Partij van de Arbeid

Den Haag, 15 oktober 2003

Vragen van het lid Boelhouwer (PvdA) aan de minister van Verkeer en Waterstaat over controle op drugs en medicijnen in het verkeer


1. Bent u bekend met het NOS nieuwsjournaal van veertien oktober jl., waarin werd gemeld dat 'geen controle op drugs en medicijn in het verkeer' haaks staat op advies van deskundigen die zeggen wel over 'betrouwbare speekseltesten' te beschikken?


2. Wat is uw oordeel daarover?


3. Waarom heeft u ervoor gekozen om de invoering van 'speekseltesten' of controles op drugs en medicijnen uit te stellen, als er onder andere in Engeland en Duitsland betrouwbare meetmethoden beschikbaar zijn met betrouwbaarheidsniveaus van tussen de 90 en 95 procent?


4. Bent u het eens met de stelling dat het bij deze controlemethodes in eerste instantie om 'detectie' en `screening' gaat, op basis waarvan via nader onderzoek (bloedproef) een strafbaar feit kan worden vastgesteld? Zo ja, waarom wilt u een vergelijkbare controle niet zo snel mogelijk invoeren om het aantal dodelijke verkeersslachtoffers (ongeveer honderd per jaar) te verminderen? Zo nee, waarom gaat u niet alle wettelijke oplossingen onderzoeken om een tweetrapsbenadering mogelijk te maken (detectie en later vaststellen van strafbaar feit), gezien de sterke stijging van het aantal verkeersdoden als gevolg van drugs- en medicijngebruik?


5. Overweegt u de wet alsnog uit te voeren door het huidige artikel 8, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994 te wijzigen, c.q. het nieuwe artikel 8, derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 in te voeren, dat het rijden onder invloed van een of meer van de op de lijst bij het wetsvoorstel voorkomende drugs of geneesmiddelen expliciet strafbaar stelt? Waarom wel/niet?


---- --