Den Haag, 8 november 2003
De partij van de arbeid vindt een hoofdlijnendebat over de wet ruimtelijke ordening noodzakelijk
De nieuwe regels omtrent de ruimtelijke ordening, beter bekend als de fundamentele herziening Wet ruimtelijke ordening (Wro) loopt al weer enkele jaren.
Het is de PvdA fractie er dan ook alles aan gelegen om vaart achter de herziening te zetten.
De huidige Wro is de afgelopen decennia herhaaldelijk gewijzigd. Niet alleen met de herziening in 1985, maar ook door invoering van de NIMBY procedure, de gemeentelijke projectprocedure, de invoering van de Tracéwet, de invoering van de Awb, et cetera. Het ooit zo hechte en transparante bouwwerk van de uit 1965 stammende Wro is, ondanks deze aanpassingen, in de ogen van velen niet alleen minder toegankelijk en coherent geworden, maar ook niet langer meer toegesneden op de vraagstukken van onze tijd. Te veel en ook vaak complexe procedures zouden een efficiënte ruimtelijke ordening belemmeren, terwijl de Wro deze juist op een evenwichtige manier zou moeten ondersteunen.
Er klinkt dan ook een brede roep om fundamentele herziening. Een eenduidig begrippenkader, heldere procedures, een scherpe afbakening van verantwoordelijkheden, harmonisatie tussen verschillende wetten, betere handhavingsmogelijkheden en een goede planschaderegeling zouden tot het gewenste doel - het mogelijk maken van een goede ruimtelijke ordening - moeten leiden.
Naar aanleiding van het voorstel van wet van 23 mei 2003, de bijbehorende Memorie van Toelichting, het advies van de Raad van State en het nader rapport is medio september een hoorzitting georganiseerd. Daar hebben institutionele vertegenwoordigers (onder andere IPO, VNG, G4, Vrom raad), maatschappelijke vertegenwoordigers (onder andere de Waterschappen, Stichting Natuur en Milieu, VNO-NCW, Milieudefensie) en diverse wetenschappers het voorliggende wetsvoorstel van commentaar voorzien.
Los van het politieke oordeel over de intenties van de herziene Wro leverden de verschillende commentaren en reacties een diffuus beeld op. Over de gehele linie werden kanttekeningen geplaatst bij de veronderstelde werking van de nieuwe Wro. Deze hadden betrekking op:
- de gewenste versnelling en harmonisatie van de planprocedures;
- de noodzaak om (structuurvisies) op de verschillende overheidsniveaus al dan niet verplicht te stellen;
- het al dan niet handhaven van een (gemeentelijke) projectprocedure;
- het ontbreken van een kader voor ontwikkelingsplanologie;
- de betekenis van de nieuwe Wro voor de rol van de provincie.
Van verschillende kanten werden kanttekeningen geplaatst bij de noodzaak de wet zo ingrijpend te herzien en werd de vraag gesteld of een gerichte opschoning van de huidige Wro niet tot een beter resultaat zou leiden op korte termijn.
Alle reden, zo meent de PvdA fractie, om in een debat op hoofdlijnen, nog eens grondig met elkaar van gedachten te wisselen over hetgeen met de wet beoogt wordt. Het is immers pas mogelijk om tot een goede en coherente Wro te komen, als ook helderheid bestaat over de gewenste werking. Door de discussie nu al te gaan voeren over de systematiek van de Wro en de precieze formuleringen, is het risico groot dat we op een later moment in het traject vastlopen en op onze schreden moeten terugkeren met nog meer vertraging tot gevolg.
Het voeren van een debat op hoofdlijnen is ook geheel in lijn met de voorstellen van de commissie nieuwe werkwijze van de Tweede Kamer, die pleit voor het standaard voeren van een debat op hoofdlijnen.
Tot onze spijt zijn VVD, CDA en D'66 tegen het voeren van zo'n debat. Het enige argument dat daarbij wordt aangevoerd is dat 'we al zo lang bezig zijn'. Wij distantiëren ons van dit besluit en betreuren het ook. Niet vanuit een verondersteld politiek gelijk, maar omdat we oprecht menen dat dit een historische vergissing is en de Wro en dus de ruimtelijke ordening in Nederland daarmee geen recht wordt gedaan.
Wij brengen hier tegenin dat het voeren van een debat op hoofdlijnen ook allerminst tot vertraging hoeft te leiden. Wie immers meent de voorliggende Wro goed te kunnen becommentariëren zoals CDA, VVD en D'66 aangeven, moet toch ook in staat zijn om een debat op hoofdlijnen te voeren.
Ons voorstel is en blijft daarom het debat op hoofdlijnen dit najaar te voeren en pas als helderheid over de gewenste koers ontstaat ons zo kamerbreed maximaal in te zetten voor een zo coherent en transparant mogelijke Wro. Doen we dit niet, dan vrezen wij dat Nederland nog lang op een goede en bruikbare Wro moet wachten en daarmee dus ook op een slagvaardige ruimtelijke ordening.
Namens de PvdA fractie
Adri Duivesteijn
Co Verdaas
Partij van de Arbeid