De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
Postbus 20018
2500 EA Den Haag
uw brief van
uw kenmerk
ons kenmerk
DN. 2003/4089
datum
10-10-2003
onderwerp
Concrete beleidsaanpassingen naar aanleiding van de evaluatie van
Programma Beheer
TRC 2003/7762
bijlagen
Geachte Voorzitter,
In de beleidsreactie op de evaluatie van Programma Beheer (d.d. 5 juni
jl.) heb ik aangekondigd dat ik u kort na het zomerreces zou
informeren over concrete beleidsaanpassingen in dit programma. De
beleidsaanpassingen zijn ontwikkeld in het kader van de revisie van
Programma Beheer, die ik heb ingezet naar aanleiding van deze
evaluatie.
Hierbij bied ik u een overzicht aan van de eerste tranche aanpassingen
die ik naar aanleiding van de evaluatie gerealiseerd heb. Dit zijn
aanpassingen die dit najaar van kracht worden ten behoeve van de
aanvraagperiode 2004.
Komend jaar ga ik door met het gebruiksvriendelijker en eenvoudiger
maken van het programma door een tweede tranche van aanpassingen te
realiseren. Hierover zal ik u te zijner tijd berichten.
datum
10-10-2003
kenmerk
DN. 2003/4089
bijlage
Aanleiding
Begin juni heb ik u de tussentijdse evaluatie van Programma Beheer
aangeboden. De hoofdconclusie van deze extern uitgevoerde evaluatie
luidde dat Programma Beheer in beginsel succesvol en kansrijk is. Door
een aantal operationele tekortkomingen is een negatief beeld gegroeid
rond Programma Beheer wat het effect van het programma in gevaar
brengt.
Ik heb u destijds aangegeven dat ik op korte termijn een flink aantal
van deze operationele tekortkomingen aan zou pakken door Programma
Beheer te reviseren en ik heb u mijn werkplan daartoe geschetst.
Hierbij informeer ik u, conform mijn toezegging, over de voortgang van
de revisie en met name over de eerste tranche van aanpassingen in het
programma.
Resultaat
Het werkplan 2003 is door mijn medewerkers sámen met
(koepel)organisaties van gebruikers en provincies uitgevoerd in tien
thematische projecten. In de projecten zijn gezamenlijk voorstellen
uitgewerkt om probleempunten op te lossen. De oplossingen zijn
besproken met de (koepel)organisaties en IPO, vertegenwoordigd in de
Adviesgroep Beheer. De adviesgroep heeft ingestemd met de
aanpassingsvoorstellen.
De tien projecten dienden om de zes door mij gestelde doelen te
realiseren. Deze doelen van de revisie heb ik als volgt geformuleerd:
1. het in overeenstemming brengen van de regeling met de Europese
regelgeving;
2. het verbeteren van de communicatie-, informatie- en
organisatiestructuur;
3. het terugdringen van de uitvoeringslast voor LNV;
4. het realiseren van een versnelling van de afhandeling van
subsidieaanvragen;
5. het verlagen van de administratieve lastendruk;
6. het wegnemen van de heersende technische pijnpunten.
Per project schets ik u de voorgenomen wijzigingen en geef ik aan aan
welke doelen de wijzigingen bijdragen.
Concrete aanpassingen
Oplossen van de problematiek rondom de betalingen aan agrarische
natuurverenigingen.
Vorig jaar werd duidelijk dat de Europese Commissie zich niet kon
vinden in de wijze waarop Nederland de beheersvergoeding in het kader
van de Subsidieregeling Agrarisch Natuurbeheer (SAN) uitbetaalt aan
samenwerkingsverbanden van agrariërs. Ik ben verheugd dat in korte
tijd in goed overleg met LTO/Natuurlijk Platteland Nederland voor deze
problematiek een oplossing is gevonden, die past binnen de kaders van
de Europese regelgeving, zodat we hiermee de toekomst van de
samenwerkingsverbanden voor agrarisch natuur- en landschapsbeheer
hebben kunnen veiligstellen.
Samenwerkingsverbanden van agrariërs kunnen vanaf komende
aanvraagperiode collectieve aanvragen blijven indienen, de uitbetaling
zal echter plaats vinden aan individuele agrariërs.
