredere
samenwerking met Iran kan worden ontwikkeld. Dit kan alleen
middels een groter internationaal vertrouwen in de vreedzame aard
van het nucleaire programma van Iran, en middels verbeteringen op
het gebied van de mensenrechten, de terrorismebestrijding en het
standpunt van Iran inzake het vredesproces in het Midden-Oosten.
Nobelprijs voor de vrede
69. De Europese Raad, die zijn bewondering uitspreekt voor
eenieder die zich inzet voor de mensenrechten, feliciteert mevrouw
Shirin Ebadi met de toekenning van de Nobelprijs voor de vrede,
die een erkenning is van haar inzet voor de democratie en de
mensenrechten in Iran.
Kosovo
70. De Europese Raad heeft bevestigd dat dialoog tussen Belgrado en
Pristina over praktische aangelegenheden een cruciale toetssteen
is voor de zogenaamde "normen vóór status"-strategie van de
internationale gemeenschap, die gebaseerd is op Resolutie 1244 van
de VN-Veiligheidsraad. Deze dialoog betekent ook een essentiële
stap naar normalisatie in Kosovo en verdere toenadering tot
Europese normen in het kader van het stabilisatie- en
associatieproces. De Europese Raad juicht het daarom toe dat op 14
oktober in Wenen een dergelijke dialoog is geopend, maar spreekt
zijn teleurstelling uit over het wegblijven van enkele van de
voornaamste gesprekspartners.
71. De Europese Raad onderstreepte hoe belangrijk het is dat in de
loop van november technische werkgroepen voor energie, vervoer en
communicatie, repatrianten en vermiste personen worden ingesteld.
De Europese Raad richt daartoe een oproep tot beide partijen om de
nodige voorbereidingen te treffen, en om constructief en
onvoorwaardelijk de weg van dit proces op multi-etnische grondslag
in te slaan. De Europese Raad sprak zijn steun uit voor de
inspanningen daartoe van de speciale gezant van de
secretaris-generaal, de heer Holkeri.
Bolivia
72. De Europese Raad maakt zich ernstige zorgen over de recente
dramatische ontwikkelingen in Bolivia. Hij betreurt de
gewelddadige voorvallen, die mensenlevens hebben gekost, en
betuigt zijn medeleven met de families van de slachtoffers. De
Europese Raad herhaalt dat hij de inspanningen van de democratisch
verkozen regering van Bolivia om een vreedzame en grondwettelijke
oplossing voor de huidige crisis te vinden blijft steunen.
73. De Europese Raad verzoekt de Boliviaanse regering tijdens dit
proces de mensenrechten ten volle te eerbiedigen.
74. De Europese Raad roept alle Boliviaanse politieke,
maatschappelijke en economische krachten op zich van geweld te
onthouden en een doordachte en constructieve dialoog met de
regering van Bolivia aan te gaan. Deze dialoog moet het parlement
erkennen als de legitieme democratische instelling waar consensus
moet worden bereikt.
75. De Europese Raad benadrukt hoe belangrijk het is dat het
Boliviaanse volk in het kader van de democratie en haar
instellingen en met volledige inachtneming van de rechtsstaat
oplossingen voor zijn talrijke problemen vindt en uitvoert.
Guatemala
76. De Europese Raad is verontrust over de reeks zorgwekkende
onlusten en gewelddadigheden, zoals onlangs zelfs in het
Constitutionele Hof, die een schaduw hebben geworpen op de
voorbereiding van de komende algemene verkiezingen in Guatemala.
77. De Europese Unie spreekt de wens uit dat er vrije en
transparante verkiezingen worden gewaarborgd en dat er een einde
komt aan de gewelddadigheden en intimidaties, die een smet werpen
op de periode vóór de verkiezingen. Zij is verheugd over de eerste
activiteiten van de Europese verkiezingswaarnemersmissie en over
de wijze waarop deze door de Guatemalteekse autoriteiten is
onthaald. Zij zal de situatie nauwlettend blijven volgen.
Gebied van de Grote Meren
78. De Europese Raad is blij met de vorderingen die in
Centraal-Afrika zijn gemaakt met het oog op de politieke
stabilisering van de betrokken landen en verklaart zich bereid bij
te dragen aan de economische, institutionele en sociale
wederopbouw in het gebied van de Grote Meren.
De Europese Raad feliciteert Zijne Heiligheid Paus Johannes Paulus II
met zijn 25-jarig pontificaat.
European Commission