Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
http://www.minszw.nl
Nr. 2003/149
16 oktober 2003
Embargo:
16 oktober 2003 tot
15.40 uur
Minister De Geus wil kwaliteit ondernemingsraden bevorderen
Minister De Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid vindt dat de
kwaliteit van de ondernemingsraden moet worden bevorderd. De
bewindsman zei dit op een conferentie over ondernemingsraden en hun
functioneren in Den Haag.
Volgens De Geus betekent verbetering van de medezeggenschap niet dat
de Wet op de ondernemingsraden moet worden uitgebreid. Wel dat de
bestaande wettelijke bevoegdheden beter moeten worden benut. Ook zegde
hij toe de OR-regelgeving en -procedures, daar waar nodig, te
versoepelen en te vereenvoudigen.
Minister De Geus toonde zich voorstander van een landelijke verkiezing
van ondernemingsraden. De bewindsman verwacht de nodige media-aandacht
van een landelijke verkiezingsdag waardoor de belangstelling voor het
werk van de ondernemingsraad toeneemt en meer mensen zich kandidaat
zullen stellen.
Toespraak door minister mr. A.J. de Geus van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid tijdens de conferentie Kwaliteitsbevordering
Ondernemingsraad op 16 oktober 2003 te Den Haag.
Het zal u niet verbazen als ik u zeg dat ik altijd al een speciale
belangstelling heb gehad - en als minister nog steeds heb - voor
ondernemingsraden. In al mijn functies tot nu toe heb ik, of het nu
bij het CNV was of in mijn latere advieswerk, veel tijd mogen besteden
aan de medezeggenschap.
Een bijeenkomst als deze, waar het gaat om kwaliteitsbevordering van
ondernemingsraden, heeft dan ook meer dan mijn warme belangstelling.
Een goed geoutilleerde ondernemingsraad, met leden die weten waar het
over gaat, zie ik als de ruggengraat van een goed draaiende
organisatie.
Maar om dat te bereiken moet je wel wat ondernemen.
Zo moet je natuurlijk mensen hebben die bereid zijn deel te nemen aan
een ondernemingsraad.
En een werkgever die bereid is op alle fronten openheid van zaken te
geven waar het gaat om het reilen en zeilen van het bedrijf.
Hij moet ruimte bieden om mee te kunnen praten, mee te kunnen denken
en mee te kunnen beslissen.
En het moet een ondernemingsraad zijn die niet alleen maar bovenop
alle details zit, maar er ook eens overheen wil stappen.
Dit project Kwaliteitsbevordering Ondernemingsraad is ontstaan in het
verlengde van de evaluatie van de Wet op de ondernemingsraden en het
daarop volgende kabinetsstandpunt.
Als één ding uit de evaluatie duidelijk is geworden is het wel dat de
Nederlandse ondernemingsraad de afgelopen twintig jaar een volwaardig
orgaan is geworden. De positie van de raad staat niet meer ter
discussie.
Hij is niet langer slechts een communicatiekanaal.
Hij is een invloedrijke partij die een belangrijke rol speelt bij de
besluitvorming binnen de onderneming.
Toch heeft de evaluatie ook een aantal zwakke plekken blootgelegd.
Daarmee bent u aan de slag gegaan.
Bent u antwoorden en oplossingen gaan zoeken.
Bent u gaan kijken hoe die medezeggenschap nog beter gestalte zou
kunnen krijgen.
U bent als mensen die dicht op de praktijk zitten, daar de aangewezen
partij voor.
Want één ding staat voor mij voorop:
Verbetering van de medezeggenschap moeten we niet zoeken in
uitbreiding van wettelijke bevoegdheden, maar in het beter benùtten
van de bestaande bevoegdheden.
Dat betekent dat als we het hebben over bevordering van de kwaliteit
van de medezeggenschap, de rol van de overheid en die van mij als
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid beperkt is.