Ruimte voor regionaal maatwerk wordt gecreëerd doordat leden simultaan
met het indienen van de aanvraag een contract kunnen tekenen met het
samenwerkingsverband waaraan zij een contributie betalen. Het
samenwerkingsverband kan deze inkomsten naar eigen inzicht inzetten.
Speciaal voor samenwerkingsverbanden komen er vier aangepaste
pakketten voor weidevogelbeheer en drie extra mogelijkheden voor
uitgesteld maaibeheer.
Verbetering van het voortraject voor het indienen van de aanvraag door
DLG
In de evaluatie van Programma Beheer is geconcludeerd dat de
informatievoorziening rond het programma redelijk functioneert, maar
op onderdelen lacunes vertoont. Het rapport pleit ervoor DLG een
grotere rol te geven in de informatievoorziening aan
subsidieaanvragers.
Daar waar de informatievoorziening en begeleiding goed verlopen, zoals
daar waar koepelorganisaties, agrarische natuurverenigingen en
provinciale kennisloketten actief zijn, wil ik deze handhaven.
Op onderwerpen waar nu lacunes geconstateerd worden, zal ik DLG een
actievere rol laten vervullen. Enerzijds betreft dit een actievere rol
in de informatievoorziening aan aanvragers en (intermediaire)
organisaties die aanvragers ondersteunen. Anderzijds worden enkele
specifieke acties ondernomen. Afgelopen maanden heb ik daartoe een
pilot opgestart. Deze pilot richt zich voornamelijk op actieve
benadering van agrariërs met een aflopende overeenkomst Regeling
beheersovereenkomsten en natuurontwikkeling (RBON) om deze over te
laten stappen naar de SAN, op particulieren die een
inrichtingsaanvraag indienen en op de aanvraag van zogenaamde
risicovolle pakketten.
Naast een actieve rol van DLG is mijn beleid erop gericht dat de
bestaande structuren rond de informatieverstrekking over Programma
Beheer worden geoptimaliseerd, door de coördinatie tussen de
verschillende informatieverstrekkers zoals het LNV-loket, de
provinciale kennisloketten en particuliere organisaties te verbeteren.
De doelstelling daarbij is dat aanvragers tijdig kunnen beschikken
over uniforme en betrouwbare informatie, zie zij nodig hebben voor het
indienen van hun aanvraag.
Deze investering zal zich terugverdienen door een afname van onjuiste
aanvragen bij Laser. Hierdoor is een snellere afhandeling van
aanvragen mogelijk en zullen de uitvoeringskosten van Laser op termijn
afnemen.
Stroomlijnen uitvoering door Laser
Om tot een versnelde behandeling van aanvragen en tot een lagere
uitvoeringslast van Laser te komen, heb ik reeds een aantal
aanpassingen doorgevoerd. Dit betreft onder andere een versimpeling
van controles op het intekenen van terreinen op kaarten bij
aanvraagformulieren en het afschaffen van de toets op het
bestemmingsplan voor aanvragen voor functieverandering van agrarische
grond naar natuur.
Komend jaar zal ik inzetten op een verdere stroomlijning.
Vereenvoudigen van landschap in de regelingen
Ten aanzien van landschap stel ik een aantal wijzigingen in de
regeling voor om de regeling voor aanvragers te vereenvoudigen, de
administratieve lasten voor de aanvrager en Laser te verlagen en om
meer ruimte te laten voor regionale invulling van landschap. Zo heb ik
een aantal pakketten samengevoegd, aanvangseisen in de pakketten
vereenvoudigd en de toets op de nota Landschap laten vallen. Komend
jaar zal ik het subsidieregime ten aanzien van landschap verder vorm
geven. Dit zal ik doen in overleg met de provincies.
Gebiedsplannen
Met de provincies ben ik in goed overleg over vereenvoudiging en
uniformering van de provinciale gebiedsplannen. In deze plannen geven
provincies aan waar welke subsidies voor (agrarisch) natuurbeheer
kunnen worden verstrekt. De provincies zullen voor de
uitvoeringsorganisatie essentiële informatie op een eenduidige manier
aanbieden. Ook is er bezien hoe het complexe systeem kan worden
vereenvoudigd, waarmee provincies met behulp van hectarenquota sturen
op inhoud, locatie en hoeveelheid van te subsidiëren (agrarisch)
natuurbeheer.
