Ministerie van Algemene Zaken

Speech van de minister-president, mr. dr. J.P. Balkenende, jubileumviering Friesch Dagblad, Leeuwarden, 15 oktober 2003

Dames en heren,

Allereerst wil ik de heer De Jong hartelijk bedanken voor dit eerste deel van zijn driedelige geschiedenis van het Friesch Dagblad.

De titel "Zij zullen het niet hebben" klinkt alsof hij er moeilijk afstand van kon doen. Des te gelukkiger ben ik met dit eerste exemplaar.

De heer De Jong en ik kennen elkaar al heel lang. Hij was rector van het Christelijk Lyceum voor Zeeland, in Goes, in de tijd dat ik daar op school ging. Dat was nog in de tijd dat leerlingen gingen staan als de rector de klas binnenkwam.

Erg goed hebben we elkaar in die tijd overigens niet leren kennen. Ik behoorde nu eenmaal niet tot de categorie leerlingen die regelmatig het klaslokaal moesten verruilen voor de kamer van de rector. Althans, voor zover ik mij kan herinneren.

Overigens een goed advies aan alle scholieren van vandaag. Gedraag je netjes, want je weet nooit in welke hoedanigheid je je oude docenten en rectoren later in je leven weer tegenkomt.

Ik heb eerder al even in de drukproeven van het boek mogen kijken. En ik moet zeggen dat mijn hart als historicus sneller begon te kloppen. Dit is een gedegen werkstuk.

Dat blijkt al direct aan het begin van het boek. Ruim zestig pagina's zijn nodig om de voorgeschiedenis van het Friesch Dagblad te schetsen. En daaruit komt naar voren dat het een wonder mag heten dat de krant er uiteindelijk is gekomen.

De voorloper van het Friesch Dagblad ­ de Provinciale Friesche Courant ­ had een kort maar roerig bestaan, getekend door vele, vaak heftige meningsverschillen. De Friese mannenbroeders in die dagen beschikten over vele talenten, maar buigzaamheid behoorde daar overduidelijk niet toe.


---



Ook toen het nieuwe Friesch Dagblad in 1903 het licht zag, duurde het nog geruime tijd voordat de krant de wind in de zeilen kreeg. Ik citeer de titels van enkele hoofdstukjes uit het boek die die eerste periode beschrijven.

· Klachten over de administratie · Onenigheid binnen de redactie · Het blijft kwakkelen
· Verwarring en onenigheid · `Au bout de son latin'
· Mulder overspannen
· Met kunst en vliegwerk
· Failliet?

En zo gaat het door. Niemand had in die tijd kunnen denken dat honderd jaar later het Friesch Dagblad de enig overgebleven zelfstandige, christelijke regionale krant van Nederland zou zijn. Dat is een bijzondere prestatie van al diegenen die zich in de loop der jaren hebben ingezet voor hun krant. Onder hen grote mannen als Pieter Brouwer, Hendrik Algra en de twee maanden geleden overleden Ype Schaaf.

Het Friesch Dagblad heeft een reputatie die ver buiten de grenzen van de provincie reikt. Dat blijkt ook uit het succes van de landelijke weekeditie Het Goede Leven. Die slaat aan bij velen binnen en buiten Friesland, onder wie veel rooms-katholieke lezers die een eigen forum missen.

Ook in journalistieke en politieke kringen wordt de naam van de krant met respect genoemd.

Die waardering is gebaseerd op de kwaliteit van de berichtgeving, hoofdartikelen en commentaren. Het Friesch Dagblad vaart zijn eigen koers en laat zich niet gemakkelijk meeslepen door de hypes en heftige ­ maar vaak kortstondige - emoties die opvlammen in Den Haag.


---



Mag ik u een voorbeeld geven van wat ik als typerend beschouw voor de stijl van het Friesch Dagblad? Ik citeer een stukje uit het hoofdartikel van 19 september, gewijd aan Prinsjesdag en de Algemene Politieke Beschouwingen.

"Meteen na het `leve de Koningin' in de Ridderzaal kwam op de radio en de televisie een stortvloed van commentaren los. Vaak wordt een mens daar niet veel wijzer van, omdat het grootste deel preken voor eigen parochie of belangenbehartiging is, waarvoor bijna altijd geldt: je moet horen wie het zegt."

Einde citaat.

`Van preken voor eigen parochie wordt een mens niet veel wijzer.' Dat is toch wel een interessante stellingname voor een krant die zelf is voortgekomen uit de behoefte van de antirevolutionairen aan eigen media om `den volksgeest in Christelijk Nationalen zin te bewerken'!

Die laatste formulering is ­ het zal u niet verbazen - afkomstig van Abraham Kuyper.

