P/03/127
Brussel, 13 oktober 2003
13526/03 (Presse 301)
Verklaring van het voorzitterschap namens de Europese Unie over de
slachtpartijen in de DRC, in de provincie Ituri
De Europese Unie veroordeelt krachtig de slachtpartijen die andermaal
hebben plaatsgevonden in Ituri, op maandag 6 oktober, in het dorp
Katchele. Deze gebeurtenissen, die zich bij het enorme leed voegen dat
de lokale bevolkingsgroepen reeds hebben ondergaan, tonen aan dat,
ondanks de in de afgelopen maanden geboekte vooruitgang, er nog steeds
elementen zijn die gekant zijn tegen het vredesproces in de
Democratische Republiek Congo.
De Europese Unie bevestigt dat zij het vredesproces zeer krachtig
steunt en wenst dat de daders van deze slachtpartijen niet langer
vrijuit gaan. De EU wijst in dit verband op het besluit van het
Internationale Strafhof om een onderzoek in te stellen naar de
gebeurtenissen in Ituri.
De Europese Unie roept de landen in de regio op tot volledige
samenwerking met de overgangsregering van de DRC bij het herstel van
de orde en het staatsgezag op het gehele grondgebied, met name in de
oostelijke provincies. De EU hecht groot belang aan de strikte
naleving van resolutie 1493/2003 van de VN-Veiligheidsraad, waarin
alle landen worden verzocht de nodige maatregelen te nemen tegen
directe of indirecte wapenleveranties aan de gewapende groepen die in
de oostelijke provincies van de DRC opereren en geen partij zijn bij
de algemene en alomvattende overeenkomst.
De Europese Unie roept MONUC op tot voortzetting, in het kielzog van
de operatie ''Artemis'', van de inspanningen ter handhaving van de
vrede in Ituri, en neemt met voldoening akte van de volledige inzet
van de ''Brigade Ituri''.
De toetredende landen Cyprus, Tsjechië, Estland, Hongarije, Letland,
Litouwen, Malta, Polen, Slowakije en Slovenië, alsmede de
geassocieerde landen Bulgarije, Roemenië en Turkije, alsook de
EVA-landen die lid zijn van de Europese Economische Ruimte, sluiten
zich bij deze verklaring aan.
---
European Commission