KNMG
Het kwaliteitsmanifest toegelicht, deel 4
Het Kwaliteitsmanifest van de KNMG maakt duidelijk wat de samenleving
op het gebied van kwaliteit van artsen en de medische beroepsgroep mag
verwachten. Ook komt aan de orde wat de KNMG van andere partijen
verwacht. Het manifest besteedt aandacht aan de volgende 10
onderwerpen: de kwaliteit van de arts, de arts-patiënt relatie,
kwaliteitssystemen, loopbaanbeleid, prestatiegegevens, klachten en
fouten, aansprakelijkheid, de Inspectie, zorgverzekeraars en de
overheid . In een serie van vijf opeenvolgende bijdragen worden
telkens twee van deze onderwerpen belicht.
In dit deel:
* Het aansprakelijkheidssysteem
* De Inspectie
Vorige delen:
* Deel 3 (transparantie en verantwoording, omgaan met klachten en
fouten)
* Deel 2 (de betekenis van kwaliteitssystemen, de relatie kwaliteit
en loopbaanbeleid)
* Deel 1 (de kwaliteit van de arts, de relatie arts-patiënt)
7. Het aansprakelijkheidssysteem
De laatste jaren wordt in de discussie over de kwaliteit van zorg veel
aandacht besteed aan juridische aspecten. Onder artsen bestaat de
vrees dat de claimcultuur zal toenemen en dat het onontkoombaar wordt
om defensief te
handelen. Dit roept de vraag op of niet zou moeten worden gekozen voor
een andere aanpak van de aansprakelijkheidsproblematiek, bijvoorbeeld
in de vorm van een patiëntenletselverzekering (ook wel een
'no-faultverzekering' genoemd).
Een dergelijke verzekering houdt kort gezegd in dat een patiënt na een
medische interventie met een negatief gevolg een tevoren genormeerde
schadevergoeding krijgt, ongeacht de vraag of er sprake is van een
fout of een complicatie.
Het heeft er alle schijn van dat een no-faultverzekering beter past
bij de in dit manifest bepleite cultuur van openheid dan het huidige
op schuld en verwijtbaarheid gebaseerde systeem van aansprakelijkheid.
De KNMG acht het alleszins de moeite waard om te onderzoeken of
zodanige aanpassingen van het aansprakelijkheidssysteem kunnen worden
gerealiseerd dat betere perspectieven ontstaan voor de afhandeling van
claims maar ook voor de uitvoering van kwaliteitsbeleid. Dat zou
kunnen gaan om de invoering van een geheel of gedeeltelijk
no-faultsysteem, maar mogelijk ook om de oprichting van een
onafhankelijk expertisecentrum, dat op deskundige en relatief snelle
wijze claims kan beoordelen en behandelen, al dan niet met een
financiële bovengrens. Een aantal nadelen van het huidige systeem
wordt dan al ondervangen.
8. De Inspectie voor de Gezondheidszorg
Het spreekt vanzelf dat de overheid toezicht houdt op de kwaliteit van
de zorg. Dit toezicht wordt uitgeoefend door de Inspectie voor de
Gezondheidszorg. Een krachtige en goed toegeruste inspectie is voor de
kwaliteit van zorg van groot belang. De inspectie heeft nog niet zo
lang geleden gekozen voor een andere aanpak van het toezicht. Zij
kiest terecht voor kerntaken en richt zich meer op de systematiek van
de kwaliteitsbewaking en minder op incidenten. Dit heeft geleid tot
een eenduidiger visie op de eigen rol en verantwoordelijkheid. De
inspectie is doende te verhelderen wat het veld van de inspectie kan
verwachten en wat de inspectie van het veld verlangt. Het is van
belang dat deze lijn voortvarend en consistent wordt doorgezet.
Daarnaast leven er in de praktijk vragen over wanneer de inspectie wel
en wanneer niet in actie komt. Dit schept verwarring bij
beroepsbeoefenaren en instellingen.
De KNMG acht het van groot belang dat de inspectie aan het veld een
heldere visie presenteert op de invulling van het overheidstoezicht.
Naast de al genoemde punten zou ook aandacht moeten worden besteed aan
de relatie tussen de inspectie en het Openbaar Ministerie en aan de
eventuele noodzaak om de bestaande wettelijke bevoegdheden en
instrumenten van de inspectie uit te breiden.
Aandacht verdient ook de verhouding tussen de rol van de inspectie en
die van de zorgverzekeraars. Meer samenwerking tussen beide
'toezichthouders' is geboden. Voorts is actualisering en verheldering
geboden van de beleidsregels op basis waarvan de inspectie opereert,
en in het bijzonder van de uit 1996 daterende Leidraad meldingen.
Nadere informatie is te verkrijgen bij mr. dr. J. Legemaate, telefoon:
030 282 3765, of per e-mail: j.legemaate@fed.knmg.nl.