Centrum voor Arbeidsverhoudingen

Vakcentrales, werkgevers en kabinet bereiken onderhandelingsresultaat over `sociaal akkoord'

De vakcentrales CNV, FNV en MHP, de centrale werkgeversorganisaties en het kabinet hebben dinsdagavond 14 oktober na langdurig en hectisch overleg toch nog een onderhandelingsresultaat kunnen bereiken over een pakket van maatregelen om de moeilijke economische situatie aan te pakken. De verwachtingen waren eerder niet hoog gespannen. De onderhandelaars van het CNV kregen voorafgaand aan het slotoverleg een flinke steun in de rug van tientallen leden die zich met CNV-borden voor het gebouw van de SER in Den Haag hadden geposteerd.

Het Algemeen Bestuur van het CNV (waarvan CNV Publieke Zaak deel uit maakt) bespreekt het resultaat woensdagochtend 15 oktober. Dan geven de onderhandelaars van de vakcentrale een toelichting aan de voorzitters van de bonden op wat CNV-voorzitter Doekle Terpstra betitelt als "baanbrekend akkoord dat een enorme impact heeft op de vernieuwing van de arbeidsverhoudingen en de inrichting van de sociale zekerheid".

Besluitvorming CNV Publieke Zaak

CNV Publieke Zaak gaat het resultaat voorleggen aan de kaderleden op bijeenkomsten die in voorbereiding zijn. Op drie eerder gehouden drukbezochte kaderbijeenkomsten op 30 september en 1 oktober jl. in Utrecht, Marum en Tilburg heeft het hoofdbestuur, gelet op de felle discussie over de ingrijpende gevolgen van het beleid van het kabinet, deze toezegging gedaan. Nadere informatie volgt in Magazine CNV Publieke Zaak.

Op 10 november vervolgens komen de resultaten van de ledenraadplegingen van de CNV-bonden ter sprake in het Algemeen Bestuur van het CNV. Minister Aart-Jan de Geus van Sociale Zaken en Werkgelegenheid legt het resultaat vrijdag 17 oktober voor aan de Ministerraad.

Het onderhandelingsresultaat op hoofdlijnen is als volgt:

Loonontwikkeling 2004 en 2005
Voor 2004 is afgesproken te komen tot een feitelijke nullijn voor de contractlonen. Voor het jaar 2005 is afgesproken een contractloonontwikkeling die zal naderen tot nul. Harde voorwaarde is wel dat vóór september 2004 overeenstemming wordt bereikt over een herziening van het stelsel voor VUT en prepensioen met als ingangsdatum 1 januari 2006.
Zowel in 2004 als in 2005 zijn in aanvulling op het bovenstaande (in lijn met de afspraak voor 2003) éénmalige resultaatgebonden uitkeringen mogelijk (procentueel, nominaal of een combinatie daarvan) waarbij partijen zich het recht voorbehouden om bij het mislukken van het pensioenoverleg het akkoord te ontbinden. Voor het CNV komt dit erop neer dat de vakcentrale zich het recht voorbehoudt om alsnog structurele verhogingen van de contractlonen voor 2005 te eisen.

VUT/prepensioen/levensloop
De in het belastingplan 2004 opgenomen maatregelen ten aanzien van de beëindiging van de fiscale faciliëring (belastingvoordeel) met betrekking tot VUT/prepensioen en de invoering van de voorgestelde levensloopregeling worden aangehouden. Het kabinet en de Stichting van de Arbeid (werkgevers/werknemers) gaan nader overleggen over het gehele stelsel van fiscale faciliëring ten behoeve van VUT/prepensioen. Inzet is het bereiken van overeenstemming voor april 2004 over het per 1 januari 2006 in te voeren stelsel, alsmede eventuele overgangsregelingen.
Het kabinet gaat hierbij uit van een financiële `enveloppe' van 510 miljoen euro in 2006, 410 miljoen euro in 2007 en structureel 250 miljoen euro ten behoeve van het per 1 januari 2006 nieuw in te voeren stelsel. Daarbij kunnen verder de middelen worden betrokken die nu geraamd zijn voor de levensloopfaciliteit en de gelden voor de reeds bestaande verlofspaarregeling. Het kabinet realiseert zich dat dit budgettair kader niet vanzelfsprekend wordt onderschreven door de sociale partners.
Koppeling lonen en uitkeringen

- Met ingang van 1 januari 2006 wordt de koppeling tussen lonen en uitkeringen volledig hersteld. Op grond van de oorspronkelijke afwijkingsgronden in de WKA zullen de uitkeringen in 2004 en 2005 worden bevroren.

