Ministerie van Buitenlandse Zaken
Aan de Voorzittervan de

Tweede KamerderStaten-Generaal

Binnenhof4

Den Haag

- Directie Integratie Europa

Bezuidenhoutseweg 67

Postbus 20061

2500 EB Den Haag

Datum

- 6 oktober 2003

Behandeld

- Govert Jan Bijl de Vroe

Kenmerk

- DIE-566/03

Telefoon

- 070-348 5005

Blad

- 1/6

Fax

- 070- 348 6381

Bijlage(n)

- - gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl

Betreft

- Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 13-14 oktober 2003-

---

Graag - bieden wij u hierbij- de geannoteerde agenda aan van - - - de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 13-14 oktober 2003.

De Minister De Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,

Mr. J.G. de Hoop Scheffer Mr. Drs. A. Nicolaï

Geannoteerde agenda van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen

van 13-14 oktober 2003

Algemene Zaken

Stand van zaken overige Raadsformaties

Overzichtsdocument was nog niet beschikbaar bij het opstellen van deze geannoteerde agenda.

Voorbereiding Europese Raad 16-17 oktober

De Europese Raad zal zich onder andere buigen over de stand van de Europese economie. Belangrijke onderwerpen hierbij zijn economische groei en herstel van de werkgelegenheid en investeringen in de 'harde' en 'zachte' infrastructuur. Het onderwerp is mede geagendeerd naar aanleiding van twee recente groei-initatieven (Voorzitterschap; Frankrijk, Duitsland en het VK).

Gezien de stand van de economie in Europa acht Nederland het begrijpelijk dat de Europese Raad zich over dit onderwerp buigt. Daarbij is Nederland van mening dat economische groei en herstel van de werkgelegenheid de centrale thema's van de besprekingen van deze Europese Raad dienen te zijn. Hiervoor dient de Europese Raad de noodzaak van structurele hervormingen te benadrukken. Met betrekking tot investeringen in de infrastructuur is Nederland van mening dat dit gericht moet zijn op het
verhogen van deelname van kapitaal uit de private sector. Overheidsinvesteringen in de infrastructuur vallen onder de grenzen van het Groei- en Stabiliteitspact.

Meer ten algemene meent Nederland dat bespreking van de economie in de Europese Raad onderdeel dient uit te blijven maken van de Lissabon-strategie. De Voorjaarsraad, inclusief de rol van de Commissie daarin, is naar Nederlandse mening het anker voor de bespreking van de totale Europese groei-agenda.

De bespreking van de voorbereiding van de Europese Raad op 16 en 17 oktober a.s. gaat ook in op versterking van de "ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid". Aan de orde zullen komen het gemeenschappelijk beheer van de buitengrenzen, beheersing van migratiestromen en justitiële samenwerking.

In het kader van het gemeenschappelijk beheer van buitengrenzen wenst het Italiaans Voorzitterschap een discussie over het oprichten van een Agentschap voor het beheer van de externe grenzen (Border Management Agency). Nederland is voorstander van een stapsgewijze benadering. Tijdens de JBZ-Raad van 2 en 3 oktober is gesproken over een gemeenschappelijke eenheid (Common Unit) om meer samenhang te betrachten tussen de bestaande coördinatiecentra voor land-, lucht- en zeegrenzen, het Risk
Analysis Centre, het Dover Centre (technische ondersteuning) en het Opleidingscentrum. Nederland kan een dergelijke operationele samenwerking voor een meer geïntegreerde aanpak van buitengrensbeheer ondersteunen. Dit is ook in lijn met de Conclusies van de Europese Raad van Thessaloniki. Deze Common Unit dient echter eerst te worden uitgewerkt. Een Border Management Agency is pas in een latere fase aan de orde. De Commissie is wel uitgenodigd om hier voor het einde van het jaar voorstellen voor
te doen. Nederland meent dat Lidstaten primair zelf verantwoordelijk zijn voor de financiering van het beheer van de grenzen. Communautaire financiering dient slechts aan de orde te zijn daar waar praktisch door nationale diensten wordt samengewerkt (coördinatie, uitwisseling etc.) waarbij er sprake is van een duidelijke toegevoegde waarde voor de EU.

