FHI

Technologiebranches bezorgd over innovatiebeleid EZ

FHI doet voorstellen voor efficiëntere en effectievere acties

De federatie van technologiebranches FHI reageert verheugd op het verschijnen van de EZ nota 'in actie voor innovatie', maar uit tegelijk haar bezorgdheid over de effectiviteit van de acties die worden aangekondigd. De branchekoepel vraagt niet om extra geld van de overheid, maar biedt aan zelf bij te dragen aan het efficiënter en meer resultaat gericht inzetten van de beschikbare middelen.

FHI-voorzitter Tom Fransen is vooral blij dat zijn wens is gehonoreerd om de WBSO-faciliteit voor belastingaftrek op kosten van R&D-werk in stand te houden en uit te breiden. Daarmee is een belangrijke generieke en succesvolle basisstimulans zeker gesteld. De bezorgdheid van de technologiebranches betreft het gevaar dat het ministerie te veel 'zelf' wil doen, via ambtelijke organisaties. Anderzijds vraagt FHI nadrukkelijk meer aandacht voor de rol van de overheid als innoverende opdrachtgever. FHI doet zelf concrete voorstellen voor invulling die wél effectief kan zijn en voor aanvullingen die extra impulsen kunnen geven. De aanvullingen richten zich op de mogelijkheid dat bedrijven door overheidsopdrachten via universiteiten en kennisinstellingen rechtstreeks hun kennisniveau kunnen verhogen en direct toegang kunnen krijgen tot de wereldmarkt van, met name, (semi)wetenschappelijke producten en apparaten.

Naar aanleiding van recente uitlatingen van staatssecretaris Van Gennip van Economische Zaken is FHI bezorgd over de wijze waarop het aangekondigde 'samenwerkingsinstrument' wordt ingevuld en uitgewerkt. De bewindsvrouwe kondigde aan dat gedacht wordt aan een 'matchmaking' rol van ambtenaren, in casu de Syntens-organisatie.

In het verleden is herhaaldelijk gebleken hoezeer zo'n organisatie in een onmogelijke positie komt als een dergelijke rol haar wordt opgelegd. Enerzijds blijven de ambtenaren afhankelijk van hun 'baas', het ministerie. Anderzijds wordt men blootgesteld aan de verleiding om met overheidsgeld in de markt te gaan pionieren zonder dat daar adequate objectivering en controle op mogelijk is. FHI heeft, samen met andere branches, MKB-Nederland en de technologiestichting STW een plan in voorbereiding waarbinnen matchmaking is vertaald in pre-project management en waarin de betrokken bedrijven en instituten zelf kiezen welke projectmanager men inschakelt. In deze opzet is niet meer dan een eenmalige, beperkte financiële impuls nodig in een revolving fund. De branche is bereid daar zelf ook in te investeren.

Ten aanzien van universitaire researchprogramma's zijn binnen FHI groepen bedrijven reeds enige tijd aan de slag om gezamenlijke onderzoeksthema's te formuleren. Op dit terrein is nader overleg nodig met de ministeries van EZ en OCenW en met NWO/STW. Er zijn nu kansen om de bereidheid van de (veelal MKB) bedrijven om te zetten in realiseerbare onderzoeksprogramma's waar de bedrijven 'op zitten te wachten'. De ambitie van, met name, het FHI-cluster 'Development Club' is niet minder dan met de veertig betrokken bedrijven in 2010/2015 op bepaalde technologiegebieden 'leading' te zijn in Europa. Uitgangspunt voor deze bedrijven is 'versterking van de exportkracht', volgens de voorzitter van de Development Club van FHI, ondernemer Siebren de Vries.

Voor meer informatie of het aanvragen van de 'voorlopige concretisering FHI voorstellen technologische innovatie' kunt u contact opnemen met het bureau van FHI. Contactpersoon: Annika van de Bovenkamp, tel: 033-4657507, fax: 033-461 66 38, e-mail: a.van.de.bovenkamp@fhi.nl. FHI, Federatie van Technologiebranches, Postbus 2099, 3800 CB Amersfoort.

15 okt 03 10:15