ChristenUnie


Verkiezing nieuw bestuur ChristenUnie Zaterdag 11 Oktober 2003 - 13:24

Selectiecommissie brengt rapport uit

Per 1 januari 2004, na afronding van de fusie van RPF en GPV, moet er bij de ChristenUnie een nieuw verkozen bestuur aantreden. Het huidige bestuur van de ChristenUnie heeft in mei 2003 de heren drs. H. Schaafsma, mr. H.H. Sietsma en mevrouw mr. M. Verhage-van Kooten gevraagd of zij een 'selectiecommissie bestuursverkiezingen' wilden vormen. De selectiecommissie heeft onder andere advies ingewonnen bij fracties van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer. Hiervoor heeft de commissie de heer A. Slob en prof. Dr. Ir. E. Schuurman benaderd. Het rapport van de selectiecommissie is vrijdag 10 oktober 2003 naar de kiesverenigingen gezonden. De verkiezing moet plaatsvinden in het Uniecongres van 8 november 2003.

Bevindingen commissie
De commissie signaleert een behoefte aan een duidelijker en meer appellerend profiel van het Uniebestuur. Na de perikelen rond de kandidaatstelling en Tweede Kamerverkiezingen in 2002 is er vraag naar een vernieuwd bestuur van hoge kwaliteit, met heldere politieke standpunten, werf- en daadkracht. Mede om deze reden adviseert de commissie om in tegenstelling tot het streven van het zittende bestuur, niet meer dan eenderde van het oude bestuur te verkiezen in het nieuwe bestuur van de ChristenUnie. Het bestuur had de intentie 50% van de leden te laten terugkeren. De commissie beveelt aan om van het huidige bestuur alleen de voorzitter, de secretaris en de penningmeester en één lid in het nieuwe bestuur te benoemen. Volgens de commissie is dat een ruim voldoende waarborg voor continuïteit.

De commissie geeft verder aan het nieuwe bestuur de raad om ernst te maken met versterking van zichtbaarheid van het bestuursbeleid, het contact met de diverse gremia, waaronder de verenigingen en achterban te versterken en in het algemeen transparanter op te treden dan vele betrokkenen nu waarnemen. Tevens adviseert de commissie om het bestuur niet groter te maken dan 10 of maximaal 12 leden.

Voordracht kandidatenlijst
De commissie acht, na gesprekken met de heer Van Daalen en op grond van over hem verkregen informatie, hem geschikt en bekwaam om de ChristenUnie opnieuw als voorzitter te dienen.

Bovendien heeft geen van de door de verenigingen genoemde tegenkandidaten bewilligd in kandidaatstelling voor de voorzittersfunctie. De commissie maakt bij zijn kandidatuur wel een kanttekening. De gewenste vernieuwing en het achter zich laten van de problematiek waar het bestuur de laatste jaren voor gesteld stond, zou ook consequenties kunnen hebben voor de functie van de voorzitter. De heer Van Daalen heeft aangegeven volledig aan zo'n vernieuwing te willen meewerken. Wat hem betreft, is het streven erop gericht om nog ongeveer twee jaar beschikbaar te zijn.

De commissie stelt voor om naast de voorzitter de volgende kandidaten ter benoeming aan het Uniecongres voor te dragen: J. Alssema, M.J. Bikker (lid huidig Uniebestuur en secretaris), J.W. Christiaanse, A. de Graaf, L.C. Groen, mevr. F.T. Joosse (lid huidig Uniebestuur), B. Niehof, mevr. B. Poutsma, L.J. Tigelaar (lid huidig Uniebestuur en penningmeester), mevr. R. Winter-de Harder.

Bestuursreactie
Het zittende bestuur heeft de aanbevelingen en voordracht van de selectiecommissie integraal overgenomen en ter besluitvorming en verkiezing voorgelegd aan het Uniecongres.

Nadere informatie
In overleg tussen de commissie en het bestuur is besloten om tot het congres van 8 november en de presentatie van de bevindingen aan de kiesverenigingen geen nadere toelichting op het rapport te geven.


---