HWS

Drinkwaterbedrijven eisen sluiting website

Pleidooi voor openheid en transparantie

Den Haag, 29 sept 2003 - De website www.zero-water.com met informatie over het Nederlandse leidingwater moet gesloten worden. In ieder geval moet de tekst op 98 plaatsen worden geschrapt of grondig worden aangepast. Dit vordert de Vereniging van Waterleidingbedrijven in Nederland (VEWIN) in kort geding bij de Rechtbank Den Haag tegen Holland Waterfiltration Systems BV (HWS).

VEWIN eist dat HWS bepaalde informatie verwijdert omdat deze de indruk zou wekken dat er gezondheidsrisico's kleven aan het drinken van leidingwater. Bovendien zou HWS ten onrechte beweren dat er ter zake van het Nederlandse leidingwater een gebrek aan openbaarheid van informatie en/of voorlichting van de consument zou zijn.

Geen onjuistheden volgens VEWIN
De beheerder van de website, HWS, stelt daarentegen dat de gegevens op haar website objectief en correct zijn. Zij zijn afkomstig van wetenschappelijke en gouvernementele organisaties waaronder nota bene die van drinkwaterbedrijven zelf. Van de 98 verwijten van VEWIN blijven er wel geteld drie of vier over, waar nog bij enkele daarvan er sprake is van semantiek. Tijdens het pleidooi geeft VEWIN toe dat er eigenlijk geen onjuistheden op de Zero-website staan. Daarmee staat vast dat ook de paragrafen 'Wat zit er in mijn leidingwater' en 'Water & gezondheidseffecten' correcte informatie aan de consument geven. VEWIN eist evenwel dat deze paragrafen integraal van het web worden verwijderd.

Feiten en beoordelingen
De raadsman van HWS, Mr G. Kemper, wees op het verschil tussen feiten en beoordelingen. Wanneer het om opinies gaat is bewijsvoering niet aan de orde. En degene die een opinie uit komt pas in de gevarenzone wanneer het waardeoordeel geen relatie meer heeft met de feiten.

Door Kemper werd verder betoogd dat het Europees Verdrag van de Rechten van de Mens (EVRM) een eventuele beperking van de vrijheid van meningsuiting ook moet toetsen aan het criterium 'necessary in a democracy'. Onwelgevallige uitingen vormen - mits deze gestoeld zijn op correcte feiten - de kern van de democratische samenleving omdat aldus het publieke debat wordt gestimuleerd.

Openheid en democratie
Met de publicatie van haar website volgt HWS de trend naar volstrekte openheid over stoffen in de voedselketen. Niet alleen houdt HWS zich vrijwel letterlijk aan de wettelijke bepalingen voor openbaarmaking van de Amerikaanse drinkwaterwet (die gebaseerd is op de 'Civil Right to Know Act') maar ook aan het door de Ministerraad vastgestelde nieuwe stoffenbeleid van het Ministerie van VROM ('SOMS''Strategisch Omgaan Met Stoffen'). Het Witboek over Voedselveiligheid van de Europese Unie stelt dat de consument met volledige kennis van zaken zijn levensmiddelen moeten kiezen. In het voorstel van de Consumentenbond 'Wet voor de Openbaarheid van Productie en Ketens' wordt zelfs gesteld dat het 'voortschrijdend wetenschappelijk inzicht' naar de consument moet worden gecommuniceerd.

Ontstaan van waterleidingbedrijven in Nederland Voorts werd door HWS een van de peilers van de eis van VEWIN onderuit gehaald. VEWIN stelt dat het recht van vrije meningsuiting HWS niet toekomt, althans beperkt wordt, omdat zij uitsluitend uit zou zijn op een financieel belang. Uit een recent artikel van waarnemend directeur van VEWIN, Berkhuizen, blijkt dat er begin 1900 60 waterleiding bedrijven bestonden waarvan er meer dan de helft (39) in particuliere handen waren. Omdat de overheid in begin 1800 geen stappen ondernam is het aan het particulier initiatief van de schrijver Jacob van Lennep met een aantal industriëlen (met financieel belang) te danken dat in 1850 in Amsterdam het eerste Nederlandse waterleidingbedrijf is gevestigd. Al sedert 1993 dringt de directeur van HWS er bij de overheid en drinkwaterbedrijven op aan om initiatief te nemen tot (al dan niet gezamenlijk) onderzoek naar en ontwikkelen van alternatieve drinkwaterdistributiesystemen.

