Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer Postbus 90801 2509 LV Den Haag der Staten-Generaal Anna van Hannoverstraat 4 Binnenhof 1a Telefoon (070) 333 44 44 2513 AA `s-GRAVENHAGE Telefax (070) 333 40 33

Uw brief Ons kenmerk 24 september 2003 AV/CAM/2003/74941 nr. 2030400310
Onderwerp Datum Kamervragen van het lid (Weekers) 10 oktober 2003

./. Hierbij zend ik u de antwoorden op de vragen van het lid Weekers (VVD) over de openbaarheid van CAO-fondsen, de afhankelijkheid van vakbonden van verplichte werkgeversbijdragen en het mogelijk gesjoemel met ledenaantallen.

De Minister van Sociale Zaken
en Werkgelegenheid,

(Mr. A.J. de Geus)



Antwoorden bij de kamervragen van het lid Weekers (VVD) over de openbaarheid van CAO-fondsen, de afhankelijkheid van vakbonden van verplichte werkgeversbijdragen en het mogelijk gesjoemel met ledenaantallen.

Vraag 1
Herinnert u zich de toezegging van uw ambtsvoorganger Vermeend dat de jaarverslagen van algemeen verbindendverklaarde CAO-fondsen openbaar zouden worden gemaakt?

Antwoord 1
Ja. In het Algemeen Overleg met de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 18 oktober 2001 heeft mijn ambtsvoorganger o.a. toegezegd het Toetsingskader Algemeen Verbindend Verklaren van CAO-bepalingen (AVV) zodanig aan te passen dat de openbaarheid en verkrijgbaarheid van jaarstukken wordt vergroot (Tweede Kamer, 2001-2002, 28000 XV, nr.10).

De toezegging van mijn ambtsvoorganger heeft geleid tot een besluit tot wijziging van het Toetsingskader AVV, gepubliceerd op 19 juni 2002 in de Staatscourant (nr. 114 / pag.11) en met als datum van inwerkingtreding 1 januari 2003. Het betreffende besluit is ter kennisneming aan de vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid gestuurd op 12 juli 2002 (AV/CAM/2002/51211).
In het Toetsingskader AVV is vastgelegd dat in de statuten van CAO-fondsen moet zijn voorgeschreven dat het jaarverslag en de accountantsverklaring voor bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers wordt neergelegd ten kantore van het fonds en op een of meer door de minister van SZW aan te wijzen plaatsen. Voorts dient in de statuten te zijn geregeld dat het jaarverslag en de accountantsverklaring op aanvraag aan de bij het fonds betrokken werkgevers en werknemers worden toegezonden (tegen betaling van de daaraan verbonden kosten). Daarnaast is in het Toetsingskader AVV geregeld dat de jaarverslagen van fondsen en de accountantsverklaringen voor een ieder ter inzage liggen bij het ministerie van SZW (Arbeidsinspectie), conform het wijzigingsbesluit met ingang van 1 januari 2003.

Vraag 2
Bent u ervan op de hoogte dat deze toezegging pas in 2003 heeft geleid tot een inzagenprocedure, waarin onder meer valt te lezen, dat de algemeen verbindend verklaarde CAO-fondsen onder de Auteurswet 1912 vallen en daarom niet mogen worden gekopieerd of overgeschreven? Bent u ervan op de hoogte dat belangstellenden voor de CAO-fondsen bovendien een protocol moeten ondertekenen dat geen inbreuk wordt gemaakt op het auteursrecht?

Antwoord 2
Ik ben op de hoogte dat de toezegging van mijn ambtsvoorganger heeft geleid tot een inzageprocedure en daarbij behorend protocol. Om misverstanden te voorkomen wijs ik erop dat in het protocol niet staat dat de Auteurswet van toepassing is op AVV'de CAO-fondsen, maar wel op de jaarverslagen van AVV'de CAO-fondsen en de daarbij geleverde accountantsverklaringen.