Met betrekking tot de beheersing van migratiestromen benadrukt het Voorzitterschap in de eerste plaats het belang van een versterkte samenwerking met derde landen teneinde illegale immigratie tegen te gaan. In dit verband wordt gerefereerd aan het vergemakkelijken van het afsluiten van terug- en overnameovereenkomsten. Ook wordt in dit kader het belang van een gemeenschappelijk terugkeerbeleid benadrukt. Tevens wordt gehoopt dat eind 2003 een politiek akkoord wordt bereikt omtrent de
ontwerp-richtlijnen aangaande biometrische kenmerken en dat de besluitvorming voortgang vindt over de ontwikkeling van het Visa Informatie Systeem (VIS) en het Schengen Informatie Systeem (SIS) II. Nederland kan deze belangen onderschrijven.

Voort wat betreft legale immigratie vraagt het Voorzitterschap aandacht voor een studie naar een stelsel voor immigratiequota. Tijdens de informele JBZ-Raad van 12 en 13 september jl. is de totstandkoming besproken van een dergelijke studie naar een stelsel voor immigratiequota voor arbeid op Europees niveau. De meeste Lidstaten, waaronder Nederland, willen eerst de studie afwachten voordat verdere stappen worden ondernomen. Een quotumstelsel strookt niet met hun wens arbeidsmigratie als
nationale bevoegdheid te houden.

Op het gebied van justitiële samenwerking heeft het voorzitterschap een beperkte bespreking in gedachten. De nadruk ligt bij de thema's asiel en migratie. Voor wat betreft de justitiële samenwerking wenst het Voorzitterschap de bestrijding van grootschalige grensoverschrijdende drugshandel te bespreken. In dit kader wenst het Voorzitterschap voor het eind van het jaar dat een nieuw Kaderbesluit Illegale Drugshandel zal worden aangenomen. Dit Kaderbesluit is controversieel. Enkele Lidstaten
willen een substantiële strafbedreiging voor het bezit van kleine hoeveelheden soft drugs. Nederland verzet zich hiertegen maar hecht tevens waarde aan een spoedige afronding van ook dit deel van het Tampere programma.

Statuut leden Europees Parlement

De Raad zal spreken over de onderhandelingen met het EP om tot een uniforme rechtspositionele regeling voor de EP-leden te komen ("het Statuut van de EP-leden"). Het Italiaans Voorzitterschap wil graag voortgang boeken en indien mogelijk dit Statuut voorafgaand aan de EP-verkiezingen afronden.

Het EP en de Raad zijn beide voorstander van een communautaire regeling, maar de standpunten over de invulling ervan lopen uiteen. Het EP heeft in juni jl. een voorstel gedaan voor een Statuut, met uniforme salarissen en pensioenen en een uitbreiding van de immuniteiten en privileges voor Europarlementariërs. Het Voorzitterschap heeft aangegeven vooral over de immuniteiten te willen spreken.

De immuniteiten zijn nu geregeld in een aan het Verdrag gehecht "Protocol betreffende de voorrechten en immuniteiten van de Europese Gemeenschappen". Het EP wil deze voorrechten en immuniteiten in het Statuut opnemen en tegelijkertijd uitbreiden. De Raad is van mening dat een wijziging van deze immuniteiten niet in het Statuut kan plaatsvinden, maar een verdragswijziging behoeft. Een meerderheid van de lidstaten is echter zeer terughoudend om dit als onderwerp aan de IGC toe te voegen.

