European Commission

IP/03/1356

Brussel, 8 oktober 2003

Elektronische communicatie: Europese Commissie lanceert inbreukprocedures tegen acht lidstaten

Met het oog op de naleving van het inmiddels in werking getreden nieuwe kader voor elektronische communicatie heeft de Commissie inbreukprocedures ingeleid tegen een aantal lidstaten (België, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Portugal) die hun omzettingsmaatregelen nog niet hebben aangemeld. Erkki Liikanen, Commissaris voor Ondernemingsbeleid en de informatiemaatschappij: Na de liberalisering van de Europese telecommunicatiemarkten in 1998, die voor groei, innovatie en een grootschaliger beschikbaarheid van diensten voor het publiek heeft gezorgd, acht de Commissie het nu van het grootste belang dat het nieuwe kader voor elektronische communicatie tijdig wordt omgezet. Dit zal niet alleen bevorderlijk zijn voor factoren als rechtszekerheid en flexibiliteit in de regelgeving voorwaarden voor blijvende investeringen in de sector maar zal ook een aanvulling vormen op de eEurope-doelstelling die erin bestaat te streven naar concurrerende, lokale toegang voor internetdiensten via breedbandnetwerken, en dit tegen een zo laag mogelijk prijs en op een duurzame basis.

In de mededeling Elektronische communicatie: De weg naar de kenniseconomie^1, benadrukt de Commissie het belang van een volledige, doeltreffende en tijdige tenuitvoerlegging van het nieuwe regelgevingskader voor elektronische communicatie. Doel is een concurrerende omgeving te creëren en in stand te houden, die innovatie, investeringen en kwalitatief betere diensten bevordert. Dit standpunt is volmondig gesteund tijdens de Voorjaarsraad en de daaropvolgende Raad Telecommunicatie van maart 2003.

Hierin gesteund door het Europees Parlement hebben de lidstaten in de Raad vastgesteld dat de omzetting van de belangrijkste bepalingen van het nieuwe kader uiterlijk op 24 juli 2003 afgerond dient te zijn.

Op 6 oktober bleek dat zeven lidstaten de nodige maatregelen getroffen hebben om de kaderrichtlijn en de machtigings-, toegangs- en universeledienstrichtlijnen in hun wetgeving om te zetten. Het betreft hier met name Denemarken, Ierland, Italië, Oostenrijk, Finland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

Tegen de landen die de omzettingsmaatregelen tot dusverre niet bij de Commissie hebben aangemeld, worden nu overeenkomstig artikel 226 van het Verdrag inbreukprocedures ingeleid. In de eerste fase van een dergelijke procedure worden de desbetreffende lidstaten (in dit geval België, Duitsland, Griekenland, Spanje, Frankrijk, Luxemburg, Nederland en Portugal) verzocht binnen een termijn van twee maanden op de vragen van de Commissie te antwoorden.

Achtergrond

In maart 2002 hebben Parlement en Raad een nieuw pakket sectorspecifieke regelgeving ter bevordering van meer concurrerende markten en convergerende technologieën voor elektronische communicatie vastgesteld^2.

De richtlijnen die de kern van het nieuwe regelgevingskader inzake netwerken en diensten voor elektronische communicatie vormen, moesten uiterlijk op 24 juli 2003 in de nationale wetgeving omgezet zijn. Krachtens het nieuwe regelgevingskader dienden de lidstaten deze nationale omzettingsbepalingen met ingang van 25 juli 2003^3 toe te passen en moesten op die datum de vorige communautaire instrumenten, die door die elementen van het nieuwe kader waren vervangen, worden ingetrokken.

Zoals reeds in het verleden in de telecommunicatiesector is gebeurd, zal de Commissie ook nu weer anticiperend te werk gaan om erop toe te zien dat het regelgevingskader voor elektronische communicatie wordt nageleefd met het oog op maximale rechtszekerheid voor de marktdeelnemers en toekomstige investeringen in deze uiterst dynamische sector.

De Commissie volgt het tenuitvoerleggingsproces in de lidstaten op de voet en zal gepaste maatregelen nemen, wanneer de in het nieuwe kader vastgestelde verplichtingen niet worden nagekomen.

De Commissie heeft er bovendien op gewezen dat in het belang van een snel resultaat bij de controle op de toepassing van het Gemeenschapsrecht, de formele inbreukprocedures vergezeld moeten gaan van alternatieve maatregelen4. In sommige gevallen kunnen alternatieve oplossingen zelfs doelmatiger en billijker blijken dan een inbreukprocedure. In dit verband werkt de Commissie nauw samen met de autoriteiten van de lidstaten, met name met de onafhankelijke nationale regelgevingsautoriteiten. Fora voor deze vorm van samenwerking zijn naast de bilaterale vergaderingen met de lidstaten het Communicatiecomité, de Europese groep van regelgevende instanties, het Radiospectrumcomité en de Beleidsgroep radiospectrum.

De diensten van de Commissie houden de vorderingen van de lidstaten op het gebied van de omzetting nauwlettend in het oog en zullen in het Communicatiecomité vragen blijven stellen aan lidstaten die de richtlijnen nog niet hebben omgezet. De volgende vergadering van het Communicatiecomité vindt plaats op 12 november 2003.
1 COM(2003) 65 van 11.2.2003.

2 Het betreft richtlijn 2002/21/EG ('kaderrichtlijn'), richtlijn 2002/20/EG ('machtigingsrichtlijn'), richtlijn 2002/19/EG ('toegangsrichtlijn') en richtlijn 2002/22/EG ('universeledienstrichtlijn'). Richtlijn 2002/58/EC over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie is in juli 2002 vastgesteld. De Radiospectrumbeschikking (676/2002/EG) hoeft niet door de lidstaten te worden omgezet. Zie ook:

http://europa.eu.int/information_society/topics/telecoms/regulatory/ne w_rf/index_en.htm.

3 zie bijvoorbeeld artikel 28 van de kaderrichtlijn. De lidstaten hebben tot 31 oktober 2003 de tijd om de voorschriften van richtlijn 2002/58/EG over de bescherming van de persoonlijke levenssfeer in de sector elektronische communicatie in hun nationale wetgeving om te zetten.

4 COM(2002) 725 van 11.12.2002.