---



De toepasselijkheid van de Auteurswet op de jaarverslagen en accountantsverklaringen was reeds voorafgaand aan de inwerkingtreding van de mogelijkheid tot inzage bekend gemaakt, ook aan diegenen die zich al bij de Arbeidsinspectie hadden gemeld als belangstellende. Zo is onder andere ook op de Voorlichtingsdag van de Arbeidsinspectie op 18 december 2002 (voor een ieder toegankelijk) over de inzageprocedure gecommuniceerd, waarbij tevens werd aangekondigd dat de toen genoemde toepasselijkheid van de Auteurswet in een te ondertekenen protocol vervat zou worden. Dit is telkens herhaald als belangstellenden zich bij de Arbeidsinspectie meldden.
Ook is kenbaar gemaakt dat jaarverslagen, conform het gewijzigde Toetsingskader AVV en te beginnen voor de jaarverslagen over 2002, binnen 6 maanden na afloop van het boekjaar aan het Centraal Kantoor van de Arbeidsinspectie toegezonden dienden te worden. Dit laatste impliceerde, tevens rekening houdend met een eenmalige uitstelmogelijkheid bij wijze van overgangsregeling, dat de gewenste inzage logischerwijs niet eerder effectief kon aanvangen dan in de tweede helft van 2003.
De inzageprocedure en het protocol zijn vanaf 20 augustus 2003 ook op de website van de Arbeidsinspectie te raadplegen.

Vraag 3
Wat is de reden van genoemde beperkingen van de openbaarheid? Deelt u de opvatting dat de wijze van terinzagelegging, het daarop van toepassing verklaren van de Auteurwet van 1912 en het voorschrift om het protocol te ondertekenen opdat niets naar buiten komt, niet echt bevordelijk is voor transparantie rondom ge-AVV-de sectorfondsen en dat genoemde beperkingen onmiddellijk worden opgeheven opdat publiekelijk verantwoording wordt afgelegd? Welke maatregelen gaat u nemen om de mist rondom CAO-fondsen op te lossen?

Antwoord 3
Het protocol beperkt de openbaarheid van jaarverslagen en bijgevoegde accountantsverklaringen niet, maar wijst degene die inzage verkrijgt op het feit dat er een wettelijke regeling geldt ten aanzien van het auteursrecht op beide documenten. Beperkingen zoals niet kopiëren en niet overschrijven vloeien voort uit de Auteurswet en worden niet opgelegd door middel van het protocol.
De Arbeidsinspectie dient met zorgvuldigheid om te gaan met schriftelijke stukken die door anderen aan haar beschikbaar zijn gesteld, zoals de hier bedoelde jaarverslagen en accountantsverklaringen. Deze documenten zijn en blijven dus openbaar, inzage is er immers voor een ieder. En zoals in het antwoord op vraag 1 is aangegeven, dienen direct betrokkenen (bedrijfsgenoten) het jaarverslag toegestuurd te krijgen van het fonds als zij daar om vragen.

Vraag 4
Klopt het dat vakbonden, waaronder FNV-Bondgenoten, tot enkele tientallen procenten van hun exploitatie afhankelijk zijn van deze sectorfondsen en dus van verplichte werkgeversbijdragen? Om hoeveel geld en welke vakbonden gaat het?

Antwoord 4

---



Het departement beschikt niet over de gevraagde informatie. Wel is mij bekend op grond van berichtgeving op de website Van FNV-Bondgenoten (www.bondgenoten.fnv.nl "Vakbondsfinanciën weer onder controle", d.d. 23 september 2003), dat in 2002 6,5% van de inkomsten van FNV Bondgenoten voortkwam uit bijdragen die werkgevers leveren op grond van (niet AVV'de CAO-)afspraken over het zogeheten "vakbondstientje". Daarnaast verwacht de vakbond dat zij in 2003 ongeveer 14 miljoen van haar inkomsten (op een totale begroting van bijna 100 miljoen) zal verkrijgen uit bijdragen uit al dan niet AVV'de CAO-fondsen op grond van gespecificeerde activiteiten.