Verwacht van mij daarom geen nieuwe voorstellen om de bevoegdheden en
faciliteiten van de ondernemingsraad en de
personeelsvertegenwoordiging uit te breiden. En ook geen voorstellen
die de positie van de OR bij de arbeidsvoorwaardenvorming veranderen.
Om maar eens wat te noemen.
Uiteraard blijf ik zorgdragen voor een goede wet- en regelgeving. Maar
daarna is het toch vooral aan u en blijven wij hooguit stand-by als er
in faciliterende zin nog wat gedaan moet worden.
Eén ding kan ik u beloven:
Overheidsregulering zal zelfregulering zo veel mogelijk
ondersteunen.
Dat betekent allereerst van mijn kant versoepeling van de regelgeving
en vereenvoudiging van de procedures.
Daarnaast zullen we meer aandacht moeten vragen voor het werk in een
ondernemingsraad. In dat verband kiest het kabinet voor een landelijke
verkiezing. We verwachten dat dit tot meer media-aandacht leidt
waardoor er meer belangstelling voor het werk van de ondernemingsraad
komt en meer mensen zich kandidaat zullen stellen.
Een ander belangrijk punt is het advies dat ik aan de SER heb gevraagd
over de positie en de rol van de ondernemingsraad, bij de bezoldiging
van bestuurders en commissarissen en bij de openbaarheid van
topinkomens bij deze ondernemingen.
Iemand zei onlangs: De Mobergs en Scheepbouwers van deze wereld vormen
een grotere bedreiging voor het kapitalisme dan Karl Marx ooit heeft
kunnen dromen.
Mensen begrijpen dergelijke exorbitante salarissen niet.
Het kan niet zo zijn dat, nu het slechter gaat met de economie en de
werkloosheid in rap tempo oploopt, managers en bestuurders zich te
buiten gaan aan zelfverrijking.
Dat is ontoelaatbaar.
Daar moeten ze zelf ook van doordrongen zijn. En voor het geval dat
niet zo is zal de ondernemingsraad hun een handje moeten helpen om tot
dat bewustzijn te komen.
Het kabinet heeft bij de wetswijziging Structuurregime een amendement
van de Tweede Kamer overgenomen om de ondernemingsraad tegelijk met de
aandeelhoudersvergadering te informeren over het beloningsbeleid voor
de top. Dit wetsvoorstel ligt nu bij de Eerste Kamer.
Ik vind dat aandeelhouders een grotere stem moeten krijgen in
aandeelhoudersvergaderingen, vooral waar het gaat om het toekennen van
salarissen en bonussen aan topbestuurders. Ik ben benieuwd wat de SER
adviseert over de rol van de OR in deze.
Dat zijn, dames en heren, enkele aandachtspunten mijnerzijds.
Voor een deel sluiten ze aan op uw aanbevelingen zoals verwoord in dit
eindrapport.
U zult het met mij eens zijn dat aanbevelingen pas zin en kans van
slagen hebben als ondernemingsraden en bestuurders bereid zijn tijd en
moeite te investeren in verbetering van de kwaliteit van de
medezeggenschap.
Daarbij zal een sterk beroep worden gedaan op de ondernemer.
Het begint ten slotte met de instelling van een OR door de ondernemer
zelf. Als het bij het begin al spaak loopt, zal er weinig van
medezeggenschap terechtkomen.
Medezeggenschap vraagt om een bestuurder en een ondernemingsraad die
met elkaar willen samenwerken. De Wet op de ondernemingsraden gaat
onder meer uit van een halfjaarlijkse overlegvergadering waarin de
bestuurder zijn voorgenomen plannen presenteert. Tegen de leden zou ik
zeggen: Grijp deze vooruitblik aan om ook beschikbare tijd, menskracht
en faciliteiten af te stemmen op de werkzaamheden die op de OR
afkomen.
