Regering.nl

CONCEPT

Kabinetsverklaring d.d. 14 oktober 2003


1. Met het oog op de moeilijke economische situatie acht het kabinet een meerjarige loonmatiging van groot belang. Daar ligt een eigen verantwoordelijkheid van werkgevers- en werknemersorganisaties. Het kabinet hecht dan ook groot belang aan de verklaring van de Stichting van de Arbeid d.d. 14 oktober 2003 inzake de loonontwikkeling.


2. In het licht van deze belangrijke ontwikkeling is het kabinet bereid de werkgevers en werknemers tegemoet te komen in hun wensen ten aanzien van bijstelling van het aangekondigde kabinetsbeleid op een aantal terreinen. Daarbij gaat het om de volgende tegemoetkomingen.


3. VUT/prepensioen/levensloop
De in het belastingplan 2004 opgenomen maatregelen ten aanzien van de beëindiging van de fiscale faciliëring VUT/prepensioen en de invoering van de voorgestelde levensloopregeling worden aangehouden.
Het kabinet en de Stichting van de Arbeid zullen nader overleggen over het gehele stelsel van fiscale faciliëring tbv VUT/prepensioen en levensloop met als inzet het bereiken van overeenstemming voor april 2004 over het per 1 januari 2006 in te voeren stelsel, alsmede eventuele overgangsregelingen.
Het kabinet gaat hierbij uit van een financiële enveloppe van 510 miljoen in 2006, 410 miljoen in 2007 en structureel 250 miljoen ten behoeve van het per 1 januari 2006 nieuw in te voeren stelsel. Daarbij kunnen verder betrokken worden de middelen die nu geraamd zijn voor de levensloopfaciliteit en de middelen voor de reeds bestaande verlofspaarregeling. Het kabinet realiseert zich dat dit budgettair kader niet vanzelfsprekend wordt onderschreven door de sociale partners.

Beschikbare middelen (x mln Euro)
2006 2007 Struct Enveloppe 510 410 250 Levensloop 200 200 200 Verlofsparen 160 150 150 Totaal 870 760 600

De definitieve invulling van het pakket kan vastgelegd worden in het in 2004 vast te stellen Belastingplan 2005.


4. Koppeling lonen en uitkeringen
a. Met ingang van 1 januari 2006 wordt de koppeling tussen lonen en uitkeringen volledig hersteld. Op grond van de oorspronkelijke afwijkingsgronden in de WKA zullen de uitkeringen in 2004 en 2005 worden bevroren. b. In 2004 en 2005 neemt het kabinet voor de collectieve sector de nullijn als uitgangspunt voor de contractloonstijging. Met ingang van 1 januari 2006 zal ten behoeve van de onderhandelingsruimte in de collectieve sector het gebruikelijke referentiemodel worden gehanteerd.
Pagina 1 van 3


CONCEPT


5. WW
a. De aangekondigde "anticumulatie WW", waardoor ontslagvergoedingen van de werkgever gekort zouden worden op de WW uitkering van de ontslagen werknemer komt in zijn geheel te vervallen. Daardoor blijft het mogelijk de WW-uitkering aan te vullen met ontslagvergoedingen door de werkgever (individueel en collectief). b. Het kabinet zal geen nieuwe wetsvoorstellen indienen ten aanzien van de referte-eis en de kortdurende uitkeringen in de WW, alvorens de SER in de gelegenheid te stellen voor 1 maart 2004 een voor het kabinet zwaargevend advies uit te brengen over de WW.


6. WAO
a. Voor de gedeeltelijk arbeidsgeschikten die niet werken zal, na afloop van de loongerelateerde periode, in afwijking van de kabinetsplannen wel een uitkering blijven bestaan die niet getoetst wordt op de vraag of de partner van betrokkenen een inkomen heeft. Deze uitkering zal 70 procent van het wettelijk minimumloon bedragen, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage. b. De twee navolgende maatregelen zullen worden gerealiseerd indien aan twee voorwaarden is voldaan:

1. De instroom in de nieuwe regeling voor volledig duurzaam arbeidsongeschikten is sinds 1 januari 2006 daadwerkelijk beperkt gebleven tot de thans geraamde 25.000 op 12-maandsbasis1. Vast te stellen in augustus 2007 op basis van de in juli 2007 beschikbare cijfers.