Deze aanpak zal leiden tot een groter gebruiksgemak van de
gebiedsplannen bij de uitvoeringsorganisaties en meer duidelijkheid
bij de subsidie-aanvrager en in het verlengde hiervan tot een snellere
afhandeling van subsidie-aanvragen, een verlaging van administratieve
lasten van de aanvragers en een daling van de uitvoeringskosten van
het Programma Beheer. Waar dit mogelijk is, zal deze aanpak al voor de
aanvraagperiode 2004 worden doorgevoerd. Het overige gedeelte wordt
voor de aanvraagperiode 2005 nader uitgewerkt in een door de
provincies geïnitieerde projectgroep waaraan ook LNV deelneemt. In
deze projectgroep wordt tevens in overleg tussen de provincies en LNV
gewerkt aan de begrenzing van probleemgebieden, waardoor daar Europese
financiering ingezet kan worden.
Ik streef ernaar om met de provincies eind dit jaar een kader vast te
stellen voor de noodzakelijke aanpassingen van de gebiedsplannen in
2004. De aangepaste gebiedsplannen moeten voor 1 oktober 2004 zijn
vastgesteld.
Momenteel bestaan er in een aantal provincies drie soorten
gebiedsplannen; natuur-, beheers- en landschapsgebiedsplannen. Ik wil
dit beperken en landschapsgebiedsplannen vanaf 1 oktober 2004 op laten
gaan in de beheers- en natuurgebiedsplannen. Ook dit zal ik doen in
goed overleg met de provincies.
Pacht en Programma Beheer
Ten aanzien van de aanvraaggerechtigde voor subsidie Programma Beheer,
pachter of eigenaar, stel ik een forse aanpassing voor. Dit acht ik
noodzakelijk voor het waarborgen van de continuïteit in het
natuurbeheer en voor een heldere verantwoordelijkheidsverdeling
daarin. De voorgestelde oplossing vereenvoudigt tevens de regeling
voor aanvrager en uitvoerder en bewerkstelligt dat pacht een private
zaak blijft tussen eigenaar en pachter, waarbij de eigenaar en pachter
in het pachtcontract afspraken kunnen maken over het beheer van het
betreffende perceel, en het Rijk zich buiten deze pachtrelatie houdt.
Bovendien sluit de nieuwe lijn aan bij recente uitspraken van de
pachtkamer in Zwolle inzake de verklaring van geen bezwaar (Rb. 28
januari 2002, zknr. 166090 VV expl. 01-94). Ook voorkomt deze
regelingswijziging U-bochtconstructies van eigenaren die niet in
aanmerking komen voor Programma Beheer subsidie maar het beheer wel
vergoed krijgen door het verpachten van hun eigendom.
Mijn voornemen is voorts pachters niet langer een verklaring van geen
bezwaar van de eigenaar te laten overleggen in de SAN. In de SAN
zullen langjarige (minimaal 6 jaar) beheerders met bijvoorbeeld een
regulier pachtcontract gerechtigd blijven tot het doen van een SAN
aanvraag. In de Subsidieregeling Natuurbeheer (SN) echter, zullen bij
nieuwe aanvragen alleen eigenaren en erfpachters in aanmerking komen
voor beheers-, inrichtings- en functieveranderingssubsidie. De
eigenaar kan hierbij vanzelfsprekend derden blijven inhuren voor het
beheer.
Met deze wijziging wordt onder andere de problematiek rondom de
kortlopende pacht en de problemen rondom het afgeven van de verklaring
van geen bezwaar opgelost.
Voor de riettelers in de Wieden/Weerribben betekent deze aanpassing
een versoepeling voor de nog in behandeling zijnde aanvragen voor
beheerssubsidie SN. Deze aanvragen zullen niet afgewezen worden op
grond van het niet kunnen overleggen van een verklaring van geen
bezwaar. Met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer is overeengekomen dat
zij komend jaar met de riettelers afspraken zullen maken over de
aanpassing van de pachtcontracten voor de langere termijn, omdat
nieuwe SN-aanvragen van pachtende riettelers niet meer gehonoreerd
kunnen worden. De afspraken moeten recht doen aan de belangen van
beide partijen. Ik houd hierbij een vinger aan de pols.
