Speech minister Dekker werkconferentie 50 wijken-aanpak sociëteit De
Witte Den Haag 8 oktober 2003
Om vitaal en krachtig te blijven moeten steden zichzelf steeds opnieuw
uitvinden. Rond de vorige eeuwwisseling was er zo'n kantelmoment. Een
land van dorpen en kleine steden krijgt te maken met de trek naar de
stad. En met alle problemen en uitdagingen van dien. Stedenbouw wordt
daardoor ook in ons land een zelfstandige discipline. Een vak dat
uitdrukking geeft aan de permanente vernieuwing.
Met de tuinsteden van kort na 1900 krijgen Engelse en Franse
voorbeelden navolging. Klinkende namen als Berlage en Oud drukken hun
stempel op de grootschalige uitleg van de steden. Na de Tweede
Wereldoorlog vraagt het woningtekort om voortzetting van bevlogen
bouwen in grote volumes. Een ontwikkeling die culmineert in
megastructuren zoals de Bijlmer.
Inmiddels zijn de idealen van toen niet meer het antwoord op de vragen
van de huidige samenleving. Met groot idealisme gebouwde naoorlogse
wijken zijn probleemgebieden of dreigen dat te worden. Delen van de
hoogbouw in de Bijlmer - ooit dé manier om grote aantallen, ruime
flats in het groen te realiseren - worden nu al vervangen door
nieuwbouw van ééngezinswoningen met een tuintje.
De stad heeft ruimte nodig voor zulke dynamiek. Dat biedt nieuwe
kansen voor leefbaarheid en ondernemerschap. Bedreigingen van die
stedelijke ontwikkelkracht moeten worden opgespoord en bestreden. Dat
is een voortdurende opgave.
In de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw lag het accent
daarbij eenzijdig op de sociale huurvoorraad. Dat is bijgesteld.
Nieuwe koopappartementen verrijken de samenstelling van opgeknapte
achterstandswijken, huurders werden eigenaar. Toch zijn er nog veel
gebieden waar echte vernieuwing niet van de grond komt.
Bijna acht maanden geleden was een groot aantal van u daarom bijeen in
de Beurs van Berlage in Amsterdam voor een IPSV-werkconferentie. Samen
met mijn voorganger, Henk Kamp, onderstreepte u daar de noodzaak van
versnelde voortgang. Méér tempo in herstructurering van verouderde
wijken en effectieve bestrijding van verloedering.
In de beurs werd een voorlopige lijst gepresenteerd van vijftig
prioriteitswijken. Maar er werd ook een indicatie gegeven van de extra
instrumenten die voor deze wijken beschikbaar kunnen komen. Het was de
feitelijke aftrap voor de vijftig wijken-aanpak. Een plan dat vlak
voor Kerst vorig jaar naar de Tweede Kamer ging als onderdeel van het
Actieprogramma Herstructurering.
Mét de vijftig wijken-aanpak kreeg de brede herstructureringsopgave
een duidelijk focus, een speerpunt. Niets meer en niets minder. Want,
natuurlijk zijn er veel meer dan vijftig aandachtswijken in onze
steden. En natuurlijk is de problematiek ook veel breder dan de
terreinen van VROM. Ik hecht om die reden sterk aan
interdepartementale samenwerking. Met het departement Bestuurlijke
Vernieuwing en Koninkrijksrelaties (BVK) in het grotestedenbeleid, met
Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) voor de sociale pijler binnen
de vijftig wijken-aanpak en met Vreemdelingenzaken en Integratie (V&I)
op het terrein van integratie en aanverwante problemen.
Een goed voorzieningenniveau, een veilige leefomgeving en niet
aflatende zorg voor beheer en onderhoud van de publieke ruimte zijn
voorwaarden voor een vitale stad. Net als een diverse, goede
woningvoorraad en een meer ontspannen woningmarkt. Daarom is het
duidelijk dat al die componenten een rol moeten spelen in het ISV II
dat strikt genomen alleen over de fysieke component van de stedelijke
vernieuwing gaat.
Als we niks extra's doen is het woningtekort volgens het jongste
Woning Behoefte Onderzoek (WBO) in de steden over tien jaar bijna even
groot als nu. Als we onze herstructurerings- en nieuwbouwplannen
kunnen realiseren, loopt het woningtekort van 2.5 % op dit moment
terug naar 1.5 tot 2.0 % in 2010.