- In 2004 en 2005 neemt het kabinet voor de collectieve sector (overheidspersoneel en werknemers in zorg en welzijn) de nullijn als uitgangspunt voor de contractloonstijging. Met ingang van 1 januari 2006 zal ten behoeve van de onderhandelingsruimte in de collectieve sector het gebruikelijke referentiemodel worden gehanteerd (loonontwikkeling in de marktsector).


---

- De aangekondigde "anticumulatie WW" - waardoor ontslagvergoedingen van de werkgever gekort worden op de WW uitkering van de ontslagen werknemer - komt in zijn geheel te vervallen. Daardoor blijft het mogelijk de WW-uitkering aan te vullen met ontslagvergoedingen door de werkgever (individueel en collectief).

- Het kabinet zal geen nieuwe voorstellen indienen ten aanzien van de referte-eis en de kortdurende uitkeringen in de WW, alvorens de Sociaal-Economische Raad in de gelegenheid te stellen voor 1 maart 2004 een voor het kabinet zwaarwegend advies uit te brengen over de WW.

WAO
Voor de gedeeltelijk arbeidsgeschikten die niet werken blijft na afloop van de loongerelateerde periode - in afwijking van de kabinetsplannen - wel een uitkering bestaan- die niet getoetst wordt op de vraag of de partner van betrokkenen een inkomen heeft. Deze uitkering zal 70 procent van het wettelijk minimumloon bedragen, vermenigvuldigd met het arbeidsongeschiktheidspercentage.

De twee navolgende maatregelen worden getroffen indien aan twee voorwaarden is voldaan:

1. De instroom in de nieuwe regeling voor volledig duurzaam arbeidsongeschikten is sinds 1 januari 2006 daadwerkelijk beperkt gebleven tot de thans geraamde 25.000 op basis van 12 maanden. Dit moet worden vastgesteld in augustus 2007 op basis van de in juli 2007 beschikbare cijfers.

2. De intentie van de Stichting van de Arbeid om geen aanvullingen op de loondoorbetaling van 70 procent in het tweede ziektejaar overeen te komen, is ook daadwerkelijk door CAO-partijen uitgevoerd.
Voor de volledig duurzaam arbeidsongeschikten in het nieuwe stelsel zal met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2006 de uitkering worden verhoogd met 5 procent-punt, berekend over de grondslag voor de wettelijke uitkering.

Tevens zal de wet Pemba met terugwerkende kracht met ingang van 1 januari 2006 komen te vervallen. Het kabinet zal geen regelgeving introduceren om zeker te stellen dat er in het tweede ziektejaar geen loondoorbetaling plaatsvindt boven de 70 procent. Het kabinet vertrouwt erop dat de Stichting van de Arbeid haar eigen intentie op dit punt, te weten: geen loondoorbetaling boven de 70 procent, realiseert.

De uitkeringslasten voor de regeling Werkhervatting Gedeeltelijk Arbeidsgeschikten worden verdeeld over werkgevers en werknemers.

Jeugdwerkloosheid
Voor de aanpak van de jeugdwerkloosheid is het realiseren van extra (leer)werkplekken voor jongeren cruciaal. Vanuit werkgeversorganisaties is te kennen gegeven dat ondersteuning nodig is bij het realiseren van extra (leer)werkplekken voor jongeren. Onderzocht wordt of het CWI de beoogde ondersteuning kan gaan verzorgen voor alle branches en sectoren. Het CWI is een drempelslechtings-budget (gemiddeld 1.000 euro per cliënt) toegekend ter financiering van korte acties die een snelle toestroom naar een werkplek mogelijk maken.

Het kabinet gaat er vanuit dat voor de stageplaatsen gewerkt kan worden met behoud van uitkering. Onder de voorwaarde dat het werk tijdelijk is en gecombineerd wordt met scholing, dan wel dat uitzicht bestaat op een aanstelling. Hierover voert het kabinet nader overleg met de Stichting van de Arbeid.

Regulering gesubsidieerde arbeid
Het kabinet gat spoedoverleg met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en sociale partners voeren over het realiseren van de doelstelling van het convenant, inclusief het risico van gedwongen ontslagen.

Werk en Bijstand
Kabinet en sociale partners zullen, zoals bij de behandeling van de Wet werk en bijstand bij moties aan het Kabinet is gevraagd, de komende periode bekijken op welke manier extra aandacht kan worden gegeven aan de inschakeling van bijstandsgerechtigden, gehandicapten en chronisch zieken.

Ziektekosten
Er wordt éénmalig een extra rijksbijdrage verstrekt aan het ZFW van 200 miljoen euro om de nominale Ziekenfondspremie 2004 te beperken.
---