Uitbreiding: voorbereiding van de volgende Toetredingsconferenties

met Bulgarije en Roemenië

De RAZEB zal mogelijk ook spreken over de voorbereiding van toetredingsconferenties met Bulgarije en Roemenië. In toetredingsconferenties vinden formeel de onderhandelingen plaats tussen de Unie en de individuele kandidaat-lidstaten. Daarin worden de onderhandelingen over de diverse hoofdstukken van het acquis voorlopig afgesloten nadat de RAZEB een gemeenschappelijke positie van de Unie heeft vastgesteld. Naar verwachting zal in oktober een gemeenschappelijke positie voor het hoofdstuk JBZ met
Bulgarije kunnen worden vastgesteld.

Externe Betrekkingen

Westelijke Balkan

In aanwezigheid van hoofdaanklager Carla del Ponte zal de Raad spreken over de stand van zaken rond de samenwerking van de landen in de regio met het Joegoslavië-tribunaal (ICTY). Nederland zal opnieuw pleiten voor een duidelijke boodschap aan de landen in de regio dat deze samenwerking voorwaarde is voor verdere toenadering tot de EU. Het oppakken van de voortvluchtige verdachten Mladic, Karadzic en Gotovina verdient hierbij de hoogste prioriteit. Voor Nederlandse ratificatie van het
Stabilisatie- en Associatie Akkoord met Kroatië is het oordeel van het ICTY over de mate waarin Zagreb samenwerkt met het Tribunaal maatgevend. Nederland is tevens voorstander van een duidelijke exit-strategie van het Tribunaal, waarbij de verantwoordelijkheid voor vervolging en berechting van oorlogsmisdadigers gaandeweg wordt overgedragen naar de betrokken landen. Dat vereist dan wel dat de betrokken juridische stelsels "op orde" zijn.

De Raad zal voorts vooruitkijken naar de officiele opening, op 14 oktober a.s., van de rechtstreekse dialoog tussen Belgrado en Pristina. De Nederlandse Minister van Buitenlandse Zaken zal hierbij aanwezig zijn als Chairman-in-Office van de OVSE. Voorts zal de Raad mogelijk aandacht besteden aan andere actuele ontwikkelingen in de regio, zoals de defensiehervormingen in Bosnië. Het onlangs bereikte akkoord in dit verband vormt een belangrijke stap in de richting van een toekomstig Bosnisch
lidmaatschap van het Partnerschap-voor Vrede-programma van de NAVO, mits de aanbevelingen in het akkoord ook werkelijk worden uitgevoerd.

Midden-Oosten

De Raad zal zich buigen over de actuele ontwikkelingen in het Midden-Oosten en onder andere spreken over de formatie van de nieuwe Palestijnse regering door Ahmed Qurei. Nederland is van mening dat deze nieuwe regering de steun van de EU verdient, maar dat premier Qurei daadkracht zal moeten tonen. Het nieuwe Palestijnse kabinet moet onmiddellijk beginnen met het aanpakken van de terroristische infrastructuur om een einde te maken aan het geweld. Tegelijkertijd moet Israël de Palestijnen,
conform de Roadmap, een politiek perspectief bieden en concrete maatregelen implementeren, waaronder een onmiddellijke stop op de bouw van nederzettingen en het "veiligheidshek", alsook vrijlating van gevangenen. Nederland zal pleiten voor het bijeenroepen van de Associatieraad met Israël ten behoeve van een brede discussie over de recente ontwikkelingen. Daarnaast zal de Raad spreken over mogelijkheden voor concrete versterking van het Kwartet en EU-deelname aan het voorziene
monitoring-mechanisme. Nederland is voorstander van concrete deelname door de EU aan dit mechanisme. De Raad zal tenslotte spreken over de mogelijkheid en wenselijkheid van een VN-Veiligheidsraadresolutie ter bekrachtiging van de Roadmap. Een dergelijke resolutie zou volgens Nederland wenselijk zijn indien hiermee de Roadmap werkelijk wordt versterkt; goede afstemming met de Kwartet-partners en een juiste timing zijn daarbij essentieel.