Vraag 5
Deelt u de opvatting dat het nimmer de bedoeling kan zijn dat door middel van algemeen verbindend verklaren van CAO's, werkgevers de facto door u worden gedwongen om vakbonden te subsidiëren? Wat gaat u eraan doen dat hier een einde aan komt? Bent u bereid om geld dat via deze wijze ten onrechte tot de exploitatie van vakbonden heeft bijgedragen terug te vorderen?

Antwoord 5
Ik deel de bedoelde opvattingen niet in algemene zin. Bijdragen zoals een `vakbondstientje' kunnen door vakbonden en werkgevers(organisaties) in vrijheid worden overeengekomen, maar worden niet AVV'd. Voorzover het gaat om subsidies die vakbonden (en/of werkgeversorganisaties) ontvangen uit wel AVV'de fondsen gebeurt dit onder voorwaarden. Op grond van in de AVV'de statuten en/of de huishoudelijke reglementen vastgelegde doelstellingen van CAO-fondsen en bestedingsdoelen is het mogelijk dat instellingen subsidies verkrijgen van het fonds voor activiteiten die binnen de doelstellingen en bestedingsdoelen passen. Tot die instellingen kunnen uiteraard ook werknemers- en/of werkgeversorganisaties behoren.
In het gewijzigde Toetsingskader AVV is geregeld dat instellingen die subsidie verkrijgen uit een fonds de besteding daarvan dienen te verantwoorden tegenover het subsidieverlenende fonds. Het fonds is weer verplicht de verantwoordingen van de subsidie ontvangende instellingen in het eigen jaarverslag op te nemen. Voorzover een werkgever zou menen dat geld ten onrechte tot de exploitatie van vakbonden heeft geleid, is het aan hemzelf om dit terug te vorderen bij het betreffende fonds.

Vraag 6
Hebt u kennisgenomen van de berichten dat met de opgave van aantal werknemers die onder een CAO vallen zou worden gesjoemeld teneinde voor algemeen verbindend verklaring in aanmerking te komen? Wat doet u met deze berichten? Op welke wijze overtuigt u zich ervan dat niet wordt gesjoemeld met ledenaantallen?

Antwoord 6
Het bericht waarnaar wordt verwezen betreft naar mijn weten de opgave van de zogeheten representativiteitsgegevens bij verzoeken tot AVV van enkele CAO's voor het horecabedrijf, welke op 21 december 1999 zijn ingewilligd.
In het genoemde geval van de horeca-CAO zijn toentertijd bedenkingen tegen de representativiteit ingediend en is aan de AVV verzoekende CAO-partijen zoals te doen gebruikelijk een waarborging gevraagd van de representativiteitsgegevens met behulp van een
---




accountantsverklaring. Er was naar aanleiding daarvan geen reden te twijfelen aan de juistheid van de gegevens en de wijze van gegevensverzameling. Ik heb de Tweede Kamer hierover overigens uitgebreider gerapporteerd in antwoord op kamervragen die op 29 oktober 1999 door de heer Kamp van de VVD waren ingediend (Tweede Kamer, 1999-2000, Aanhangsel nr.442), en later ook in antwoord op de kamervragen ingediend op 12 april 2001 door de heren Wilders en Kamp van de VVD (Tweede Kamer, 2000-2001, Aanhangsel nr.1178).
De toenmalige kwestie heeft er uiteindelijk toe geleid dat in het Toetsingskader AVV een bepaling is opgenomen waarmee van partijen die een verzoek tot AVV indienen (met ingang van 1 januari 2003) een nadere toelichting wordt gevraagd op de opgave van de representativiteitsgegevens, waaruit moet blijken op welke wijze de betreffende gegevens zijn verzameld (zie onderdeel 4.1 van het Toetsingskader AVV en artikel 2:2 onderdeel d van het Besluit aanmelding collectieve arbeidsovereenkomsten en het aanvragen van algemeen verbindend verklaring).


---