persbericht / nr. 1748
14-oktober-2003
Quotumkorting geeft akkerbouwers minste pijn bij herziening Europese
suikermarktordening
Bij volledige liberalisering van de wereldmarkt voor suiker zal de
bietenproductie in Nederland met 30% afnemen en het gemiddelde inkomen
van de akkerbouwer met 20%. Dat blijkt uit een onderzoek van het LEI
in opdracht van het Ministerie van LNV. Het onderzoek liep vooruit op
het recent verschenen optiedocument van de Europese Commissie. Het
gaat in op de gevolgen van een aantal beleidsvarianten in de
suikersector. Naast het scenario van volledige liberalisering zijn ook
scenario's met quotumkorting en met forse prijsverlaging onderzocht.
Het blijkt dat quotumkorting het minst slecht uitpakt voor telers en
suikerproducenten, maar dan moet de invoer van suiker wel in de hand
worden gehouden.
Aanleiding voor het onderzoek
De Europese suikermarktordening heeft volgens critici een verstorende
werking op de wereldmarkt en belemmert de productie in
ontwikkelingslanden op kosten van de consument. Tegelijkertijd geven
voorstanders van beschermende maatregelen aan dat het doel van de
bestaande marktordening, namelijk een stabiele en hoge telersprijs,
wordt ondermijnd door verschillende preferentiële handelsregelingen.
Uit diverse hoeken wordt dus druk uitgeoefend om het suikermarktregime
te hervormen. Op 23 september j.l. heeft de Europese Commissie een
aantal opties gepresenteerd over het toekomstige Europese
suikerbeleid.
Resultaten op EU-niveau
Bij het eerste scenario, dat van volledige liberalisering, zal de
suikerbietenprijs met bijna 50% dalen en de suikerprijs met 13%. De
suikerproductie in de EU zal sterk teruglopen en de import fors
toenemen. Hiervan profiteren vooral de grote exporteurs Brazilië,
Australië en Thailand. De invoer uit armere ontwikkelingslanden, met
name die in Afrika, zal daarentegen juist afnemen.
Het tweede scenario houdt in dat het EU-quotum met 20% wordt verlaagd.
De uitvoer naar derde landen zakt dan grotendeels in en de import
neemt met een kwart toe.
In het derde scenario wordt de interventieprijs met 36% verlaagd. Voor
de telers leidt dit tot een prijsverlaging van 30%, maar het blijft
voor hen aantrekkelijk om bieten te telen tot het quotum vol is. De
uitvoer zal iets teruglopen, maar de invoer verandert nauwelijks.
Resultaten voor Nederland
Bij het eerste scenario (liberalisering) neemt het areaal suikerbieten
in Nederland met 30% af, bij het tweede (quotumverlaging) met ruim 17%
en bij het derde (verlaging interventieprijs) met ruim 6%. De
bietentelers schakelen over naar ruwvoedergewassen en granen, en in
mindere mate naar groenten en aardappelen. Per saldo tast
liberalisering het inkomen het meest aan, met een teruggang van ruim
20% in de akkerbouw. Voor de landbouwsector als geheel betekent dit
een inkomensdaling van bijna 4%. Bij een verlaging van de
interventieprijs is de inkomensvermindering voor de akkerbouw 13% en
voor de landbouw als geheel ruim 2% en bij het scenario van
quotumkorting is de vermindering respectievelijk 6% en bijna 1%.
Voor de suikerindustrie daalt de omzet bij elk van de drie scenario's.
Wanneer zij de daling van de bietenprijs doorgeeft aan haar afnemers
van suiker betekent dat een inkomensderving die bij volledige
liberalisering kan oplopen tot 50%. Als zij de prijsdaling niet
doorgeeft, zal de winstgevendheid van de industrie echter verbeteren.
Alternatieven
Om aan de kritiek op het EU-uitvoerbeleid tegemoet te komen, zou ook
gedacht kunnen worden aan een exportverbod op C-suiker of de
instelling van een superheffing op C-suiker, vergelijkbaar met die
welke nu in de zuivelsector bestaat. Zonder maatregelen om de invoer
in de hand te houden, zal zo'n heffing of quotumkorting op termijn
echter geen oplossing bieden.
---
Herziening van de suikermarktordening?; Mogelijke gevolgen voor
Nederland en de EU. Het rapport bestellen 'rapport 6.03.13'.
LEI