Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Persbericht ministerraad
17 oktober 2003
UITVOERING KUNSTENAARSUITKERING DOOR MINDER CENTRUMGEMEENTEN
Het aantal van 39 gemeenten waar kunstenaars een uitkering kunnen aanvragen op basis van de Wet
inkomensvoorziening kunstenaars (WIK) wordt teruggebracht tot ongeveer de helft. Tot de
vermindering is besloten omdat uit een evaluatie blijkt dat grotere gemeenten er beter in slagen de
dienstverlening op een goed niveau te houden. Daarnaast blijkt dat het beroep op de regeling de
afgelopen jaren is afgenomen en naar verwachting zal deze tendens zich de komende jaren
voortzetten. Dit staat in de Wijziging van het Uitvoeringsbesluit WIK, waar de ministerraad op
voorstel van staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid mee heeft ingestemd.
Op basis van de wet kunnen kunstenaars met een laag inkomen voor maximaal vier jaar
inkomenssteun krijgen tot 70 procent van het bijstandsniveau. De kunstenaars mogen tot een
maximum van 125 procent van het bijstandsniveau bijverdienen en ze hoeven niet te solliciteren
naar ander werk. Een dergelijke uitkering kan alleen worden aangevraagd in een zogenoemde
centrumgemeente. Het doel van de regeling is kunstenaars gedurende vier jaar de kans te bieden een
eigen rendabele beroepspraktijk op te bouwen, zodat geen gebruik meer van de bijstand hoeft te
worden gemaakt.
Bij het verminderen van het aantal centrumgemeenten is erop gelet dat er minimaal één per
provincie blijft bestaan. Gemeenten met een klantenbestand van meer dan honderd kunstenaars
blijven de uitkering verstrekken. Dit geldt ook voor gemeenten waar een kunstvakopleiding is
gevestigd. Degenen met een uitkering in een centrumgemeente die wordt opgeheven, worden
geïnformeerd bij welke andere gemeente zij terecht kunnen.
Als centrumgemeente blijven bestaan: Alkmaar, Almere, Amsterdam, Arnhem, Assen, Breda, Den
Haag, Eindhoven, Enschede, Groningen, Haarlem, 's-Hertogenbosch, Leeuwarden, Maastricht,
Middelburg, Rotterdam, Tilburg, Utrecht, en Zwolle..
RVD, 17.10.2003