Inbreng Paul de Krom (VVD) AO rekenfout Schiphol
9 oktober 2003
Toen ik het Schiphol-dossier eerder dit jaar overnam, verkeerde ik in de veronderstelling dat het beleid rond Schiphol goed was geregeld. Voor eens en voor altijd was in de Luchtvaartwet een beleid verankerd dat na jarenlang polderen met succes door de verantwoordelijke ministers van het kabinet Kok II door de Kamer werd geloodst. En inderdaad, vier lange maanden zelfs was het rustig, tot het kanonschot van de rekenfout door Schiphol zelf in juni werd afgevuurd. Met een arrogantie waar de honden geen brood van lusten, waarbij de Commissie Regionaal Overleg Schiphol ook nog eens rücksichtslos werd gepasseerd, eiste de heer Cerfontaine op hoge toon dat Den Haag de fout zou herstellen. In feite is er niet sprake van één fout, maar van twee. De rekenfout zelf, en het feit dat er vervolgens door Schiphol niet adequaat werd gereageerd toen er indicaties waren dat de berekeningen niet klopten . Niet fraai allemaal.
Tja, zo word je dus geen vrienden met je buren. Geen wonder dus dat sindsdien feiten, fictie en emoties strijden om de voorrang in een kakofonie van geluid, en dan bedoel ik voor 1 keer niet het vliegtuiggeluid, maar wel het geluid dat werd veroorzaakt in de pers door met name boze Schiphol-omwonenden en de milieubeweging. Schiphol heeft dus nog heel wat te doen om het vertrouwen te herstellen.
Ik kan mij goed voorstellen dat mensen dachten toen ze de brief van de heer Cerfontaine in juni lazen 'zoek het maar uit'. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten. Daarbij denk ik ook aan de bewoners van Zwanenburg die minder vermindering van de geluidsbelasting krijgen dan zij aanvankelijk dachten. Maar de prijs die daarvoor moet worden betaald, is te hoog. Ik kan simpelweg niet uitleggen aan de mensen in Nederland, dat ik ook maar het risico wil lopen dat duizenden banen op het spel komen te staan in een periode dat de werkloosheid toch al met 14.000 per maand oploopt. In de hoorzitting die we een paar weken geleden hadden, is de realiteit van dat gevaar door de sector bevestigd.
Volgens sommigen moeten we het belang van Schiphol voor economie en werkgelegenheid niet overdrijven en is dit veel te zwaar aangezet. Mijn antwoord daarop is: gaat u dat maar uitleggen aan die 110.000 mensen en hun gezinnen die voor hun brood afhankelijk zijn van de luchthaven. En dan heb ik het niet alleen over de piloten van de KLM, maar ook bijvoorbeeld over de mensen die de catering verzorgen, de schoonmakers, de bagage afhandelaars en het veiligheidspersoneel. Ik verwijs ook naar de brandbrief van Gedeputeerde Staten (GS) van Noord Holland die ons vanmorgen heeft bereikt, waarin GS zijn grote bezorgdheid uit over het verlies aan werkgelegenheid op Schiphol en de negatieve gevolgen voor de regionale economie, die door GS wordt geschat op 2,9 mld., als de rekenfout niet of niet op tijd wordt hersteld.
Ik vind het ook moeilijk uit te leggen als we, tegelijk met de aanleg van de Polderbaan met een investering van grofweg een half miljard, straks minder kunnen vliegen dan in 2002 en 2003, zoals door het Nationaal Lucht- en Ruimtevaartlaboratorium is bevestigd. Dit is nooit de bedoeling geweest en is in strijd met de dubbeldoelstelling waarover het Kabinet Kok II en een meerderheid van de Kamer overeenstemming was bereikt.
Het debat over de rekenfout is voor een groot deel al gevoerd. Niet in deze Kamer, maar erbuiten. De meeste fracties hebben hun positie t.o.v. het al of niet herstellen van de rekenfout al verkondigd in de pers. De vraag die vandaag voorligt is dus heel simpel: als we de rekenfout herstellen, halen we dat dan binnen de tijdslimiet die een zorgvuldige procedure ons oplegt? Ook wij zijn ervoor dat de koninklijke weg wordt bewandeld, inclusief herziening van de MER en inspraakprocedures. Maar van de Staatssecretaris wil ik de geruststelling dat e.e.a. op tijd klaar is en weten van welke factoren dit afhankelijk is. De brief van de Stas die wij vanmorgen mochten ontvangen stelt mij niet gerust. Ik zou de Stas willen vragen ons een gedetailleerd stappenplan met tijdschema te overleggen. Wanneer kunnen wij dat tegemoet zien.
De Stas zegt in haar brief voor de 'lange procedure'te hebben gekozen, vanwege zekere risico's die aan een korte procedure kleven. Wat zijn die risico's dan? De MER commissie acht dit wel mogelijk. Wordt de routeverlegging bij Spaarndam ook meegenomen? De Stas geeft in de brief van vanmorgen aan dat het gevaar daarvan zou kunnen zijn dat de procedure nog langer wordt. Kunnen we de routeverlegging bij Spaarndam niet loskoppelen van de procedure voor het herstellen van de rekenfout?
De Stas zegt in haar brief van 22 augustus dat nader onderzoek zal worden gedaan wat de effecten op de capaciteit zijn en dat een nadere analyse van de door het NLR onderzochte alternatieven wordt uitgevoerd. In haar brief van vanmorgen geeft de Stas aan waar het onderzoek zich op zal richten. De vraag is wanneer wij de resultaten tegemoet kunnen zien,
De kwestie heeft ook in mijn ogen vragen opgeworpen of het systeem zoals dat nu in de Wet is verankerd wel datgene brengt dat het beoogt: voldoende flexibiliteit voor de sector en voldoende bescherming voor de omwonenden. Sommigen hebben al de conclusie getrokken dat het hele stelsel op de schop moet en dat het niet deugt. Ik sta ervoor open om die conclusie te trekken, maar dan moeten we wel weten hoe het anders of beter kan. Maar een uitgewerkte oplossing ligt nu nog niet op tafel. Er zijn wel veel suggesties voor verbetering gedaan, bijvoorbeeld over de vliegroutes, de mogelijkheden om hoger aan te vliegen of steiler te starten, het beprijzen van stilte, het baangebruik, het koppelen van hinder aan geluidsbelasting, het geven van keuzes aan mensen die hinder ondervinden, nieuwe meetsystemen, etc. etc. Het zou onverstandig zijn die suggesties niet serieus te nemen. Wat mij betreft nemen we die suggesties dan ook mee in de evaluatie die nu is gepland voor 2005, voorzover die niet nu al worden meegenomen in het vervolgonderzoek van het NLR. Ook vanuit de Commissie Regionaal Overleg Schiphol bereiken mij zeer positieve berichten dat tussen de sector en andere belanghebbenden zeer constructief overleg wordt gevoerd. Daaraan hecht ik veel waarde. Het is belangrijk dat wij ons daar op afstand even niet mee bemoeien.
Als de evaluatie eerder kan is het mooi, maar het moet wel op basis van goede en complete informatie worden uitgevoerd. In de ogen van de VVD kan dat in ieder geval niet zonder de resultaten van het werk van de Commissie Eversdijk.
VVD