Gemeente Gouda


datum: 17 oktober 2003
afdeling: Communicatie en persvoorlichting
contactpersoon: Karin Westerink
telefoon: 0182-58 83 49

veiligheid Gouda afgelopen twee jaar stabiel

Het algemene Goudse veiligheidsbeeld is over de afgelopen twee jaar min of meer stabiel. Zowel de veiligheidsbeleving van de Gouwenaars als het slachtofferschap is vrijwel constant gebleven. Circa 60% van de bewoners voelt zich zelden of nooit onveilig, terwijl één op de twintig bewoners zich vaak onveilig voelt.

De geregistreerde veiligheid (incidentregistratie van de politie) laat meer nuanceringen zien. Op stadsniveau is met name een opvallende, negatieve ontwikkeling van auto-inbraken te signaleren. Het gemiddeld aantal autokraken per 1000 inwoners steeg van 24 naar 40. Relatief veel autokraken vonden plaats op de grote parkeerterreinen in en rond de Binnenstad.

Met betrekking tot de geregistreerde veiligheid zien we op wijkniveau verschillende ontwikkelingen. De minst veilige wijken in 2002 waren volgens de incidentcijfers de Binnenstad en Kort Haarlem. Voor de Binnenstad gold dit ook 2001, Kort Haarlem had twee jaar geleden echter een veel betere positie.

Dit is het algemene beeld dat naar voren komt in de veiligheidsrapportage 2003. Deze maakt onderdeel uit van het Integraal Veiligheidsbeleid dat in 2000 werd vastgesteld, als instrument voor het monitoren van de subjectieve en objectieve veiligheid. Dit monitoren gebeurt periodiek. Jaarlijks worden de bij de politie geregistreerde gegevens geanalyseerd en tweejaarlijks worden Goudse inwoners geënqueteerd op hun veiligheidsbeleving en hun slachtofferschap.
De veiligheidsrapportage heeft een signalerende functie. In deze rapportage is getracht aan de hand van politiegegevens en een bewonersenquête een beeld te schetsen van (bijzonderheden in) de ontwikkeling van de veiligheid in Gouda op stads- en wijkniveau.

In de rapportage wordt ingegaan op de objectieve veiligheid, die betrekking heeft op de kans om feitelijk met criminaliteit te maken te krijgen, en de subjectieve veiligheid welke de veiligheidsbeleving van inwoners weergeeft. Daarnaast komen sociale overlast en waardering van de fysieke woonomgeving aan bod omdat deze onderwerpen vaak met veiligheidsbeleving geassocieerd worden.

objectieve veiligheid

De objectieve veiligheid bestaat uit het aantal incidenten dat door de politie geregistreerd is, de geregistreerde veiligheid. Daarnaast gaat het om slachtofferschap: de mate waarin de bewoners hebben aangegeven slachtoffer te zijn geworden van een delict.

De politieregistratie wijst uit dat het aantal auto-inbraken in Gouda het afgelopen jaar fors is gestegen. Met name in de Binnenstad en in Kort Haarlem nam het aantal incidenten toe. In Kort Haarlem blijkt daarbij het parkeerterrein Klein Amerika zich tot probleemgebied ontwikkeld te hebben. Vernielingen en woninginbraak kwamen op stadsniveau in 2002 minder voor dan in het voorgaande jaar. Het aantal geweldsdelicten bleef constant maar het aantal incidenten van bedreiging en straatroof steeg.

Op wijkniveau is de ontwikkeling gevarieerd. De daling van het aantal vernielingen zagen we met name terug in Noord en in de Binnenstad. De Binnenstad liet tevens een daling in het aantal geweldsdelicten zien. In Kort Haarlem deed zich ten aanzien van verschillende delicten juist een negatieve ontwikkeling voor: er werd in 2002 niet alleen vaker ingebroken in autos, maar dat was ook het geval in woningen en er werd ook meer vernield.

Verhoudingsgewijs komt criminaliteit het meest voor in de Binnenstad, Kort Haarlem en Nieuwe Park en het minst in Achterwillens, Goverwelle en Plaswijck.

Gouwenaren gaven aan in 2002 even vaak slachtoffer van een delict te zijn geworden als in 2000. Evenals twee jaar geleden hadden bewoners het meest te maken met vernieling van of diefstal uit hun auto en met diefstal van hun fiets. Veel minder kans liep men om te maken te krijgen met gewelddadige tasjesroof of mishandeling.

subjectieve Veiligheid

Het grootste gedeelte van de Goudse bevolking gaf aan zich in het algemeen of in eigen buurt nooit of zelden onveilig te voelen. De mate waarin de Goudse bevolking zich veilig voelt is ten opzichte van twee jaar geleden niet veranderd.
In Achterwillens, Bloemendaal en Plaswijck voelen de wijkbewoners zich het meest veilig. Omgekeerd zeggen de bewoners van de Binnenstad en van Kort Haarlem dat zij zich in hun eigen buurt het meest vaak onveilig voelen. Als het gaat om veiligheidsgevoelens in het algemeen en veiligheid in eigen woning is er weinig verschil tussen de wijken. Veiligheidsbeleving hangt samen met bepaalde kenmerken van bewoners. Vrouwen voelen zich minder veilig dan mannen. Ook leeftijd speelt een rol; onveiligheidsgevoelens spelen het sterkst bij de groep bewoners onder de 28 jaar. De oudere bewoners van 65+ voelen zich het veiligst. De Gouwenaren die het minst verdienen voelen zich in hun eigen huis en in het algemeen minder veilig. Als het gaat om veiligheidsbeleving in de eigen buurt heeft inkomen echter geen invloed.

sociale overlast en waardering van de fysieke woonomgeving

De Gouwenaren waarderen hun fysieke woonomgeving over het algemeen even positief als twee jaar geleden. Ze vinden hun stad in de eerste plaats nog steeds groen en mooi. Daarnaast waarderen ze haar het meest vanwege de ruimte en het afwisselende karakter. De bevolking vindt de stad echter wel minder schoon dan twee jaar geleden. Dit zien we ook terug in het feit dat de bewoners zich meer aan zwerfvuil ergeren. Hondenpoep en foutparkeren zijn ook nog steeds grote bronnen van ergernis.
Het meest tevreden over hun woonomgeving zijn de bewoners van Bloemendaal en Plaswijck. Even als twee jaar geleden worden de fysieke kenmerken van deze wijken het meest gewaardeerd en ervaren de bewoners er de minste sociale overlast. Korte Akkeren en Goverwelle steken wat betreft de fysieke woonomgeving het ongunstigst af. Sociale overlast ervaart men het meest in de Binnenstad en Korte Akkeren.