NCD
Directeuren verwerpen graaigedrag topmanagers
Een zeer grote meerderheid van Nederlandse directeuren wijst gouden handdrukken voor topmanagers van grote ondernemingen af en vindt het 'graaigedrag verwerpelijk'. Dat blijkt uit een enquête onder 1.200 leden van het NCD, de organisatie van directeuren en commissarissen. Slechts 11% van de ondervraagden is het oneens met de stelling 'de graaicultuur onder topmanagers van grote ondernemingen vind ik verwerpelijk.' De helft van de ondervraagden vindt de (publieke) verontwaardiging wel wat overdreven.
Een meerderheid van Nederlandse directeuren (61%) meent dat de 'kantonrechtersformule' voor de berekening van de vergoeding bij ontslag, ook voor directeuren moet worden gehandhaafd. NCD-voorzitter Willem Hollander: 'Een directeur moet worden behandeld als ieder andere werknemer. De berekeningsmethodiek die kantonrechters hebben ontwikkeld, blijkt in de praktijk al jaren volstrekt aanvaardbaar, zowel maatschappelijk als voor de individuele betrokkenen. Het NCD is het dan ook oneens met de Commissie Tabaksblat die directeuren een andere, gebrekkiger, rechtsbescherming wil geven. Driekwart van de ondervraagde directeuren wijst dan ook een maximering van de 'beëindigingsvergoeding' tot maximaal één jaarsalaris af.' De opvattingen van de directeuren over een minimum 'beëindigingsvergoeding' zijn verdeeld. 44% van de ondervraagden vindt een minimum van één jaarsalaris wenselijk, eveneens 44% wijst een minimum af. Hollander wijst overigens ook vooraf 'dichtgetimmerde ontslagregelingen' af. 'Iedere werknemer wordt aangenomen om te presteren, in de verwachting dat ze presteren overeenkomstig de afspraken. Je gaat niet uit van mislukken. Ook niet bij directeuren.'
De mening van de directeuren over een gemaximeerde (her)benoemingsperiode, bijvoorbeeld van maximaal vier jaar, is verdeeld. De helft wil geen beperking, terwijl 33% een afbakening van de periode van (her)benoeming een goede zaak vindt.
Noten voor de redactie,