Van `preker voor eigen antirevolutionaire parochie' heeft het Friesch Dagblad zich ontwikkeld tot een krant die vrij is van kerk en staat. Een krant die is gefundeerd op christelijke maatschappelijke waarden als respect voor de integriteit van personen, sociale samenhang, rechtvaardigheid en verantwoordelijkheid van het individu. Maar zónder gebondenheid aan een bepaalde partij of een kerk.

Toch staat het Friesch Dagblad nog steeds in de traditie van Abraham Kuyper. In 1878 schreef Kuyper dat we de pers moeten beschouwen als een soort tussenpersoon of niet- officiële tolk tussen natie en overheid. De pers moet voorkomen dat de overheid alleen op eigen inzichten afgaat en het `dolen op eigen paden lief krijgt'.

Wie het Friesch Dagblad leest, zal inderdaad niet gemakkelijk op eigen paden verdwalen. De krant is nuchter in zijn lof en nuchter in zijn kritiek. Door de rustige en genuanceerde toon van de berichtgeving en commentaren, komt de boodschap ­ óók de kritische boodschap - juist des te sterker over.


---


Daarmee lijkt de krant een beetje op die zeldzame categorie van mensen die de aandacht weten te vangen en vast te houden door zachter in plaats van harder te praten.

Het is prachtig dat het Friesch Dagblad er in is geslaagd zich als kleine, zelfstandige krant te handhaven. Kleine kranten zijn de dwarsfluiten in het blaasorkest van de Nederlandse pers. Ze klinken wellicht wat minder hard dan de tuba's en trompetten. Maar hun melodie maakt het geheel voller en rijker.

Het grote belang van een veelkleurige pers, is dat zij ons een veelkleurige geest kan verschaffen. Een geest die werkelijk geïnteresseerd is in wat anderen beweegt en die open staat voor dialoog.

Dat is des te belangrijker in een samenleving als de onze, waarin mensen met zeer verschillende culturele en religieuze achtergronden toch samen een gemeenschap vormen.

Begin vorige maand stond er in het Friesch Dagblad een foto in de serie "Foto's van vroeger". Te zien was een harmonium dat aan de straat stond, met daarnaast een bordje `te koop'.

De foto was genomen in de jaren zestig, toen in duizenden gezinnen de harmoniums en de liedbundels van Johannes de Heer het veld ruimden voor de televisie.

Bij sommigen roept zo'n foto wellicht een gevoel van nostalgie op. Een gevoel van `vroeger was alles beter'.

Anderen denken daar anders over. Ze wijzen op het belang dat grote groepen mensen ook in deze tijd hechten aan waarden en normen. Ze voeren aan dat er binnen de huidige generatie jongeren veel interesse is voor spiritualiteit. En ze zien bovendien dat er in Nederland honderdduizenden mensen wonen met heel andere religieuze en culturele tradities dan zijzelf. Tradities die hun wellicht vreemd zijn, maar die wel interessant zijn en waardevol om je in te verdiepen.

Die tweede categorie mensen - die uitgaat van de christelijke waarden en zich openstelt voor de wereld van vandaag en morgen - is bij het Friesch Dagblad aan het juiste adres.


---


Belangstelling voor wat een ander beweegt, voor zijn of haar diepste overtuigingen, heeft nog nooit iemand slechter gemaakt. Wie belangstelling heeft, vráágt eerst en oordeelt later. Wie belangstelling heeft, `verdwaalt niet op eigen paden'.

Dames en heren, ik hoop dat het Friesch Dagblad nog lang een gids mag zijn voor zijn abonnees en voor alle anderen die het blad lezen en waarderen. Uit enquêtes die de redactie heeft gehouden, blijkt dat de lezers tevreden zijn.

"Alleen graag wat meer motorsport", was de reactie van de lezers. Bij die aanbeveling sluit ik me van harte aan, voorzover het tenminste om auto's gaat.

Nu heeft het Friesch Dagblad altijd een wat merkwaardige verhouding met sport gehad. Er was namelijk één ding dat me opviel in het boek van de heer De Jong. Hij meldt dat het Friesch Dagblad tot 1914 niet of nauwelijks aandacht besteedde aan hardrijden op de schaats.

Het schaatsen zelf kon weliswaar nog net door de beugel, maar de `drank- en danspartijen' waaraan de toeschouwers zich na afloop overgaven waren volstrekt uit den boze. Beter was het dus het onderwerp maar helemaal te mijden.

Je moet wel uit stevig hout gesneden zijn om als regionale krant de 100 te halen, terwijl je je aan het begin van je bestaan zo hebt afgezet tegen wat ­ naast het kaatsen - toch wel de enige vurige Friese passie mag heten. Dat is een prestatie van jewelste.

Ik feliciteer het Friesch Dagblad dan ook en wens de krant een levenskrachtige toekomst op klapschaatsen toe.

Dank u wel.


---