Den Haag, 15 oktober 2003
Schriftelijke vragen van de fractie van de Partij van de Arbeid over de brief met bijlage van de minister-president van 10 oktober 2003 inzake het niet-indienen van een wetsvoorstel tot goedkeuring van het voorgenomen huwelijk van Z.K.H. prins Johan Friso met mevrouw Wisse Smit (kamerstuknummer 29 241, nr 2) en de antwoorden van de minister-president op vragen van de leden Kalsbeek en Eerdmans (29 241, nrs. 1 en 3 en aanhangsel handelingen 2003-2004, nr. 130) en op vragen van de leden Herben en Vos (29 241, nr. 4)
---
Moet de zinsnede: "Dit besluit van de regering sluit aan bij de wens van Z.K.H. prins Johan Friso en mevrouw Wisse Smit om af te zien van het eerder voornemen van de regering wettelijke toestemming voor het huwelijk te bevorderen" niet zo worden gelezen dat de regering het besluit heeft genomen om geen toestemmingswet in te dienen en dat Prins Friso en zijn aanstaande daarin hebben berust?
Was op 16 juni meteen duidelijk dat het paar op 30 juni de verloving wereldkundig wilde maken? Waarom is hierin bewilligd? Was 14 dagen niet te kort voor een onderzoek door de AIVD en de DKDB?
Is de AIVD terstond op of na 16 juni gevraagd onderzoek te doen op grond van art. 6.2 onder a. van de WIV of op grond van enige andere wettelijke bepaling? Indien dat laatste het geval is: welke bepaling betreft het dan? Wie heeft dit verzoek aan de AIVD gedaan?
Wanneer kon de AIVD het onder vraag 3 aangeduide onderzoek aanvangen?
Wat is de ruimte van de AIVD om eigener beweging onderzoek te doen als bedoeld in vraag 3?
Was op of meteen na 16 juni de eerste keer dat de AIVD werd verzocht een type onderzoek te doen als bedoeld in vraag 3? Zo nee, wanneer is eerder om onderzoek gevraagd?
Is op enig moment naslag gedaan met betrekking tot mevrouw Wisse Smit? Wanneer was dat? Wat leverde dat op?
Op grond van welke wettelijke bepaling is de DKDB verzocht onderzoek te doen?
Is zowel de AIVD als de DKDB verzocht voor een bepaalde datum te rapporteren over hun bevindingen? Welke datum was dat?
Heeft de minister-president zelf, of de minister van BZK de AIVD, respectievelijk de DKDB verzocht om onderzoek te doen? Is dit verzoek schriftelijk gedaan? Zo ja, kan de kamer een afschrift ontvangen van dit verzoek?
Is er vóór 16 juni 2003 een verzoek aan de AIVD of de DKDB gedaan om enig onderzoek te doen naar mevrouw Wisse Smit en haar contacten en dergelijke? Zo ja, op grond van welke wettelijke bepaling is dit verzoek gedaan? Door wie is het verzoek gedaan?
Heeft de AIVD ooit eigener beweging een en ander gemeld met betrekking tot mevrouw Wisse Smit? Heeft de AIVD daarbij zelf aangegeven verder onderzoek noodzakelijk te vinden/aan te raden? Zo ja, wanneer was dat en wat was daarvoor de reden?
Is het juist dat mevr. Wisse Smit tot kort voor de dood van de heer Bruinsma contact met hem had?
De minister-president schrijft, dat er d.d. 25 september voor hem nieuwe feiten naar boven kwamen. Op 3 oktober kwamen er opnieuw nieuwe feiten naar boven. Betekent dit dat mevrouw Wisse Smit haar eigen eerste verhaal steeds weersprak, althans zo aanvulde dat daardoor het eerder vertelde in een ander licht kwam te staan?
Vertelde mevrouw Wisse Smit in een van de gesprekken met de minister-president over feiten die de AIVD ook had moeten kennen? Kende de AIVD (enkele van) de door haar vertelde feiten?
Brachten de gegevens die bij de AIVD bekend waren ten aanzien van mevrouw Wisse Smit niet aan het licht dat zij onwaarheid had gesproken tegenover de minister-president? Werd de onwaarheid duidelijk door dat zij zich zelf aanvulde, corrigeerde, tegensprak o.i.d.?
De AIVD was op de hoogte van het feit dat mevrouw Wisse Smit en de heer Bruinsma contacten hadden. Waarom vond de AIVD hierin kennelijk geen beletsel voor een huwelijk, c.q. een huwelijk waarvoor toestemming gevraagd zou gaan worden?
Waarom heeft de Minister-president opdracht gegeven aan de AIVD tot vervolgonderzoek op 3 oktober jl.? Wat was daartoe de aanleiding? Was de aanleiding mede gelegen in dat wat mevrouw Wisse Smit zelf vertelde?
Wat is de wettelijke basis voor het vervolgonderzoek, zoals bedoeld in vraag 19?
Wanneer zullen de uitkomsten bekend zijn van het in vraag 19 bedoelde onderzoek?
Kan de rol van de RVD worden toegelicht waar het gaat om het naar buiten brengen van informatie op verzoek van mevrouw Wisse Smit? (Zie verklaring RVD 30 september en reactie mevr. Wisse Smit n.a.v. tv-uitzending Peter R. de Vries d.d. 2 okt.)
Is het bekend of, zoals door mevrouw Verloop in het Vara-programma "Oog in Oog" van 9 oktober jl. is gesuggereerd, mevrouw Wisse Smit van zins was om op enig moment alle feiten over haar contacten met dhr. Bruinsma naar buiten te brengen? Is het bekend of mevrouw Wisse Smit het advies heeft gekregen om niet meteen alle feiten over haar contacten met dhr. Bruinsma naar buiten te brengen? Zo ja, wie heeft dit advies gegeven? Is de RVD op enigerlei wijze betrokken geweest bij het gedoseerd naar buiten brengen van al langer bekende informatie over de contacten van mevrouw Wisse Smit met dhr. Bruinsma? Zo ja, op welke wijze?
Op welk type onderzoek doelde minister Remkes toen hij in het tv-programma Buitenhof sprak vervolgonderzoek, dat "onafhankelijk" zou moeten gebeuren? Wie zou dat onderzoek moeten doen?
---- --
Partij van de Arbeid