Gemeente Tilburg


1-10-2003
Tijdelijke subsidieregeling bodemsanering bedrijven In afwachting van 'Bedrijvenregeling' Rijksoverheid

In afwachting van een Rijksregeling stelt het college voor een tijdelijke subsidieverordening in te stellen voor de sanering van historische verontreinigingen van bedrijfsterreinen, de zogeheten bedrijvenregeling. De tijdelijke subsidieverordening Bodemsanering Bedrijfsterreinen komt voort uit een overeenkomst die de Rijksoverheid in juni 2001 heeft gesloten met het georganiseerde bedrijfsleven. De tijdelijke subsidieverordening geeft de voorwaarden aan om voor een overheidssubsidie in aanmerking te komen. Het college stelt de raad voor om deze tijdelijke regeling in stand te houden tot het moment dat hiervoor een Rijksregeling in werking treedt. Dit is met ingang van de nieuwe wet Bodembescherming.

De provincie Noord-Brabant en de gemeenten Breda, Eindhoven, Helmond, 's-Hertogenbosch en Tilburg hebben al eerder de komst van een dergelijke regeling aangekondigd. De vijf genoemde gemeenten zijn zelf rechtstreeks bevoegd gezag voor bodemsanering. Voor de rest van Noord-Brabant is de provincie dat.

Convenant
De overheid en het bedrijfsleven hebben een landelijk 'Convenant Bodemsanering in gebruik zijnde en blijvende Bedrijfsterreinen' afgesloten om de sanering van historische vervuiling te stimuleren en uiterlijk in 2023 af te ronden. Afgesproken is, dat de minister van VROM komt met een Notitie Bodemsanering Bedrijfsterreinen (ook wel de bedrijvenregeling of BSB-2 genoemd), die in wet- en regelgeving moet worden vastgelegd. De bedrijvenregeling stelt tegenover een saneringsplicht voor de eigenaar/erfpachter van een bedrijfsterrein een bijdrage in de saneringskosten door de overheid. Belangrijke voorwaarde is dat de bodemverontreiniging voor 80% of meer vóór 1975 is veroorzaakt. De hoogte van de overheidsbijdrage is afhankelijk van het moment waarop de verontreiniging werd veroorzaakt, van de mate waarin de eigenaar of erfpachter daarbij betrokken was en/of van het moment waarop hij of zij het verontreinigde terrein kocht of ging pachten. De bijdrage van de overheid, in dit geval de gemeente, kan oplopen tot 70%. Voor de dekking van de overheidsbijdrage stelt het ministerie van VROM tot 2023 1,1 miljard beschikbaar.

Vervolg
Het voorstel van het college zal op 6 oktober worden behandeld in de raadscommissie Fysiek en op 13 oktober in de raad.