Ingezonden persbericht

Leefbaarheid platteland niet geholpen met volbouwen

Vitaal en pseudo-platteland

DEN HAAG, 20031016 -- Ter wille van de leefbaarheid van het platteland bouwen voor ten minste de eigen - lokale - bevolking is volgens het Milieu- en Natuurplanbureau (MNP) de verkeerde oplossing voor een overigens beperkt probleem. En wanneer men al - om andere redenen - meer wil bouwen op het platteland, dan moet veel beter worden ingespeeld op de lokale behoefte. Dit staat te lezen in ROM 10 (oktober), maandblad voor ruimtelijke ontwikkeling.


Het argument dat de leefbaarheid op het platteland verbetert door het bouwen van woningen, blijkt niet op te gaan. Leefbaarheidsproblemen zijn vooral mobiliteitsproblemen van ouderen en jongeren. De oplossing van deze problemen ligt in goed regionale openbaar vervoer. Er kunnen natuurlijk wel andere redenen te zijn om meer te willen bouwen op het platteland, bijvoorbeeld om de groei van de eigen bevolking op te vangen. In dat geval is het nodig dat woningbouw op het platteland veel meer inspeelt op de lokale behoefte (starters en ouderen). Deze behoefte kan (in veel gevallen) ook binnen bestaand bebouwd gebied gerealiseerd worden, aangezien een flink deel van deze vraag bestaat uit meergezinswoningen.
Onder stedelingen bestaat veel behoefte aan landelijk ogende woonmilieus. Deze kunnen prima in of in de directe nabijheid van stedelijke regio's worden gerealiseerd. Dat voorkomt dat hogere inkomensgroepen uit de stedelijke regio's wegtrekken, en vermindert de verstedelijkingsdruk op de open ruimte. Daarbij is het overigens zaak om het totale aanbod van locaties niet te laten toenemen. Veel koopwoningprojecten worden op dit moment niet in aanbouw genomen, omdat de gebruikelijke drempel van 70 procent van tekening verkochte woningen niet wordt gehaald. Als er meer locaties tot ontwikkeling worden gebracht - zoals bijvoorbeeld onlangs door Hugo Priemus voorgesteld - is de kans groot dat nog meer projecten deze drempel niet zullen halen. Dat zal de huidige stagnatie in de woningbouw alleen maar versterken.
Concluderend betekenen deze punten dat voorzien kan worden in de woningbehoefte van Nederlanders, zonder een al te grote verstedelijkingsdruk op het platteland.

Verder in ROM 10 oktober

INTERVIEW Henry Meijdam

De maat van de provincie volstaat niet langer bij het oplossen van de grote maatschappelijke kwesties, stelt de Noord-Hollandse gedeputeerde Henry Meijdam. De VVD-er staat bekend als een daadkrachtig bestuurder. Hij is een realist en schuwt controversiële onderwerpen niet. Zo is beprijzing voor hem een bespreekbare optie om de doorstroming op de wegen rond Amsterdam te bevorderen. 'Maar wel moet de opbrengst daarvan volledig ten goede komen aan de weggebruikers.'
Meijdam gruwt van de gevolgen die beperking van het vliegverkeer op Schiphol kan hebben. 'We moeten af van de vaagheid in de discussie, van de dikke wollige gordijnen waarachter besluiten worden genomen. Transparantie en eerlijkheid moeten sleutelbegrippen zijn, dan zal iedereen zien dat het voor de concurrentiepositie van de luchthaven van groot belang is dat ze kan blijven groeien.'


THEMA De vleugels van de Deltametropool

Rond 2030 moet de Randstad als Deltametropool op de kaart staan. De bestuurders van de vier grote steden, kaderwetgebieden en provincie hebben dat samen afgesproken. Toch vindt het échte werk plaats op het niveau van de stedelijke regio's. Daar krijgt gezamenlijke planvorming vorm, zoals in het geval van het structuur-/streekplan van de provincie Zuid-Holland en Regio Rotterdam. Op de derde Noordvleugelconferentie zijn onlangs afspraken gemaakt over met name woningbouw, bedrijvenlocaties en infrastructuur.
De beide vleugels dienen prioriteitenlijstjes voor investeringen in bij het kabinet. En ook Utrecht, Het Gooi en Amersfoort roeren zich. Van enige daadwerkelijke samenhang in de plannen is nog geen sprake. 'Iedereen doet z'n eigen ding. Dat zit in onze genen en in onze cultuur. De steden laten zich niets door 'Den Haag' dicteren. Er zijn veel territoriumgevoelige tenen. Allemaal heel begrijpelijk, maar internationaal lopen we daardoor wel achterstand op.'