Partij van de Arbeid

09-10-2003

Verklaring Burgemeester Job Cohen in de vergadering van de gemeenteraad van woensdag 8 oktober 2003 naar aanleiding van berichtgeving over antisemitisme op scholen en de gewelddadige dood van een vrouw in De Pijp

Leden van de gemeenteraad, dames en heren,

De afgelopen dagen hebben ons via de media twee berichten bereikt die tot een brede afschuw, verontwaardiging en verontrusting hebben geleid in de Amsterdamse samenleving. Ook bij mij. Het gaat om:
* het bericht over de grove mishandeling van een vrouw in De Pijp door een groep jongemannen, die vermoedelijk tot haar dood heeft geleid;

* het bericht dat men op steeds meer scholen in Amsterdam moeite heeft om les te geven over de geschiedenis van de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust door de toenemende anti-joodse houding van een deel van de leerlingen zich uitend in intimiderend en gewelddadig gedrag tegenover leraren en medeleerlingen.

Hoewel het hier ogenschijnlijk om twee verschillende zaken gaat, hebben deze twee berichten in hun verdergaande implicaties, veel met elkaar gemeen. In beide zaken is sprake van een zodanig intimiderend en gewelddadig optreden van de een, dat de vrijheid van de ander om zich vrij te bewegen en vrij te spreken, op onaanvaardbare wijze wordt aangetast. Dat laat onverlet dat in De Pijp wellicht sprake is geweest van een reactie op een overtreding. Wij kunnen dit, juist omdat we een vrije samenleving zijn en dat ook willen blijven, niet tolereren. Er zijn grenzen. Er is sprake van een grove schending van de normen die wij in Amsterdam, en dat geldt voor ons allemaal, in het onderlinge verkeer tussen burgers hoog hebben te houden en die nodig zijn voor een vreedzaam samenleven in de stad.

Een eerste norm is dat we met respect met elkaar omgaan. Respect voor ieder individu, ongeacht ras, religie, levensovertuiging, geslacht, seksuele voorkeur of welke grond dan ook. Dat is verankerd in het eerste artikel van de Grondwet.

Dat geldt voor iedereen en dat zeg ik met artikel 1 van de Grondwet in hand tegen wie dat ook maar zou willen bestrijden. En tegen iedereen in Amsterdam die:

* zich anti-joodse en antihomo uitingen en gedragingen veroorloven;
* leraren en medeleerlingen intimideren;

* joden en homoseksuelen molesteren;

* en die vrouwen lastig vallen en gewelddadig bejegenen

zeg ik: dat is in strijd met alles waar wij in deze stad voor staan. Wie de geschiedenis van Amsterdam kent, weet waar antisemitisme toe heeft geleid. Joden horen zich veilig te voelen in de stad. Hetzelfde geldt voor vrouwen en voor homoseksuelen, die niet voor niets een emancipatiestrijd hebben gestreden.

Een andere norm binnen onze samenleving is dat we conflicten niet met geweld oplossen daar hebben we de politie en het recht voor. Eigenrichting is in onze samenleving niet toegestaan ook dat is een norm. Een andere norm is dat het laf is - en elke man onwaardig - om een vrouw te intimideren, te slaan en/of te mishandelen. Dat geldt des te meer voor mannen die samen met andere mannen één vrouw te lijf gaan. Dit moeten wij openlijk afkeuren en veroordelen.

Dit gezegd hebbende is de vraag uiteraard: wat te doen tegenover geconstateerde normschendingen. In de eerste plaats: publiekelijk stelling nemen. Zwijgen is geen optie. We moeten onze normen duidelijk benoemen en schendingen daarvan openlijk aan de kaak stellen, zodat we tegen geconstateerde schendingen kunnen optreden. Dat doe ik dus vandaag. In de tweede plaats zeg ik u dat wethouder Oudkerk en ik de scholen van Amsterdam een brief hebben geschreven waarin staat dat we hen indien nodig zullen ondersteunen in hun onderwijzende en vormende taak in het geven van onderricht over de Tweede Wereldoorlog en de Holocaust, desgewenst persoonlijk. Ik zal met de politie nadere afspraken maken over de behandeling van antisemitische en antihomo incidenten. Tot slot vraag ik u, leden van de Raad, als volksvertegenwoordigers - in de meest letterlijke zin van het woord - als burgers van deze stad, zich nadrukkelijk uit te spreken. Dit is namelijk niet alleen een zaak van wat kan de overheid doen maar ook en vooral een kwestie van burgerschap.

Job Cohen