ip/03/1406
Brussel, 17 oktober 2003
Interne markt: de Commissie draagt 12 lidstaten op om wetgeving op het
gebied van beroepskwalificaties en verzekeringen ten uitvoer te leggen
De Europese Commissie heeft besloten twaalf lidstaten formeel te
verzoeken internemarktrichtlijnen met betrekking tot de erkenning van
beroepskwalificaties en de liquidatie van verzekeringsondernemingen in
nationaal recht om te zetten. De Commissie zal Frankrijk, Ierland,
Italië, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk verzoeken een richtlijn
uit 2001 ten uitvoer te leggen die de voorschriften inzake de
erkenning van beroepskwalificaties vereenvoudigt. Daarnaast heeft zij
besloten formele verzoeken aan België, Frankrijk, Finland, Duitsland,
Griekenland, Luxemburg, Nederland, Spanje, Zweden en het VK te richten
waarin zij deze landen opdraagt een richtlijn uit 2001 betreffende de
liquidatie van verzekeringsondernemingen met bijkantoren in
verschillende lidstaten, in nationale wetgeving om te zetten. Deze
verzoeken worden gedaan in de vorm van "met redenen omklede adviezen",
welke de tweede fase van de inbreukprocedure volgens artikel 226 van
het EG-Verdrag vormen. Wanneer een lidstaat die een met redenen
omkleed advies heeft ontvangen niet binnen de uiterste termijn
(gewoonlijk twee maanden) een bevredigend antwoord geeft, kan de
Commissie de zaak bij het Europese Hof van Justitie aanhangig maken.
De Commissaris voor de Interne Markt, de heer Frits Bolkestein, heeft
er bij de concurrentieraad van 22 september op aangedrongen de recente
negatieve ontwikkeling van het percentage tijdig omgezette EU-wetten
om te keren (zie IP/03/1272 en MEMO/03/181). In juli bedroeg het
gemiddelde omzettingstekort (het percentage richtlijnen dat niet op
tijd in nationaal recht is omgezet) voor de gehele EU 2,8%, tegen 1,8%
in mei van het afgelopen jaar. Dat is bijna het dubbele van de
doelstelling van 1,5% die door de staatshoofden en regeringsleiders
tijdens achtereenvolgende Europese raden is vastgesteld.
"Te late tenuitvoerlegging van interne marktmaatregelen betekent
minder kansen voor bedrijven en beroepsbeoefenaren, en minder keus
voor burgers die hun producten willen kopen en van hun diensten
gebruik willen maken", verklaarde de heer Bolkestein. "De lidstaten
stellen zelf de omzettingstermijnen voor deze richtlijnen vast - als
zij de doelen die zij zelf hebben vastgesteld niet bereiken, dan wordt
hun geloofwaardigheid en die van de Europese Unie ernstig aangetast".
Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg en het VK: beroepskwalificaties
De Commissie heeft besloten met redenen omklede adviezen aan
Frankrijk, Ierland, Italië, Luxemburg en het VK te zenden omdat zij de
Commissie op de uiterste termijn van 1 januari 2003 nog niet hadden
meegedeeld welke maatregelen zij hebben genomen om Richtlijn
2001/19/EG in nationaal recht om te zetten. De richtlijn brengt
wijziging in verschillende voorgaande richtlijnen en vereenvoudigt de
procedures inzake de bijwerking van de lijsten van diploma's,
certificaten en andere kwalificaties waarop automatische wederzijdse
erkenning door de lidstaten van toepassing is (zie IP/01/253). Verder
verbetert de richtlijn het algemene stelsel van erkenning van
beroepskwalificaties. De richtlijn maakt deel uit van het
"SLIM"-initiatief dat bedoeld is om de interne marktwetgeving te
vereenvoudigen en te verduidelijken.
België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Finland, Spanje, Zweden en het VK: liquidatie van
verzekeringsondernemingen
De Commissie heeft besloten met redenen omklede adviezen te richten
tot België, Duitsland, Griekenland, Frankrijk, Luxemburg, Nederland,
Finland, Spanje, Zweden en het VK waarin zij deze lidstaten verzoekt
Richtlijn 2001/17/EG, die voornamelijk bedoeld is om consumenten te
beschermen wanneer verzekeringsondernemingen worden geliquideerd, snel
ten uitvoer te leggen (zie IP/01/216). De Commissie heeft geen
mededeling ontvangen van nationale maatregelen die moeten worden
vastgesteld om de richtlijn ten uitvoer te leggen, hoewel de uiterste
termijn die door het Europees Parlement en de Raad werden vastgesteld
toen zij de richtlijn goedkeurden, op 20 april 2003 is verstreken.
Overeenkomstig deze richtlijn wordt, wanneer een
verzekeringsonderneming met bijkantoren in andere lidstaten failleert,
de liquidatie beheerst door één samenstel van procedures die worden
geopend in de lidstaat waar de verzekeringsonderneming haar statutaire
zetel heeft ("de lidstaat van herkomst"), en is hierop een en dezelfde
faillissementswet van toepassing - die van het land van herkomst. Deze
benadering strookt met het beginsel van toezicht door het land van
herkomst dat de basis vormt voor de verzekeringsrichtlijnen van de EU.
Bovendien waarborgt de richtlijn de bescherming van schuldeisers uit
hoofde van verzekering (zoals polishouders en verzekerde personen)
door hun een voorkeursbehandeling te verlenen wanneer een
verzekeringsonderneming wordt geliquideerd.
Verder zijn de inbreukprocedures tegen de overige vijf lidstaten -
Denemarken, Ierland, Italië, Portugal en Oostenrijk - beëindigd omdat
deze landen de Commissie de nationale maatregelen die zij hebben
genomen om de richtlijn ten uitvoer te leggen, hebben meegedeeld.
Voor de meest recente informatie over procedures ten aanzien van alle
lidstaten kan de volgende site worden geraadpleegd:
http://europa.eu.int/comm/secretariat_general/sgb/droit_com/index_en.h
tm
European Commission