Deze getallen staan in een context van toenemende uitstroom van
midden- en hogere inkomens enerzijds en een groeiende instroom van
startershuishoudens en immigranten anderzijds. Die twee tendensen
samen ondergraven de economische basis van de stad, zorgen voor een
onevenwichtige bevolkingsopbouw en verminderen de sociale cohesie. Zo
ontstaat een klimaat waarin drugsoverlast, illegale bewoning en
problemen rond de integratie verergeren.
De urgentie van het vraagstuk hoef ik u niet voor te houden. U kent de
praktijk beter dan ik. Laten we ons daarom beperken tot de vijftig
wijken-aanpak en de zesenvijftig wijken die daar inmiddels onder
vallen. Het gaat daarbij immers om wijken waarvan u zélf heeft
aangegeven dat versnelling van de herstructurering noodzakelijk én
haalbaar is. Laten we samen ruimte maken voor meer stedelijke
dynamiek. Het is mijn inzet dat VROM zich daarbij niet laat leiden
door de mitsen en maren, maar door de kansen en mogelijkheden. Ik wil
u niet als hindermacht voor de voeten lopen, maar als ontwikkelkracht
terzijde staan.
De vijftig wijken-aanpak heeft de afgelopen acht maanden niet
stilgelegen. Het streven was en is om eind 2003 voor het merendeel van
de wijken prestatieafspraken gemaakt te hebben.Het ziet er naar uit
dat het lukt. Bij ongeveer de helft van de 56 wijken zullen we
daadwerkelijk tot zaken kunnen komen vóór het begin van 2004. Dat is
niet niks want van prestatieafspraken verwacht ik echt iets anders dan
goede voornemens. Concreet beleid en afrekenbare doelstellingen zijn
niet alleen het streven van dit kabinet, ik wil ze ook opnemen in onze
afspraken over de 56 wijken. De rekenkamer heeft mijn ministerie nog
onlangs aangesproken op de gebrekkige toetsbaarheid van de besteding
van het ISV-budget. Dat mag in het vervolg niet meer nodig zijn.
Concrete prestatieafspraken vormen ook waardevolle bouwstenen voor de
Meerjarige Ontwikkelingsplannen (MOP's) van de gemeenten die voor het
begin van 2005 concreet uitgewerkt moeten zijn. Die plannen moeten het
voor corporaties en marktpartijen aantrekkelijk maken om te
investeren. Om de wijken weer een gezonde basis te geven. Die
tandwielen moeten lokaal goed in elkaar grijpen om tot een hogere
versnelling te komen. Smering is daarbij van het grootste belang.
Goede en transparante samenwerking, lef en leiderschap zijn óók op
lokaal niveau essentieel. Het lijken tamelijk ongrijpbare zaken, maar
volgens velen van u onmiskenbare succesfactoren. Dat bleek uit de
antwoorden op de vragen die u voorafgaand aan deze conferentie gesteld
zijn: wat zijn de belangrijkste elementen die versnelling in de
herstructurering beïnvloeden en welke boodschappen heeft u voor
collega's en partners in de stedelijke vernieuwing?
Los van lef, leiderschap en transparantie moet er ook duidelijkheid
zijn. Dat bleek evenzeer uit de mini-enquête. Duidelijkheid over
kosten, risico's en faciliteiten vanuit het rijk. Wij hebben daar de
afgelopen tijd hard aan gewerkt. Ik zal de verschillende faciliteiten
hier niet allemaal tot in detail met u bespreken, maar wel op een paar
terreinen aangeven waar substantiële vooruitgang is geboekt.
Henk Kamp kondigde in februari een pool aan van
herstructureringsexperts ter ondersteuning van lokale overheden. Zo'n
impulsteam, bestaande uit een expert op het gebied van proces en
inhoud en een accountmanager van VROM, helpt
herstructureringsprocessen te versnellen. Het gaat dan vaak om het
opnieuw bij elkaar brengen van partijen die in een patstelling zijn
beland. Met begeleiding van deskundige buitenstaanders - bijvoorbeeld
een impulsteam - gaat dat makkelijker.
Bij VROM zijn veel verzoeken voor dergelijke bijstand binnengekomen.
