Openbaar Ministerie

Rotterdam, 8 oktober 2003

Onderzoek mestfraude afgerond

Het Openbaar Ministerie in Rotterdam heeft het onderzoek in een omvangrijke mestfraudezaak afgesloten. Vijf verdachten zullen zich voor de rechter moeten verantwoorden, dertien zaken zijn geseponeerd en aan veertig verdachten is een transactie aangeboden.

De verdachten maakten gebruik van een constructie waarmee de meststoffenwetgeving werd omzeild. Die constructie hield in dat veeteelbedrijven of pluimveehouders op papier gebruik maakten van grondgebonden mestproductierechten van akkerbouwers. Die akkerbouwers ontvingen daarvoor een financiële vergoeding. Door de constructie konden de (pluim)veehouders een overproductie van fosfaat realiseren van ruim 350.000 kilo.

De fraude werd al in 1999 door de Algemene Inspectiedienst van het ministerie van Landbouw ontdekt bij enkele boerenbedrijven op Goeree-Overflakkee. Naar aanleiding van die zaken, die inmiddels in hoger beroep lopen bij het Gerechtshof in Den Haag, werd een groter onderzoek gestart. Daaruit zijn de nieuwe zaken, die in heel Nederland werden ontdekt, voortgekomen.

Aan de akkerbouwers en veehouders met relatief geringe overschrijdingen van de fosfaatproductie zijn transacties met een totaalbedrag van ruim 400.000 euro aangeboden. De vijf die voor de rechter gebracht worden, hadden overschrijdingen van tussen de 20.000 en ruim 110.000 kilo fosfaat.

Het OM hoopt dat de rechtbank in Rotterdam nog dit jaar de zaken zal behandelen.