programma's in financiël e dienstverlening, energie en telecom
Mime-Version: 1.0

Onderzoek toont groot potentieel aan voor relatiemarketing programma's in financiële dienstverlening, energie en telecom

Succesvolle relatiemarketing in verschillende sectoren vereist zeer specifieke kennis over de uiteenlopende doelgroepen volgens Carlson Marketing Group

AMSTERDAM, 16 oktober 2003 - De Nederlandse consument toont duidelijk interesse in deelname aan loyaliteitsprogramma's en andere vormen van relatiemarketing in financiële dienstverlening, energie en telecom. Dit blijkt uit recent onderzoek van relatiemarketing bureau Carlson Marketing Group. De resultaten van het 'Loyalty Monitor' onderzoek tonen de mogelijkheden aan van relatiemarketing voor organisaties die actief zijn in deze sectoren waar eind 2002 slechts 5 tot 20% van de consumenten deelneemt aan een klantenbindings-programma. Het jaarlijks terugkerende onderzoek geeft inzicht in de houding en het gedrag van Nederlanders ten aanzien van relatiemarketing en brengt daarnaast de verschillen tussen verscheidene demografische groepen in beeld. De resultaten van de Loyalty Monitor onderstrepen het belang van een doelgroep- en sectorspecifieke aanpak voor succes in zowel bestaande als nieuwe markten voor relatiemarketing.

Het onderzoek werd eind 2002 verricht door middel van een enquête onder 2500 consumenten. Deze werd door 700 consumenten volledig ingevuld teruggestuurd. De uitgebreide vragenlijst omvatte alle vormen van relatiemarketing programma's, waaronder programma's gebaseerd op klantenkaarten. Er werd onderzoek gedaan naar de houding en het gedrag van de consumenten ten aanzien van relatiemarketing in diverse sectoren waaronder voedingsmiddelen, verzorgingsproducten, benzine/brandstoffen, energie, telecom, farmacie en financiële dienstverlening. In opdracht van Carlson Marketing Group is het onderzoek uitgevoerd door de Vlerick Leuven Gent Management School en de Universiteit van Maastricht.
Nederlander is overwegend positief ten aanzien van relatiemarketing De Nederlandse consument heeft een positieve houding ten aanzien van relatiemarketing. 75% van de respondenten zegt eerder wel dan niet deel te willen nemen aan een loyaliteitsprogramma. Bij de keuze spelen twee aspecten van een loyaliteitsprogramma een doorslaggevende rol, namelijk de toetredingskosten en de beloning. Deze bepalen samen voor 50% of de consument deelneemt. Nederlanders willen minimale inspanning verrichten voor een maximale opbrengst . Naast deze twee aspecten vinden Nederlanders dataprivacy een belangrijk criterium. Andere criteria zoals de looptijd van het programma en het aantal deelnemende aanbieders spelen in veel mindere mate een belangrijke rol bij de keuze wel of niet deel te nemen aan een loyaliteitsprogramma.
Vrouwen meer gevoelig voor hard benefits
Het beeld van de Nederlandse consument is echter verre van homogeen. Onderzoek laat significante verschillen zien tussen de inkomensgroepen, leeftijdscategorieën, opleidingsniveaus en geslachten.

Vrouwen hebben meer interesse dan mannen in de sectoren voedingsmiddelen, boeken, schoonheidsproducten en kleding. In die sectoren nemen dan ook momenteel meer vrouwen dan mannen deel aan een loyaliteitsprogramma. Vrouwen tonen ook interesse in programma's in cultuur en reizen, sectoren waarin zij nu nog nauwelijks deelnemen aan loyaliteitsprogramma's. In die sectoren liggen dus nog grote kansen. Bij mannen ligt een marktpotentieel voor programma's in sectoren zoals software, doe-het-zelf en bankproducten. Mannen en vrouwen kijken ook anders naar de karakteristieken van loyaliteitsprogramma's. Mannen (en ook consumenten met een hogere inkomen) vinden een persoonlijke behandeling relatief belangrijk. Vrouwen zijn met name geïnteresseerd in gratis deelname en een combinatie van soft benefits (zoals informatie of een magazine) en hard benefits (zoals cadeaus, kortingen of geld) .

Oudere consumenten tonen relatief meer interesse voor programma's in de verzekeringssector en nemen ook nu al meer dan jongere consumenten deel aan programma's in de energie, verzekeringen en kabeltelevisie. Consumenten ouder dan 55 jaar vinden ook de soft benefits relatief belangrijk terwijl prijsvoordeel opvallend belangrijk is voor consumenten van 26 tot 40 jaar. Ook de hoger opgeleide consument is meer berekenend en stelt gratis deelname vooral op prijs. Lager opgeleide consumenten hechten relatief meer belang aan soft benefits zoals algemene informatie, product informatie en gerichte direct mailings.

Sectorspecifieke aanpak vereist
In het onderzoek werd de mening van consumenten gevraagd over loyaliteitsprogramma's in specifieke sectoren. De resultaten laten zien dat het relatieve belang van de verschillende kenmerken van programma's significant verschilt van sector tot sector. Binnen de financiële sector scoort persoonlijke behandeling het allerhoogst. Een doeltreffend programma in deze sector zal de klant dus het gevoel moeten geven heel persoonlijk te worden behandeld, samen met prijzen en services die hem als trouwe klant speciaal worden aangeboden. In de energiesector hecht men relatief veel belang aan de brede inwisselbaarheid van gespaarde punten. Men spaart daar liefst punten die voor producten buiten deze sector gebruikt kunnen worden. In beide sectoren ligt het relatieve belang van deze kenmerken bij bepaalde demografische groepen anders.

Gertjan Keg, Executive Vice President Carlson Marketing Group, benadrukt dat de bevindingen van het Loyalty Monitor onderzoek de basis vormen voor succesvolle loyaliteitsprogramma's die zich niet beperken tot de sectoren energie en de autobranche waar relatiemarketing nog minder aanwezig is. Volgens hem zijn de resultaten ook van belang voor sectoren zoals supermarkten en benzinestations waar al een groot deel van het publiek aan loyaliteitsprogramma's meedoet. Zelfs in verzadigde markten als de kleding- en schoonheidssectoren waar consumenten aan meer dan één programma deelnemen kan een doelgericht programma de relatie met de klanten versterken. "In deze sectoren vervalt de primaire doelstelling van klantenbinding. Echter, het bedrijf kan een zeer effectief programma hebben door zich op de secundaire doelstellingen te richten. Dat betekent het opbouwen van klantenkennis, het analyseren van het koopgedrag, het creëren van een dialoog met de klant en het aangaan van een directe relatie. De kwaliteit van de klantendatabase is hierbij cruciaal en bepaalt voor een groot deel het succes van relatiemarketing. Hoewel de meerderheid van de bedijven in de praktijk de informatie in hun klantendatabase slechts in beperkte mate analyseert en inzet voor toekomstige marketingactiviteiten, biedt het voor bedrijven een gouden kans om een directe en winstgevende dialoog te onderhouden met hun klanten", aldus Gertjan Keg

(