Lagere consumptie in tweede kwartaal
Het volume van de binnenlandse consumptieve bestedingen in het tweede kwartaal van 2003 is 1,4 procent kleiner dan in dezelfde periode vorig jaar. Deze volumedaling volgt op een lichte stijging van de consumptie in het eerste kwartaal van 2003 met 0,3 procent. Hieruit resulteert voor de eerste helft van dit jaar een daling met 0,6 procent vergeleken met het eerste halfjaar van 2002. In het tweede kwartaal van 2003 is aan alle consumptiecategorieën minder besteed dan een jaar eerder, zo blijkt uit cijfers van het CBS. De sterkste volumedaling doet zich voor bij de consumptie van duurzame goederen.
Dienstenconsumptie in de min
De uitgaven aan diensten in het tweede kwartaal zijn, gecorrigeerd voor prijsveranderingen, 0,5 procent lager dan een jaar eerder. Na drie jaar van teruglopende groei heeft bij de consumptie van diensten begin 2003 een omslag plaatsgevonden. In het eerste kwartaal van 2003 werd namelijk voor het eerst minder besteed dan een jaar eerder (-0,3 procent). Met name bij de horeca en aan financiële en zakelijke diensten is in beide kwartalen minder besteed. Van de binnenlandse consumptieve bestedingen gaat bijna de helft op aan diensten.
Ook minder goederen geconsumeerd
Het volume van de bestedingen aan goederen ligt in het tweede kwartaal van dit jaar 2,2 procent onder het niveau van hetzelfde kwartaal van 2002. Aan duurzame goederen is fors minder besteed dan een jaar eerder. Bij huishoudelijke apparaten en vervoermiddelen zijn de bestedingen, voor prijsverandering gecorrigeerd, nog toegenomen maar niet genoeg om de dalingen bij andere duurzame goederen te compenseren. Vooral bij de meubelbranche is veel minder gekocht. De consumptie van voedings- en genotmiddelen is in het tweede kwartaal een half procent lager dan een jaar eerder.
Maandcijfers fluctueren mede door verschil in koopdagen
Binnen het tweede kwartaal is de volumedaling van de binnenlandse consumptieve bestedingen in juni het sterkst (-2,7 procent). In april (-0,4 procent) en mei (-1,0 procent) was de daling minder scherp. Verschillen in het koopdagenpatroon zijn van invloed op de groeicijfers op maandbasis. Het junicijfer is dit jaar negatief beïnvloed door een ongunstiger samenstelling van de koopdagen vergeleken met juni 2002. De consumptie in april en mei dit jaar werd juist positief beïnvloed door een gunstiger samenstelling van de koopdagen dan een jaar eerder.
Technische toelichting
Dit persbericht beschrijft de ontwikkeling van de binnenlandse Consumptie door huishoudens (inclusief IZWh). De Consumptie door huishoudens omvat naast alle bestedingen aan goederen en diensten waarvoor huishoudens zelf betalen ook een relatief klein bedrag aan consumptie van Instellingen Zonder Winstoogmerk, werkzaam ten behoeve van huishoudens (IZWh). Hieronder vallen bijvoorbeeld sportverenigingen, vakbonden en organisaties op religieuze grondslag. Zij financieren hun activiteiten hoofdzakelijk uit contributies van leden en donaties van sympathisanten.
De binnenlandse consumptieve bestedingen zijn verdeeld in vier hoofdcategorieën: voedings- en genotmiddelen (in 2002 aandeel 14%), duurzame goederen (22%), overige goederen (14%) en diensten (50%). Het gaat bij de binnenlandse consumptie om de uitgaven op Nederlands grondgebied: dus ook de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland. De uitgaven van Nederlandse ingezetenen in het buitenland zijn niet in dit cijfer opgenomen. Het in de tabel opgenomen begrip 'nationale consumptie' bevat in tegenstelling tot de term 'binnenlandse consumptie' wel de bestedingen van Nederlandse ingezetenen in het buitenland, maar niet de uitgaven van buitenlandse ingezetenen in Nederland.
De groeicijfers zijn steeds gebaseerd op een vergelijking met de overeenkomstige periode een jaar eerder. De volumemutaties zijn voor prijsveranderingen gecorrigeerd. Voor het berekenen van de prijsontwikkeling is gebruik gemaakt van het basismateriaal van de consumentenprijsindex (CPI) van het CBS. Weersomstandigheden en de samenstelling van de koopdagen kunnen van invloed zijn op de uitkomsten van de maandcijfers. Zo wordt op een vrijdag of zaterdag meer uitgegeven dan op een maandag of dinsdag. Voor deze effecten is niet gecorrigeerd.
Deze macro-economische consumptiecijfers sluiten aan bij de concepten en definities van de Nationale rekeningen en de uitkomsten van de Kwartaalrekeningen van het CBS.
PB03-184
13 oktober 2003
9.30 uur
Centraal Bureau voor de Statistiek
Persbericht
CBS