8-10-2003
Eén centrale atelierorganisatie in Tilburg
Stichting Carré gaat atelierbeleid vormgeven
Tilburg krijgt per 1 januari 2004 één centraal informatie- en
coördinatiepunt voor beeldend kunstenaars, theatermakers en dansers
die op zoek zijn naar informatie over ateliers en repetitieruimten. De
nieuwe organisatie wordt ondergebracht bij stichting Carré, een
instelling die al geruime ervaring heeft met het beheer van ateliers.
Bovendien is het de grootste atelierorganisatie in de gemeente Tilburg
en heeft de stichting een goede reputatie.
Gezien de positieve reacties van de overige atelierorganisaties ligt
het in de lijn der verwachting dat meer atelierorganisaties zich,
vrijwillig, zullen aansluiten bij stichting Carré en zo gebruik te
maken van de diensten van de nieuwe organisatie. Daardoor groeit Carré
langzamerhand toe naar een centrale atelierorganisatie die, vanuit die
positie, dan ook actief panden kan verwerven voor ateliergebruik en
repetities. Verder zal ze zorg dragen voor een objectieve toewijzing
van 'nieuwe' ateliers en zal ze het beheer op zich nemen van de
panden.
Stichting Carré dient voor meer (huur)inkomsten te zorgen zodat zij in
het vervolg steeds minder een beroep moet doen op het werkbudget
Ateliervoorzieningen. De nu beschikbaar gestelde subsidie van 32.044
aan stichting Carré is vooral bedoeld als aanjaagsubsidie om de
atelierorganisatie van de grond te krijgen. Het overige deel van het
werkbudget kan, net als nu al het geval is, worden ingezet ten behoeve
van renovatie en onderhoud van atelierpanden. De aanvragen voor
renovatie en onderhoud zullen door gemeente, in overleg met stichting
Carré, worden behandeld.
In de eerste periode zal de nieuwe organisatie zich vooral richten op
het geven van informatie, het onderhouden van contacten met de andere
atelierorganisaties en het verlenen van service aan bestaande
organisaties en aan kunstenaars.
Voldoende draagvlak bij bestaande atelierorganisaties
Over het nieuwe atelierbeleid is eerst afzonderlijk overleg gevoerd
met atelierorganisaties, woningcorporaties, projectontwikkelaar,
gebiedsmanagers, Grondbedrijf, Onderwijshuisvesting en stichting
Atelierbeheer SLAK (Arnhem).
Alle partijen waren positief over het toekomstige atelierbeleid van de
gemeente Tilburg, in het bijzonder over het instellen van een centrale
atelierorganisatie. Ook bleek uit het overleg dat er draagvlak was
voor het opzetten van een dergelijke organisatie binnen de bestaande
atelierorganisaties. Deze organisatie bezit dan namelijk al de nodige
expertise en het is financieel aantrekkelijker omdat er een minder
groot structureel appèl wordt gedaan op het beschikbare atelierbudget.
In de cultuurnota 'Perspectief voor Cultuur 2001-2004' is
geconstateerd dat Tilburg behoefte heeft aan een formeel en
gestructureerd atelierbeleid voor kunstenaars. De afgelopen jaren
heeft Tilburg zich ontwikkeld tot een stad met een uitstekend
cultureel klimaat. Hierdoor blijven niet alleen meer en meer beeldend
kunstenaars in de stad wonen en werken maar geldt dit evenzeer voor
dansers, choreografen en theatermakers. Hierdoor groeit de behoefte
aan ateliers en repetitieruimten. Dan blijkt dat er geen goed
overzicht is van vraag en aanbod inzake ateliers. Er zijn wel
wachtlijsten bij de atelierorganisaties maar die worden in de meeste
gevallen niet 'opgeschoond' en ook niet met elkaar vergeleken. Verder
vindt er op dit moment ook weinig doorstroming plaats binnen bestaande
atelierorganisaties. Particulieren en woningcorporaties weten niet hoe
en waar ze panden kunnen aanbieden. Kunstenaars weten nu niet waar ze
ateliers en repetitieruimten kunnen vinden. Bestaande
atelierorganisaties kunnen nu nergens terecht met hun vragen over
onderhoud, juridisch advies, et cetera. Tenslotte is op dit moment er
geen enkele instantie die nieuwe atelierruimten verwerft. Met de komst
van de nieuwe, centrale, atelierorganisatie is de verwachting dat de
meeste van deze problemen opgelost kunnen worden.
Gemeente Tilburg