LTO NEDERLAND
Levensloopregeling; LTO-aanzet tot nieuw zelfstandigenbeleid
LTO Nederland heeft als eerste ondernemingsorganisatie een voorstel
gepresenteerd voor een aangepast zelfstandigenbeleid, waarvan een
nieuwe levensloopregeling de basis vormt. Aanleiding is de
aangekondigde afschaffing van de Wet Arbeidsongeschiktheidsverzekering
Zelfstandigen (WAZ). Kern van de nieuwe regeling is, dat - fiscaal
gefaciliteerd - gespaard kan worden voor in hoofdzaak de oude dag.
Deze spaarregeling maakt het tegelijk mogelijk dat een ondernemer bij
ziekte, arbeidsongeschiktheid of tijdelijke liquiditeitsproblemen
aanspraak kan maken op de door hemzelf opgebouwde pensioenreserve.
Als de Levensloopregeling Zelfstandigen in de Agrarische Sector(LeZas)
wordt ingevoerd, gaat het huidige zelfstandigenbeleid op de schop. Dat
beleid schiet in een aantal opzichten tekort: het is volgens LTO
fragmentarisch, onsamenhangend en onvoldoende aangepast aan de
veranderde situatie van (kleine) zelfstandige ondernemers. Ook de
uitvoering laat te wensen over. De land- en tuinbouworganisatie wil
over de nieuwe regeling op korte termijn overleg met de beide andere
werkgeversorganisaties en de politiek. Uit een eerste overleg bleek al
dat de levensloopregeling in eigen (bestuurlijke) kring goed valt.
De in 1998 ingevoerde WAZ zal, als de kabinetsplannen doorgaan,
waarschijnlijk in 2005 worden afgeschaft. Deze sociale verzekering is
als zodanig van groot belang en vormt een onderdeel van het bestaande
zelfstandigenbeleid voor de agrarische sector. In de praktijk leidt de
wet tot problemen: de WAZ-premies zijn hoog en als iemand er vanwege
arbeidsongeschiktheid gebruik van moet maken, zijn de uitkeringen te
laag.
Als de WAZ sneuvelt, zal tijdig een alternatieve regeling klaar moeten
zijn. In de voorgestelde regeling wordt een aantal risico s van de
ondernemer in één pakket gebundeld. Het gaat hierbij naast de
oudedagsvoorziening om inkomensderving bij tijdelijke
arbeidsongeschiktheid als gevolg van een ziekte of ongeval, mogelijk
liquiditeitsproblemen die zich vooral in de land- en tuinbouw
tijdelijk voordoen en tenslotte bedrijfsbeëindiging.
Het voorstel van LTO is mede ingegeven door onderzoek, zegt Mans
Vulto, LTO-bestuurder en verantwoordelijk voor sociale zaken. Hieruit
bleek dat veel agrarische ondernemers zich nauwelijks zorgen maken
over de mogelijkheid dat ze door onvoorziene omstandigheden voor
langere tijd niet kunnen werken of zelfs zijn uitgewerkt. Vulto: ''Aan
de andere kant kwam ook naar voren dat ze zich wél zorgen maken over
de continuïteit van hun bedrijf. Het gaat dus om financiële
voorzieningen in de periodes dat het echt nodig is en waarbij de
continuïteit van de onderneming een belangrijk uitgangspunt is.''
Vulto kan niet inschatten wanneer de regeling ingevoerd zou kunnen
worden. Er is veel overleg nodig met andere partijen. Naast het nodige
overleg met de overheid is medewerking nodig van het pensioenfonds
BPL, de Stichting Aanvullingsfonds ZW- en WAO-uitkeringen Agrarische
Sectoren (Sazas), de bedrijfsverzorging, de verzekeringsmaatschappij
en de banken. In het voorjaar willen we een conferentie houden en dan
zal moeten blijken of alle betrokkenen willen meewerken'', aldus
Vulto.
08 okt 03 16:50
LTO-Nederland