Achterhouden van informatie
Wordt er door drinkwaterbedrijven informatie achtergehouden? HWS legt stukken over waaruit blijkt dat drinkwaterbedrijven vanaf oktober 2002 tot op heden (meer dan 11 maanden) ondanks uitdrukkelijk verzoek weigeren om de rapporten over te leggen, welke zij ieder jaar aan de Inspectie moeten zenden.

Nog ernstiger lijkt het dat - zoals ook uit Kamervragen van Boris van der Ham (D66) blijkt - informatie uit het rapport van PWN Waterleidingbedrijf Noord- Holland over 2001 wordt 'opgeschoond' en uit het door VROM/ RIVM opgestelde rapport dat ter controle aan de Tweede Kamer wordt aangeboden, blijkt te zijn verwijderd. Het betreft hier totaal 39 normoverschrijdingen van stoffen die schade aan de volksgezondheid opleveren of kunnen opleveren (waaronder chloroform).

Onafhankelijk onderzoek
Gezien het 'gat' dat bestaat tussen de informatie van PWN zelf en de berichtgeving welke aan de leden van de Tweede Kamer over resultaten in dezelfde periode wordt verstrekt, is HWS van mening dat door een onafhankelijke organisatie moet worden vastgesteld of hier informatie aan de Tweede Kamer wordt onthouden.

Tevens moet door zo'n onafhankelijk organisatie worden vastgesteld of PWN en de andere waterleidingbedrijven in de afgelopen 3 jaar hebben voldaan aan hun krachtens de wet opgelegde plicht. Die plicht is het leveren van water aan de consument dat geen stoffen bevat die schadelijk zijn of kunnen zijn voor de volksgezondheid.

Angst
Mr Kemper wijst erop dat in Amerika, waar ca 240 miljoen consumenten jaarlijks informatie krijgen over drinkwater - wat zit er in, waar komt het vandaan en wat zijn de mogelijke gezondheidseffecten - op dezelfde wijze als HWS (die de Amerikaanse regels vrijwel letterlijk heeft gevolgd, geen sprake is van angst. Dit geeft te denken over de motieven die VEWIN heeft bij het hanteren van dit verwijt.

Conclusie
HWS zegt niet dat het leidingwater in Nederland onveilig is doch volgt letterlijk de conclusies van de Vereniging van Rivierwaterbedrijven (RIWA). Deze stelt dat een relatief groot aantal prioritaire stoffen 'de huidige zuiveringssystemen kunnen passeren' en zich derhalve in het leidingwater bevinden, dat deze 'als ongewenst moeten worden beschouwd' en dat 'een juiste inschatting van de gezondheidskundige risico's voor de drinkwaterconsument' op basis van de huidige inzichten nog niet duidelijk te geven is.

De bovenstaande feiten zijn de reden geweest voor initiatief van HWS tot het openen van een website met feitelijke informatie over drinkwater, dit met motivering en onderbouwing van haar visie. Naar de mening van HWS dient de overheid op grond van haar wettelijke plicht een voorziening te treffen voor consumenten die overwegende bezwaren hebben tegen de aanwezigheid van stoffen in het leidingwater welke schadelijk zijn of kunnen zijn voor de gezondheid (zoals bijvoorbeeld chloroform).
HWS meent dat, nu de overheid zelf geen stappen voor zo'n voorziening onderneemt, een eigen initiatief geoorloofd en zelfs gewenst cq geboden is.

Datum uitspraak: 13 october 2003

Voor de tekst van de pleitnota van Mr G.J. Kemper zie www.zero-water.com
Informatie: HWS tel 070 338 7047

30 sep 03 12:52