2. De intentie van de Stichting van de Arbeid om geen aanvullingen op de loondoorbetaling van 70% in het tweede ziektejaar overeen te komen, is ook daadwerkelijk door CAO-partijen uitgevoerd. c. Voor de volledig duurzaam arbeidsongeschikten in het nieuwe stelsel zal met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2006 de uitkering worden verhoogd met 5%-punt, berekend over de grondslag voor de wettelijke uitkering. d. Tevens zal de Pemba met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2006 komen te vervallen.
e. Het kabinet zal geen regelgeving introduceren om zeker te stellen dat er in het tweede ziektejaar geen loondoorbetaling plaatsvindt boven de 70 procent. Het kabinet vertrouwt erop dat de Stichting van de Arbeid haar eigen intentie op dit punt, te weten geen loondoorbetaling boven de 70 procent, zal realiseren. f. De uitkeringslasten voor de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten zullen worden verdeeld over werkgevers en werknemers. g. Over drie specifieke thema's, te weten het Arbeidsongeschiktheidscriterium, de aangekondigde Extra Garantieregeling Beroepsrisico's (EGB), de positie van werknemers met een flexibele arbeidsrelatie en de positie van militairen zal door het kabinet nader advies aan de SER worden gevraagd, uit te brengen in januari 2004. Als aannemelijk gemaakt wordt dat het AO criterium van de SER operationeel te maken is, en perspectief biedt op de geraamde daling van de instroom tot 25 000 structureel, zal het kabinet aansluiting zoeken bij dit AO criterium.


1 Bij de beoordeling van de instroomcijfers zal tevens rekening worden gehouden met eventuele aanloopproblemen in de uitvoeringspraktijk.
Pagina 2 van 3


CONCEPT


7. Jeugdwerkloosheid
Voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid is het realiseren van extra (leer) werkplekken voor jongeren cruciaal. Vanuit werkgeversorganisaties is te kennen gegeven dat ondersteuning nodig is bij het realiseren van extra (leer)werkplekken voor jongeren. Onderzocht wordt of het CWI de beoogde ondersteuning kan gaan verzorgen voor alle branches en sectoren. Het CWI is een drempelslechtingsbudget (gemiddeld 1.000 per cliënt) toegekend ter financiering van korte acties die een snelle toeleiding naar een werkplek mogelijk maken.

Het kabinet gaat er vanuit dat voor de stageplaatsen geldt dat gewerkt kan worden met behoud van uitkering. Aan werken met behoud van uitkering behoort wel de conditie gesteld te worden dat dergelijk werk tijdelijk is en geconditioneerd wordt met scholing, dan wel dat uitzicht bestaat op een aanstelling. Hierover zal het kabinet nog nader overleg voeren met de Stichting van de Arbeid.


8. Regularisering gesubsidieerde arbeid
Het kabinet zal spoedoverleg met VNG en sociale partners entameren over het realiseren van de doelstelling van het convenant, inclusief het risico van gedwongen ontslagen.


9. Werk en Bijstand
Kabinet en sociale partners zullen, zoals bij de behandeling van de Wet werk en bijstand bij moties aan het Kabinet is gevraagd, de komende periode bezien op welke wijze extra aandacht kan worden gegeven aan de inschakeling van bijstandsgerechtigden respectievelijk gehandicapten en chronisch zieken.


10. Ziektekosten
Er wordt eenmalig een extra rijksbijdrage verstrekt aan het ZFW ad 200 mln teneinde de nominale Ziekenfondspremie 2004 te beperken.

Pagina 3 van 3