Irak

De Raad zal zich buigen over de stand van zaken in Irak, met name op het terrein van het politieke proces en de voortgang van de reconstructie in Irak. De Raad zal tevens de laatste ontwikkelingen in de VN-Veiligheidsraad bespreken, waar op dit moment de onderhandelingen over een nieuwe resolutie inzake Irak worden voortgezet. Nederland zal de Europese partners, die tevens lid zijn van de Veiligheidsraad, oproepen om eensgezind op te treden in het belang van vergroting van de stabiliteit in
Irak. Voorts zal Nederland wijzen op de noodzaak om het draagvlak voor de internationale inspanningen onder de Iraakse bevolking te versterken door spoedige verbetering van de veiligheidssituatie en voortgang in de politieke en economische wederopbouw. Nederland is van mening dat de EU hierbij een rol te vervullen heeft. In dit verband zal de Raad ook spreken over de voorbereidingen voor de donorconferentie voor Irak, die op 23 en 24 oktober a.s. plaats zal vinden in Madrid. De Commissie heeft
in een Mededeling aan de Raad een voorstel gedaan voor een EU-bijdrage aan de reconstructie van Irak. Nederland is voorstander van een substantiële bijdrage van de Commissie, binnen de Financiële Kaders en met inachtneming van de begrotingsprocedure.

Iran

De Raad zal spreken over de laatste ontwikkelingen inzake Iran, die met name in het licht van de Iraanse nucleaire ambities nauwlettend gevolgd worden, alsmede over de relaties van de EU met dit land. De resolutie van de IAEA-Bestuursraad van 12 september jl., waarin Iran tot eind oktober de tijd krijgt om antwoord te geven op uitstaande vragen om zodoende het vertrouwen van de wereldgemeenschap in het vreedzame karakter van zijn nucleaire programma te herstellen, is in de Raadsconclusies van
29 september jl. krachtig ondersteund. De EU dient zich nadrukkelijk te beraden op haar reactie in het geval Iran niet zou voldoen aan de eisen van het IAEA. Overigens is op geen enkele van de vier eerder door de Raad geformuleerde punten van zorg - mensenrechten, non-proliferatie, strijd tegen terrorisme en het vredesproces in het Midden-Oosten - sprake van vooruitgang.

'Wider Europe'

Het voorzitterschap heeft ontwerp- conclusies opgesteld over de in juni jl. gepresenteerde Mededeling: 'Paving the Way for a New Neighbourhood Instrument.' Nederland kan zich in algemene termen vinden in de conclusies. De Mededeling beoogt de totstandkoming van een beter op elkaar afgestemd financieel samenwerkingsinstrumentarium (INTERREG, Tacis, etc) met als uiteindelijk doel de creatie van een nieuw nabuurschapsinstrument ná 2006.

Betrekkingen EU-Rusland

Op 6 november aanstaande zal de EU-Rusland Top plaatsvinden. Over de agenda zijn de onderhandelingen met Moskou nog gaande. De agenda zal ook in belangrijke mate afhangen van de op 28 oktober te houden 'Permanent Partnership Council' (PPC) tussen de EU en Rusland. Nederland is van mening dat tijdens de PPC en de Top ook gesproken moet worden over ontwikkelingen in Rusland (mensenrechten, Tsjetsjenie).

EU-China Top

Ter voorbereiding van de EU-China Top die op 30 oktober a.s. in Beijing zal worden gehouden dient de behandeling van de Commissie Mededeling 'A maturing partnership - shared interests and challenges in EU-China relations'. De Mededeling geeft een beeld van bestaande en mogelijke activiteiten en dialogen in het kader van de EU-China betrekkingen.

Tijdens de Top worden naast de algemene EU-China relaties, afhankelijk van de voorstellen van het Italiaanse Voorzitterschap, naar verwachting de volgende onderwerpen besproken: interne ontwikkelingen in China, EU-China economische relaties, internationale situatie (m.n. Noord-Korea en Irak), wapenembargo, Birma, Midden-Oosten en mensenrechten. Vooralsnog wordt tijdens de Top ondertekening van twee overeenkomsten verwacht: Galileo en Authorised Destination Status (ADS).

---