Inhoudelijke aanpassingen aan pakketten
Een andere aanpassing die ik zal doorvoeren is het oplossen van een
aantal technische knelpunten ten aanzien van de omschrijving van
bepaalde beheerspakketten. Na deze aanpassingen sluiten de pakketten
beter aan op de beheerpraktijk. Het betreft hier een eerste tranche
van aanpassingen. Verdere vereenvoudiging wordt nagestreefd. Daartoe
worden in 2004 nieuwe voorstellen ontwikkeld en zal worden onderzocht.
Recreatie en openstelling
Een aanpassing om de regeling te versimpelen, toegankelijker en minder
administratief te maken voor aanvragers is het versimpelen van de
openstellings- en recreatiecomponenten in de regelingen. Vanaf de
nieuwe aanvraagperiode wil ik openstelling als vereiste stellen om
subsidie te krijgen. Het aantal openstellings- en recreatiepakketten
heb ik teruggebracht tot slechts één recreatietoeslag voor terreinen
waar speciale recreatievoorzieningen worden getroffen.
Afbouwen oude regelingen
Om de uitvoeringslasten verder terug te brengen wil ik vaart maken met
het opheffen van oude regelingen en wil ik lopende beschikkingen over
laten gaan in één van de regelingen van Programma Beheer. Door het
introduceren van jaarrondbegrazing in de SAN is een overstap vanuit de
RBON regeling eenvoudiger geworden.
Door aanpassingen in de SN kunnen nu ook bijna alle hectaren natuur
van terreinbeherende organisaties, die tot nu toe door de oude
TBO-regeling gefinancierd werden, onder de SN gebracht worden, zodat
ik deze regeling per 1 januari 2004 kan stopzetten. Ook zal ik de
reeds lang gesloten regeling Besluit Verbossing Rietlanden opheffen.
Per 1 januari 2007 wil ik de dan nog resterende oude beheersregelingen
definitief afschaffen en de dan nog lopende contracten beëindigen.
Flexibiliteit regeling
Een veel gehoorde klacht over Programma Beheer is dat de regeling
inflexibel zou zijn. Er wordt uitgegaan van zesjarige beheerperioden
waar een aanvrager zich zes jaar aan committeert. Uit het oogpunt van
duurzaamheid vind ik het niet wenselijk deze zesjarige beschikkingen
te flexibel te maken. Wel heb ik met de gebruikers geïnventariseerd
wat nu echt praktische knelpunten zijn en daarop heb ik de regeling
aangepast. Zo kan vanuit een SAN of SN beheerpakket de overstap naar
SN-functieverandering gemaakt worden, zullen overdrachtstermijnen
maximaal verruimd worden en wordt bijvoorbeeld
functieveranderingsubsidie ook mogelijk zonder dat er
inrichtingssubsidieaanvraag is ingediend.
Communicatie
De bovenstaande beschreven aanpassingen zijn besproken met de
Adviesgroep Beheer, waarin de verschillende gebruikersgroepen
vertegenwoordigd zijn. De adviesgroep heeft ingestemd met de
aanpassingen. Uitvoeringsorganisaties, intermediairen en
samenwerkingsverbanden zullen de praktijk informeren over de
aanpassingen.
Vervolg
Zoals ik al aangaf zijn bovenstaande aanpassingen de invulling van de
eerste tranche van de revisie. Ook komend jaar zal ik flink inzetten
op verdere vereenvoudiging en verbetering van de regeling. In de
tweede tranche zal ik de zaken aanpakken waarvan afronding in de
eerste tranche vanwege de korte tijdperiode niet mogelijk was,
onderwerpen die een grondiger onderzoek vergen of waarvoor
bijvoorbeeld afstemming met andere overheden vereist is. Zo zal de
mogelijkheid tot verzamelaanvragen voor grote terreinbeheerders verder
onderzocht worden en zal ik met provincies een slag maken ten aanzien
van de gebiedsplannen. Mijn beleidsdoelen met betrekking tot de na te
streven kwaliteit natuur blijven daarbij uitgangspunt.
Komend jaar zal ik voorts het accent leggen op het verlagen van de
uitvoeringslast van de uitvoeringsorganisaties en de administratieve
lasten van de gebruikers.
Onlangs heb ik het advies 'Ruimte voor Natuur' van de Raad voor het
Landelijk Gebied ontvangen inzake de realisatie en het beheer van de
EHS. Binnenkort zal ik hier in een separate brief een reactie op
geven.
De minister van Landbouw, Natuur
en Voedselkwaliteit,
dr. C.P. Veerman
---
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit