Gemeente Nuenen


09/10/2003
College stelt nader regels Verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Nuenen 2004 vast.

Op 1 april 1994 is de Wet Voorzieningen Gehandicapten (WVG) in werking getreden. Deze wet legt de gemeente de wettelijke plicht op, om zorg te dragen voor de verlening van woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen. Op grond van de WVG heeft de gemeente de zorgplicht om aan gehandicapten die in de gemeente wonen, woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen te verstrekken. Deze verplichting geldt alleen indien hiervoor een (medische) noodzaak bestaat.

De voorzieningen die de gemeente verstrekt moeten verantwoorde voorzieningen zijn. Onder een verantwoorde voorziening wordt in deze context verstaan een voorziening die op doeltreffende, doelmatige en cliëntgerichte wijze wordt verleend. Bovendien moeten de voorzieningen de mogelijkheden van de gehandicapte tot maatschappelijke integratie vergroten; de gehandicapte moet in staat worden gesteld om deel te kunnen nemen aan het leven van alledag.

Het uitgangspunt bij het Nuenense verstrekkingenbeleid is het verstrekken van de goedkoopste adequate voorziening. Het adequaat zijn van de voorzieningen staat hierbij voorop. In de praktijk betekent dit dat aan de gehandicapte niet altijd de door hem of haar gewenste voorziening wordt verstrekt. Ook zal voor elke gehandicapte een andere specifieke (combinatie van) voorziening(en) de goedkoopste adequate voorziening zijn.

De groei van het aantal ouderen zal een toename betekenen van het gebruik van WVG-voorzieningen. Dit betekent dat het WVG-budget onder druk zal (blijven) staan.
Om de zorgplicht van de gemeente Nuenen naar de toekomst toe te kunnen blijven waarborgen, is het nodig om kritisch te blijven kijken naar het gemeentelijk beleid.
De gemeenten geven zelf invulling aan de algemene zorgplicht. De wijze waarop de gemeente Nuenen invulling wil geven aan deze algemene zorgplicht wordt beschreven in de "Verordening voorzieningen gehandi­ capten gemeente Nuenen 2004 ". In de Verordening is bepaald dat burgemeester en wethouders nadere regels stellen. Deze nadere regels worden opgenomen in het "Besluit nadere regels verordening voorzieningen gehandicapten gemeente Nuenen 2004". Het Besluit wordt besproken in de vergadering van de commissie voor Welzijn, Onderwijs, Sociale Voorzieningen en Sport van 15 oktober aanstaande.

Belangrijkste wijzigingen in het nieuwe beleid:
* Een financiële tegemoetkoming, is onder bepaalde voorwaarden mogelijk, bij voorzieningen (bijv. rolstoelen) met een relatief klein prijsverschil van 2,5% van de prijs van de goedkoopste adequate voorziening tot een max. bedrag van 250,00. Bij een prijsverschil hoger dan 250,00 komen alle meerkosten in beginsel voor de gehandicapte.

* Onbeperkt verstrekken van strippen in het kader van het CVV (Collectief Vraagafhankelijk Vervoer) aan gehandicapten die voldoen aan de voorwaarden van het CVV vastgesteld door de gemeente.

* Bij het hanteren van de draagkracht van de gehandicapte wordt uitgegaan van het feitelijke inkomen en geen vaste inkomensklassen. Tevens worden er geen vaste eigen bijdragen meer gehanteerd aan de hand van inkomensklassen, maar wordt deze op basis van de individuele situatie van de gehandicapte vastgesteld.
* Bij een aantal WVG-voorzieningen zijn de financiële vergoedingen gelimiteerd aan een maximumbedrag o.a. bij onderhoudskosten lift, bezoekbaar maken van een woning.

* Een aantal WVG-voorzieningen die niet tot de zorgplicht van de gemeente behoren, zijn vervallen o.a. een financiële tegemoetkoming in stroomverbruik oplaadkosten van elektrische rolstoelen.

* Op de forfaitaire vervoersvergoeding vindt een korting van 25% plaats, indien een gehandicapte tevens de beschikking heeft over een voorziening in natura.

* De verhuiskostenvergoeding is verlaagd tot een bedrag van
1.500,00. In bepaalde uitzonderlijke situaties is een vergoeding van het bedrag van 3.403,35 (op basis van de huidige Verordening) mogelijk.

Overgangsregeling:
In de gevallen waarin voorzieningen in de Verordening 2004 zijn komen te vervallen, dan wel in die gevallen dat de financiële tegemoetkomingen worden verlaagd, is er een overgangsbepaling van toepassing. Deze overgangsregeling kan bestaan uit het verstrekken van een vergoeding van 50% van de kosten zoals deze in het jaar 2003 zijn verstrekt. Of de huidige financiële vergoeding wordt verlengd voor een periode van 6 maanden, dus tot 1 juli 2004.