Prioriteiten stellen en afspraken maken leiden tot maatwerk op
ondernemingsniveau. De bestuurder zal door het tijdig geven van
informatie en faciliteiten ook iets van de ondernemingsraad mogen
verwachten.
Namelijk een gedegen advies dat binnen een redelijke termijn tot stand
is gekomen. Dat gebaseerd is op kennis en draagvlak van de gehele
achterban. Dit zal de besluitvorming in de onderneming ten goede
komen.
Waar het gaat om samenwerking en voorlichting bij
kwaliteitsbevordering van de medezeggenschap is een belangrijke rol
weggelegd voor de werkgeversorganisaties.
En voor het Gemeenschappelijk BegeleidingsInstituut Ondernemingsraden.
Het GBIO heeft immers ervaring met het bundelen van de krachten van
werknemers-, werkgeversorganisaties en trainingsinstituten.
Door meer samen te werken, bijvoorbeeld bij voorlichtingcampagnes, kan
deze kennis en kunde goed worden benut.
Een ander punt is het samen delen en kunnen profiteren van elkaars
goede ervaringen. Dat kan via OR-platforms en de brancheorganisaties.
Trainingsinstituten kunnen die best practices omzetten in
trainingsmateriaal. Uitgevers van vakliteratuur en onderzoekers kunnen
zorgen voor een brede verspreiding van kennis en kunde.
Het personeels- of human resourcebeleid in de onderneming is een ander
gebied waar aandacht voor medezeggenschap heel gewoon zou moeten
zijn.
Helaas is dat lang niet altijd het geval.
De nadruk van het huidige personeelsbeleid ligt vooral op het
ondersteunen van het management en het behalen van een goed
bedrijfsresultaat.
Arbeidsverhoudingen in het algemeen en meer specifiek medezeggenschap
krijgen in de opleiding, vakliteratuur en op congressen voor human
resources managers te weinig aandacht. Wellicht is hier een rol voor
de sociale partners in de Stichting van de Arbeid weggelegd.
Dames en heren.
De aanbevelingen in uw rapport zijn gericht op de organisaties die
hier vandaag aanwezig zijn: werknemers- en werkgeversorganisaties,
trainingsinstituten, OR-platforms, onderzoekers, uitgeverijen van
vakbladen, de SER en het GBIO.
Het is nu aan u om die aanbevelingen om te zetten in acties.
Die zullen moeten leiden tot een effectievere medezeggenschap en
betere naleving van de Wet op de ondernemingsraden.
Het rapport vraagt extra aandacht voor het midden- en kleinbedrijf.
Bedrijven met minder van 50 werknemers zijn niet OR-plichtig maar
hebben wel een personeelsvertegenwoordiging. MKB Nederland heeft
gevraagd om, in vervolg op dit project, eens te kijken naar nut en
noodzaak van personeelsvertegenwoordigingen. En ik heb begrepen dat de
projectdeelnemers en natuurlijk ook het ministerie daar graag toe
bereid zijn.
Want meer nog dan bij het verbeteren van de kwaliteit van de OR, zal
het bij de personeelsvertegenwoordiging in het midden- en kleinbedrijf
moeten gaan om laagdrempelige, praktische oplossingen. Ook daar zit
men niet te wachten op ingewikkelde regelgeving of tijdrovende
verplichtingen.
Ik zei het al eerder:
Het kabinet zoekt verbetering niet in uitbreiding van wettelijke
bevoegdheden, maar in het beter benutten van de bestaande
bevoegdheden.
En in meer flexibiliteit om recht te doen aan de grote onderlinge
verschillen tussen ondernemingsraden, bedrijven en sectoren.
En in het motiveren van werkgevers en werknemers om er in die
ondernemingsraad wat van te maken.
Daarmee wordt medezeggenschap wat het moet zijn: optimaal!
Ik wens u allen daarbij veel succes.
- LET OP EMBARGO -
16 okt 03 15:40