Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
- Directie Sociale en Institutionele Ontwikkeling
DSI/MY
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 8 oktober 2003
Behandeld
- ada holleman
Kenmerk
- DSI/MY-657/03
Telefoon
- 070-3485304
Blad
- 1/3
Fax
- 070-3484883
Bijlage(n)
- - ada.holleman@minbuza.nl
Betreft
- Uw verzoek inzake jaarverslag 2002-
Tijdens het Wetgevingsoverleg over het jaarverslag 2002 op 24 juni 2003 (kamerstuk 28 880, nr.106) heb ik naar aanleiding van vragen van de VVD (Wilders) met u gesproken over meetpunten die de MFO's hanteren voor beleidsbeïnvloeding Nederland. Ik heb toegezegd met de MFO's de mogelijkheid te bespreken om bij de volgende jaarcyclus meetpunten voor beleidsbeïnvloeding in te voeren.
De vraag is aan de MFO's voorgelegd en uit de reacties blijkt dat MFO's unaniem groot belang hechten aan het meetbaar maken van de resultaten op het gebied van beleidsbeïnvloeding, maar dat het bepaald geen eenvoudige zaak is om de effecten van de inspanningen op dit terrein te meten. Immers, het betreft hier niet alleen een langdurig proces, beleidswijzingen kosten tijd, maar ook een complex proces waarin veranderingen doorgaans niet rechtstreeks zijn toe te schrijven aan de interventies van
één specifieke organisatie (het zogenoemde attributieprobleem).
Ik geef hieronder kort aan wat de stand van zaken per MFO is.
Cordaid
Bij Cordaid zorgen de regionale afdelingen ervoor dat de lobbypunten van de partnerorganisaties worden geagendeerd en in het jaarplan van Cordaid opgenomen. Door middel van monitoring en evaluaties worden kwaliteit en resultaten van de lobby activiteiten bewaakt c.q. vastgesteld. Kernvragen hierbij zijn onder meer: haalt het de politieke agenda; heeft het de media gehaald; is het publiek tot actie over gegaan.
Voor het bepalen van de impact wordt de begrotingsbehandeling als een belangrijk moment gezien; dan wordt bekeken welke moties, amendementen redelijkerwijs aan de Cordaid lobby kunnen worden toegeschreven.
Hivos
Hivos heeft pas recent beleidsbeïnvloeding Nederland op haar agenda staan en heeft in 2002 nog geen definitieve meetpunten voor beleidsbeïnvloeding opgesteld. Wel vormt dit een onderdeel van het proces waar in de komende periode (2003 en 2004) aan wordt gewerkt, namelijk de kwaliteitsverbetering van het systeem van resultaatmeting. De indicatoren liggen op het terrein van (i) output : gerealiseerde activiteiten, bereik, waardering stakeholders en (ii) effect: zoals respons van betrokken
partijen, media en publiek; kwaliteit en uitkomsten van discussies; overname van standpunten van Hivos en haar partners door relevante partijen.
Icco
Icco hanteert bij de resultaatmeting het principe van plausibele contributie in plaats van volledige of gedeeltelijke attributie. Per onderwerp, activiteit wordt gekeken wat Icco heeft gedaan (output), en welke resultaten en effecten aan de Icco interventie zijn toe te schrijven.
Meetpunten hierbij zijn bijvoorbeeld aantal debatten, brieven c.q. gesprekken naar dan wel met de Kamer, de Minister; maar ook het aantal kamervragen, moties en voorts het aantal aangenomen moties, wetsvoorstellen, beleidswijzigingen Minister.
Novib
Novib heeft een lange ervaring op het terrein van beleidsbeïnvloeding. Onder output verstaat men de activiteiten en de producten van Novib (zoals notities, rapporten, symposia, voorlichtingsbijeenkomsten etc) en onder outcome het resultaat in termen van het organiseren van een geslaagd symposium tot het daadwerkelijk gewijzigd krijgen van het beleid.
Beleidsbeïnvloeding maakt deel uit van het reguliere evaluatieprogramma binnen NOVIB. Zo worden in 2003 de activiteiten op het gebied van onderwijs geëvalueerd.
Voorts wordt eenmaal per twee jaar door NIPO een waarderingsonderzoek uitgevoerd in NOVIB's omgeving over de kwaliteit van de beleidsbeïnvloeding. De laatste keer dat dit gebeurde was maart 2002 en hierin werd Novib's deskundigheid en samenwerking positief beoordeeld en duidelijk verbeterd t.o.v. het onderzoek in 2000.
Plan Nederland
Plan NL werkt op directe wijze aan beleidsbeïnvloeding door zich in haar lobby en campagnes te richten op politici en beleidsmakers. Indirect wordt hieraan gewerkt door de betrokkenheid en het actief handelen binnen de Nederlandse samenleving ten aanzien van ontwikkelingssamenwerking te versterken. De belangrijkste doelgroep zijn kinderen en jongeren. Deze worden via het onderwijs en buitenschoolse activiteiten bereikt.
Indicatoren voor de korte termijn zijn onder meer aantal bijeenkomsten, deelnemende scholen, ingediende voorstellen van jongeren en politieke discussies. Voor de langere termijn gelden indicatoren zoals beleidswijziging, genuanceerde beeldvorming onder jongeren over het Zuiden.
Terre des Hommes
TdH benadrukt dat haar partners met name betrokken zijn bij beleidsbeïnvloeding in de ontwikkelingslanden en - gezien het grassroots karakter van hun partners - vooral op lokaal en regionaal niveau. Desalniettemin vraagt TdH ook in Nederland regelmatig aandacht voor situaties waarin er sprake is van het schenden van de kinderrechten.
Indicatoren voor 'aandacht krijgen' zijn bijvoorbeeld attentie van media, publiek, beleidsambtenaren, politici. Het 'gewenste resultaat' meet men aan de hand van aanpassing van het beleid, wetswijzigingen of nieuwe wetgeving.
TdH illustreert dit aan de hand van het verschijnsel kindersextoerisme in Gambia. Eén van de gewenste resultaten is dat het Openbaar Ministerie in Nederland meer actief wordt qua vervolgingsbeleid. Een daadwerkelijke rechtzaak tegen een Nederlander is hiervoor een goede indicator, hetgeen binnenkort het geval lijkt te worden.
Tot slot
Voor alle MFO's geldt dat zij beleidsbeïnvloeding expliciet (zullen) opnemen in de reguliere jaarplan- en jaarverslagcyclus, hetgeen impliceert dat ook voor beleidsbeïnvloeding zowel de korte als de lange termijn meetbare doelstellingen worden geformuleerd. Ik zal dit kritisch volgen en u daarvan verslag doen.
- De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
A.M.A. van Ardenne-van der Hoeven
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken