Verbond van Verzekeraars

Reïntegratie ook op lange termijn zinvol

Reïntegratie-inspanningen voor arbeidsongeschikten zijn volgens het Verbond lonend, ook na de huidige ziekengeldperiode van één jaar. Uit cijfers van het Centrum voor Verzekeringsstatistiek (CVS) blijkt namelijk dat een arbeidsongeschikte dusdanige herstelkansen heeft, dat er voldoende reden is om de privatisering van de sociale zekerheid uit te breiden.

Het kabinet heeft met prinsjesdag de hoofdlijnen van het nieuwe WAO-stelsel bekendgemaakt. Kern is dat er een duidelijke scheiding komt tussen volledig en gedeeltelijk arbeidsongeschikten. Het is echter nog onduidelijk of de regeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten publiek of privaat wordt uitgevoerd. Volgens het Verbond heeft private uitvoering veel voordelen. Verzekeraars zijn er nu samen met werkgevers al verantwoordelijk voor om zieke werknemers in het eerste (en als de kabinetsplannen doorgaan, ook in het tweede) ziektejaar te reïntegreren. In het verlengde daarvan is het logisch dat de verzekeraar ook in de periode daarna (dus als de zieke werknemer onverhoopt toch in de WAO belandt) verantwoordelijk blijft voor reïntegratie.

Grotere WW-instroom?
Tegenstanders van private uitvoering door verzekeraars vrezen echter dat reïntegratie-inspanningen na één jaar helemaal niet lonend zijn en dat verzekeraars daardoor onvoldoende prikkels krijgen om arbeidsongeschikten te reïntegreren. Uit cijfers van het CVS blijkt echter dat een arbeidsongeschikte wel degelijk redelijke herstelkansen heeft. In het eerste ziektejaar is die kans 23% en in het tweede jaar nog ruim 15%. Ook in de jaren daarna zijn er voldoende kansen voor een werknemer om terug te keren op de arbeidsmarkt. Pas als een werknemer zes jaar arbeidsongeschikt is, zijn zijn herstelkansen vrijwel nihil.

Verzekerd!, oktober 2003