Vereniging Nederlandse Gemeenten


---

VNG-reactie op BZK-begroting: grotestedenbeleid in de knel (08/10/03)

De VNG is het met het kabinet eens dat door minder regels, minder bureaucratie en meer vrijheid voor gemeenten de kloof tussen burger en bestuur kan worden gedicht. Gemeenten willen daaraan werken, maar moeten vanzelfsprekend daartoe wel de ruimte en voldoende middelen krijgen. Een reactie op hoofdlijnen op de Rijksbegroting van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 2004.

Grotestedenbeleid bedreigd
Het grotestedenbeleid wordt bedreigd door een gebrek aan financiële middelen. Hierdoor kunnen de grote steden mogelijk in 2005 problemen rond veiligheid, wonen, werken en welzijn niet langer effectief aanpakken. Wanneer minister Remkes er niet in slaagt de verschillende ministeries te overtuigen dat de grote steden ruimte nodig hebben om de grootstedelijke opgaven naar eigen inzicht aan te pakken én hiervoor voldoende middelen moeten krijgen, zullen de gevolgen voor de burger in 2005 al merkbaar zijn.

Al in 2004 wordt een aantal regelingen wegbezuinigd of overgedragen aan derden en daarmee aan het gemeentelijke domein onttrokken. De budgettaire kaalslag heeft vooral gevolgen voor het sociale beleid dat de grote steden kunnen voeren.Van de 600 miljoen euro die in 2003 beschikbaar is, blijft als gevolg van het intrekken van (tijdelijke) regelingen in 2006 nog maar 300 miljoen over. Als het kabinet bovendien volhardt in de bezuiniging op en vervolgens de overdracht van de middelen voor gemeentelijk onderwijsachterstandenbeleid naar de schoolbesturen, dan resteert in 2007 nog slechts 180 miljoen.

Rampenbeheersing: gemeenten betrokken bij beheersplannen en geen onnodige toezichtsdruk
Anders dan uit de begroting van BZK 2004 blijkt, moeten gemeenten worden betrokken bij de implementatie van regionale beheersplannen. Beheersplannen vormen immers de uitkomst van bestuurlijke afwegingen die op regionaal en gemeentelijk niveau moeten worden gemaakt: die kunnen daarom geen exclusieve aangelegenheid van het ministerie van BZK en het brandweermanagement zijn. De implementatie van de regionale beheersplannen is bij uitstek een activiteit die past binnen het VNG-project Slagen voor veiligheid. De voortzetting van dit effectieve en succesvolle project, gericht op de ondersteuning van gemeenten op het terrein van de fysieke veiligheid, hangt echter aan een zijden draad omdat BZK nog steeds geen middelen heeft toegezegd.

De VNG benadrukt verder dat verschillende toezichthoudende organen op de rampenbestrijding hun activiteiten zodanig moeten inrichten en op elkaar af moeten stemmen, dat overlap en onnodige toezichtsdruk wordt voorkomen. Conform het advies van de VNG-commissie Brouwer had de VNG daarom een tweelagenstructuur bepleit, waarbij de provincie een zeer beperkte toezichthoudende taak kreeg. De Tweede Kamer heeft de Wet kwaliteitsbevordering rampenbestrijding echter ongewijzigd aanvaard en onnodige toename van de toezichtsdruk acht de VNG daarom aanwezig. De Eerste Kamer moet nog instemmen met het wetsvoorstel.

Politie: grotere rol gemeenten in politiebestel noodzakelijk De VNG vindt dat de positie van de gemeenten in het politiebestel moet worden versterkt. Voor een effectieve aanpak van de veiligheid is lokaal maatwerk noodzakelijk. De VNG pleit er in dit licht voor om het gemeentelijke inbrengrecht te effectueren.
De VNG vindt het een ongewenste ontwikkeling dat door de versterking van de beheertaak van de minister van BZK ook het gezag van de minister over de politie wordt vergroot. Deze ontwikkeling staat haaks op de behoefte aan integrale regie die dicht bij de burger op lokaal niveau zijn beslag moet krijgen.

Gekozen burgemeester: reactie voor 15 november
De VNG reageert voor 15 november 2003 op de hoofdlijnennotitie van minister de Graaf over de gekozen burgemeester. De consequenties voor het lokale bestuur zullen scherp in beeld moeten worden gebracht. Om de beoogde vernieuwingen te bereiken, is een behoorlijke tijdsspanne bij de invoering noodzakelijk.

Wgr-plus: regios centraal bij de ruimtelijke planvorming De VNG onderschrijft de doelstelling van het kabinet om de Kaderwetgebieden - gemeenten die verplicht samenwerken voor de aanpak van met name ruimtelijke problemen - te continueren en een nieuwe wettelijke basis te geven in een uitgebreide Wet gemeenschappelijke regeling, de Wgr-plus. De VNG pleit voor handhaving van het uitgangspunt dat de Wgr-plusregios de ruimtelijke plannen voor het eigen grondgebied maken en dat de provincie deze plannen slechts toetst aan de bovenregionale samenhang. Dit moet in de nieuwe Wet op de ruimtelijke ordening zijn beslag krijgen. Ook voor verkeer- en vervoersbeleid zijn de Wgr-plusregios de planvormers. De VNG is verder van mening dat ook andere, nieuwe regios van de Wgr-plus gebruik moeten kunnen maken.

Modernisering overheid: betere dienstverlening, minder bureaucratie De VNG is met het kabinet van mening dat er aandacht moet worden besteed aan het beeld dat de burgers van de overheid hebben. Voor gemeenten wordt dit beeld voor een groot deel bepaald door de kwaliteit van de dienstverlening aan de burger. De VNG zal op het terrein van dienstverlening het komende jaar initiatieven nemen: Wij zullen voorstellen doen om te komen tot minder bureaucratische regels voor onder meer de burgers. Ook blijft de VNG prestatievergelijking tussen gemeenten onderling stimuleren. De komende jaren zal de VNG ook op dit terrein initiatieven nemen om gemeenten te ondersteunen de dienstverlening te verbeteren.

Den Haag, 8 oktober 2003