Er zijn inmiddels al negen teams op locatie aan het werk.
In de Hengelose wijk Berflo Es bijvoorbeeld. Daar vervult het
impulsteam een financiële en juridische klankbordfunctie voor
corporaties en gemeente bij de aankoop van onroerend goed. Daarnaast
heeft het team de procesmatig verstopte voortgang weer doorgestoken.
Door simpelweg een locatie en een onafhankelijke gespreksleider
beschikbaar te stellen voor een tweetal werkconferenties.
In Leiden Zuidwest beleeft het herstructureringsproces een flitsende
herstart, mede dankzij een impulsteam van VROM heeft het proces weer
richting gevonden.Wellicht spreekt deze concrete vorm van
rijksbijstand u aan. Dan wijs ik u op een handig lijstje met
impulsteams en hun specifieke expertise. U vindt het in het mapje bij
de conferentiestukken.
Inzet en overdracht van kennis over herstructurering in
aandachtswijken loopt niet alleen via de impulsteams. De kenniscentra
KEI en XS-2 verzorgen samen de kennisoverdracht op het terrein van de
sociaal-fysieke aanpak.
De herstructurering heeft op veel plaatsen last van vertraging door
eindeloos zwartepieten. Welke kosten draagt de gemeente, waar draait
de corporatie voor op? Het gaat dan over de waarde van woningbezit,
betrokkenheid van marktpartijen, onderhoudsreserveringen en
verhuiskosten. Het is een spel dat vaak volgens een vast patroon
verloopt. Dat wiel hoeft dus niet steeds opnieuw te worden
uitgevonden. VROM heeft daartoe, in overleg met onder andere Aedes en
VNG, een afsprakenkader opgesteld. Dat kan de discussies bekorten en
partijen sneller naar essentiële beslispunten leiden. De komende tijd
wordt dit instrument in de praktijk getest en verfijnd. Het gebruik
van deze handleiding is uiteraard niet verplicht, maar kan wel
richtinggevend zijn als partijen er niet uitkomen. Het afsprakenkader
zal ook een rol spelen bij het oplossen van matchingsvraagstukken. Het
vormt immers een objectief middel om exploitatietekorten te bepalen en
toe te wijzen.
Het gaat er bij matching om dat de corporatievermogens daadwerkelijk
vrijkomen voor investeringen. Maatschappelijk noodzakelijke
investeringen waaraan de corporaties zich -gegeven hun
maatschappelijke opdracht - niet mogen onttrekken. Hoe het
Garantiefonds Stedelijke Vernieuwing (GSV) van Aedes, de andere
sectorinitiatieven en het VROM-raad advies zich in mijn ogen tot dat
uitgangspunt verhouden, laat ik de Tweede Kamer nog voor de
begrotingsbehandeling van VROM weten.
Dat betekent overigens niet dat ik de wens van de kamer naast mij
neerleg. Ik geef de corporaties wel enkele maanden de tijd. In die
tijd worden enkele concrete plannen uit prioriteitswijken langs het
afsprakenkader gelegd, om een meer genormeerde inschatting van kosten
en een mogelijke verdeling te maken. Zo ontstaat een objectiever kader
voor de beoordeling van plannen waar volgens de corporaties een tekort
op rust. De bewijslast ligt dus bij de sector. Als dat bewijs geleverd
is en vrijwillige steun vanuit de sector blijkt onvoldoende, pas dan
kan een vorm van vereenvoudigde projectsteun door het Centraal Fonds
voor de Volkshuisvesting in beeld komen. Het resultaat van deze aanpak
zal bepalen of ik mijn koers op vrijwillige collegiale financiering
komend voorjaar kan voortzetten of moet bijstellen.
Volgtijdelijke en dus stroperige procedures, ingewikkelde en soms
zelfs tegenstrijdige wet- en regelgeving: zie daar het blok aan het
been van bouwers. Ook in de herstructurering en stedelijke
vernieuwing. Versnelling van procedures is op korte termijn vooral een
zaak van lokale overheden en provincies. Ik ondersteun dat proces wel
door het opnemen van een gemeentelijke coördinatieregeling in de
nieuwe Wet Stad en Milieu. Over de VROM-regels heb ik bij de
presentatie van mijn begroting al laten weten dat we flink gaan
strepen. In de tweede helft van oktober krijgt de Tweede Kamer een
lijst van wetten en regels die aangepakt zullen worden. Van de 400
VROM-regels van dit moment zullen er 100 verdwijnen, nog eens 100
worden samengevoegd en een flink aantal wordt simpeler. Ik zal mij er
in het kabinet bij de rijksbrede herijkingsoperatie voor inzetten dat
stroomlijning van de bouwregels bovenaan de agenda komt.
