Nieuwe hoogleraar nierziekten: `Licht partners beter voor over nierdonatie'
Geef nierpatiënten een nieuwe nier voordat ze dialyse nodig hebben.
Dat is de boodschap van prof.dr. J.H.M. Berden, hoogleraar nierziekten
aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud. Hij houdt donderdag 9
oktober aanstaande zijn oratie.
Een nierpatiënt is beter af met een nieuwe nier dan met een vorm van
dialyse. Tijdens de dialyse gaat de kwaliteit van leven van de patiënt
aantoonbaar achteruit. Hoe langer de dialysepatiënt moet wachten op
een nieuwe nier, des te kleiner bovendien de kans dat de
transplantatie op de langere termijn succesvol is.
Toch krijgen de meeste patiënten van wie de nierfunctie zodanig
achteruit gaat, dat er ingegrepen moet worden, geen nieuwe nier. Zij
komen in aanmerking voor hetzij een dialysebehandeling in het
ziekenhuis, hetzij een buikvliesdialyse, die zij thuis kunnen
verrichten. De oorzaak is duidelijk: er zijn niet genoeg overleden
donoren beschikbaar om elke nierpatiënt van een geschikte nier te
voorzien. Dit probleem kan deels worden opgelost door meer
transplantaties uit te voeren met nieren van levende donoren, zegt
prof.dr. Jo Berden in de rede waarmee hij op 9 oktober officieel de
leerstoel Nierziekten aan het Universitair Medisch Centrum St Radboud
aanvaardt.
Het succes van een niertransplantatie hangt gedeeltelijk af van de
mate van overeenkomst tussen de weefselkenmerken van donor en
ontvanger. Daarom geeft een nier van een familiedonor verreweg de
beste resultaten. Maar het belang van de erfelijke overeenkomst is
afgenomen. Dat komt doordat de medicijnen die de afweer onderdrukken,
sterk verbeterd zijn. Daarom kan ook de nier van een niet-verwante
donor goed als transplantaat dienst doen.
Levende donor
Berden vindt het vanzelfsprekend dat de nieren van overleden donoren
in de eerste plaats bestemd zijn voor patiënten die al lange tijd op
de wachtlijst van Eurotransplant staan. Een nierpatiënt komt op deze
wachtlijst zodra de dialysebehandeling start. `Het treurige is
natuurlijk,' aldus Berden,`dat de kans op een succesvolle
transplantatie afneemt naarmate de dialyseperiode langer duurt, dus
naarmate iemand langer op de wachtlijst staat. Daarom moeten we
proberen om dialyse te voorkómen.'
Dat kan als er voor de patiënt een nier van een levende donor, meestal
de partner, beschikbaar is. Daarvoor moet de voorlichting aan
nierpatiënten, hun partners en hun familieleden, vervroegd worden. Nu
gebeurt dat vaak pas als de dialyse al gestart is. Ook moet de
voorlichting meer toegespitst worden op de voor- en nadelen van
donatie en de voordelen van een vroege pre-emptieve
niertransplantatie, dat wil zeggen voordat er een vorm van dialyse
gestart is. Om het aantal pre-emptieve transplantaties te vergroten is
extra personeel nodig, maar daar staat een reductie van het aantal
dialyses en een langere levensduur van de getransplanteerde nier
tegenover. Berden heeft berekend dat een pre-emptieve transplantatie
een gemiddelde kostenbesparing van 75.000 euro oplevert. Dit naast de
winst in kwaliteit van leven en levensduur voor nierpatiënten.
Onderzoek heeft zelfs uitgewezen dat ook de donor voordeel kan ervaren
door het afstaan van een nier; bij partnerdonatie vooral doordat het
gezinsleven na de transplantatie normaliseert.
Contactpersoon UMC St Radboud/ Staf Concerncommunicatie: Joke
Groeneveld (024) 361 35 28
8-10-2003