Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ruim kwart van voorstellen Actieplan Vereenvoudiging SZW-regelgeving uitgevoerd

Van de 68 concrete voorstellen, die in het Actieplan 'Vereenvoudiging regelgeving SZW' zijn gedaan, zijn er inmiddels 18 uitgevoerd. Ook zijn er verschillende nieuwe initiatieven in gang gezet, met name op het terrein van de arbeidsomstandigheden.

De uitvoering van het Actieplan dat eind 2002 door minister De Geus en staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid naar de Tweede Kamer is gestuurd, ligt op schema. Dit staat in de voortgangsrapportage die door beide bewindslieden aan de Tweede Kamer is aangeboden. Het Actieplan loopt tot en met 2005.

In het Actieplan, dat voortvloeit uit het Regeerakkoord van het vorige kabinet Balkenende I, staan voorstellen om forse vereenvoudigingen aan te brengen in een groot deel van de circa 55 wetten, 85 algemene maatregelen van bestuur en 150 ministeriële regelingen op de beleidsterreinen van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. In het plan is ook de voortgang van de maatregelen uit de Notitie Bouwstenen Deregulering Sociale Verzekeringen verwerkt. In deze notitie staan deregulerings- en vereenvoudigingsvoorstellen van wet- en regelgeving op het terrein van de sociale verzekeringen.

De Geus en Rutte willen bereiken dat burgers en instellingen meer ruimte krijgen om problemen zelf op te lossen. Dit gebeurt onder meer door het schrappen, verminderen of vervangen van regels door andere beleidsinstrumenten. Alternatieven zijn onder andere zelfregulering, marktwerking, convenanten, financiële prikkels of voorlichting. Ook wordt meer ruimte gecreëerd door regelgeving minder belastend te maken, of regels minder vaak te wijzigen of beter af te stemmen. Door vereenvoudiging moeten de administratieve lasten voor bedrijven, uitvoeringsinstellingen, gemeenten en burgers verminderen. Naar aanleiding van de notitie 'Bouwstenen vereenvoudiging en deregulering sociale verzekeringen', die De Geus eind mei aan de Tweede Kamer heeft gestuurd, wordt een aantal concrete voorstellen voor de korte termijn gedaan. De nadruk ligt op vereenvoudiging van de uitvoering van de sociale verzekeringen.

Op dit moment wordt onder andere gewerkt aan de vereenvoudiging van de vakantieregeling WW en de vereenvoudiging van het verzorgingsforfait. Het verzorgingsforfait regelt dat de jaren die iemand besteedt aan het verzorgen van kleine kinderen, meetellen als arbeidsjaren. Verder is de jaarlijkse toezending van de statusberichten vervallen. Het statusbericht gaf een overzicht van de opbouw van het arbeidsverleden, maar was vaak onvolledig. Daarnaast wordt onderzocht of de toekenning van het starterskrediet aan startende zelfstandigen, dus ook aan arbeidsgehandicapten, geconcentreerd kan worden bij een aantal grote gemeenten in plaats van bij UWV en alle gemeenten.

Op het gebied van de sociale verzekeringen zullen ook de nieuwe plannen voor de WAO en de Wet administratieve lastenverlichting en vereenvoudiging in sociale verzekeringswetten (Walvis) voor vereenvoudiging en lastenverlichting zorgen. Met de wet Walvis wordt één uniform loonbegrip geïntroduceerd voor het heffen van sociale premies en het verstrekken van uitkeringen. Daarnaast wordt het loonbegrip gelijkgeschakeld voor UWV en de fiscus. Verder gaat de belastingdienst in de toekomst behalve de belastingen ook de sociale premies innen. Tot nu toe int het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) de sociale premies.

Staatssecretaris Rutte heeft met de nieuwe Wet werk en bijstand (WWB) de regelgeving in de bijstand aanzienlijk uitgedund. Daarnaast zijn de arboregels in het bouwbesluit afgestemd met het arbobesluit en dubbele regelgeving is geschrapt. Verder loopt er een onderzoek naar aanpassing van de verplichte aansluiting van werkgevers bij een gecertificeerde arbodienst, en zal de arbeidsveiligheidsrapportage voor bedrijven waar grote hoeveelheden gevaarlijke stoffen aanwezig zijn, vervangen worden door een aanvullende risico-inventarisatie en -evaluatie. Dit betekent voor bedrijven een flinke kostenbesparing terwijl het veiligheidsbeleid verbeterd kan worden.