Overigens zijn het zeker niet alleen de bouwregels die voor vertraging
zorgen. De Experimentenwet Stad en Milieu geeft daarom nu al
mogelijkheden om onder bepaalde omstandigheden van sommige milieu en
andere regels af te wijken. Met de nieuwe algemene Wet Stad en Milieu
- die in de loop van 2004 in werking treedt - krijgen niet alleen de
25 experimentsteden, maar alle gemeenten die ruimte.
De spoedwet planschade moet gemeenten en bouwers bevrijden van de soms
verlammende angst voor planschadeclaims bij bouwprojecten.
Meest veelbelovend bij het beperken van de regels is het voorstel tot
één integrale VROM-vergunning. Zo mogelijk zelfs interdepartementaal
te verbreden tot een vergunning waarbij we ook de regels met
betrekking tot archeologie, monumenten, vogels en leefgebieden voor
dieren kunnen meenemen. Stelt u zich eens voor..
En dan de fiscale regelingen. U verwacht er blijkens de mini-enquête
veel van. Dat is voor mij een belangrijk signaal en het is ook een
begrijpelijk signaal. Het kán immers om veel geld gaan.
Bij het vervallen van de vrijstelling van overdrachtsbelasting voor
woningcorporaties dreigde een fiscaal obstakel voor herstructurering.
Gelukkig is dubbele heffing van overdrachtsbelasting alsnog voorkomen.
Wanneer projectparticipanten hun bezit overdragen aan een
projectorganisatie om het er later weer uit te halen, wordt slecht één
keer overdrachtsbelasting betaald. Met het ministerie van Financiën
wordt op dit moment de laatste hand gelegd aan deze regeling.
De kansen op een verlaagd BTW-tarief en een volledige afschaffing van
Overdrachtsbelasting voor herstructureringsgebieden acht ik klein. Op
politiek niveau scoort een dergelijke regeling laag. Ik zal mijn
uiterste best doen om in ieder geval vóór de begrotingsbehandeling van
VROM meer duidelijkheid te hebben, maar veel hoop wil ik u niet geven.
Misschien is hier en daar de indruk ontstaan dat de vijftig
wijken-aanpak de afgelopen maanden heeft stilgelegen. Niets is minder
waar. Hier in Den Haag zijn prestatieafspraken gemaakt voor het
aanpakken van Duindorp, voor het Laakkwartier en voor de wijk
Rustenburg/Oostbroek. In Arnhem is een overeenkomst gesloten over de
reconstructie van de wijk Malburgen. En in Alkmaar worden afspraken
gemaakt over Schermereiland/Overdie.
Het ziet er naar uit dat er aan het einde van het jaar
prestatieafspraken liggen voor ongeveer de helft van de
prioriteitswijken. Dat geeft mij goede moed dat we rond alle 56 wijken
vóór het einde van 2004 concrete afspraken kunnen hebben.
Dat optimisme wordt ook ingegeven door de vooruitgang met de
faciliteiten vanuit het rijk. Ik denk aan het succes van de eerste
impulsteams, aan de totstandkoming van het afsprakenkader voor taken-
en kostenverdelingen en de belofte van één VROM-vergunning.
Maar dan moeten we wél vaart blijven maken. Daarom sluit deze
werkconferentie af met 'de tafel van vijf'. Aan die tafel straks mijn
DG Annet Bertram, onze directeur Stad & Regio, een wethouder, een
corporatiedirecteur en een projectontwikkelaar.
Samen met de zaal zal 'de tafel' een 'vijf-punten programma'
opstellen. Vijf haalbare en toetsbare afspraken die de
herstructurering op korte termijn verder zullen versnellen. Zo
benutten we de hier aanwezige expertise optimaal en benadrukken we
onze gezamenlijke inzet voor het succes van de vijftig wijken-aanpak.
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer