Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
http://www.minszw.nl
Toespraak staatssecretaris Rutte
Nr. 2003/139
8 oktober 2003
Embargo:
8 oktober 2003 tot 21.15 uur
Staatssecretaris Rutte bindt strijd aan met alle vormen van fraude
Staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en Werkgelegenheid wil een
repressievere aanpak van fraude. Die hardere aanpak kan worden bereikt
door alle betrokken organisaties beter te laten samenwerken.
De staatssecretaris zei dit in Den Haag bij de start van het landelijk
netwerk interventieteams. De bestaande interventieteams als het
Westlandinterventieteam (WIT) en de Regionale interdisciplinaire
fraudeteams (Rif's) gaan op in het landelijk netwerk dat in heel
Nederland zwart werk, illegale arbeid, sociale zekerheids- en fiscale
fraude gaat aanpakken.
In de teams participeren de uitvoeringsorganisaties UWV en SVB, de
arbeidsinspectie, de belastingdienst en de gemeenten.
De eerste acties van de teams zijn gericht op de zogeheten warehouses
in Brabant en Limburg. Het gaat daar om arbeidsintensief werk zoals
opslag-, overslag- en inpakwerk. Een sector waar illegaal en zwart
werk wordt vermoed. Een andere actie die op de rol staat vindt plaats
in de steden Utrecht en Den Haag. De situatie in probleemwijken wordt
vooral veroorzaakt door illegaliteit, uitkeringsfraude en
belastingfraude. De acties richten zich zowel op ondernemers (horeca,
belhuizen en in relatie hiermee (illegale) uitzendbureaus) als op
particulieren die het niet zo nauw nemen met de regels. Het gaat
daarbij het om het opsporen van onterecht verkregen bijstand en
kinderbijslag en het aanpakken van zwart werk.
Toespraak van staatssecretaris Rutte van Sociale Zaken en
Werkgelegenheid bij de startbijeenkomst Interventieteams op 8 oktober
2003 in Den Haag
'Het begin is het belangrijkste deel van het werk.' Om met een citaat
van Plato maar gelijk met de deur in huis te vallen.
We gaan vandaag -en we zijn kabinet, Belastingdienst, UWV, SVB,
Arbeidsinspectie, Openbaar Ministerie en gemeenten- een belangrijk
commitment aan in de strijd tegen fraude in al zijn facetten.
Een goed begin moet natuurlijk ook een goed vervolg krijgen. Maar dat
dat zal gebeuren, daar twijfel ik niet aan.
In deze samenwerkingsovereenkomst kiezen we voor een
gemeenschappelijke strategie. Van een landelijk dekkend netwerk van
interventieteams dat in heel Nederland zwart werk, illegale arbeid,
sociale zekerheidsfraude en fiscale fraude gaat aanpakken. De
handtekening die we daar dadelijk onder zetten, markeert het begin van
een nieuwe aanpak.
Het afgelopen jaar heeft iedereen hard gewerkt om die samenwerking,
die we voor een deel al in de Regionale interdisciplinaire fraudeteams
kenden, verder vorm te geven. Ik geef toe, dat ging niet zonder slag
of stoot. Maar ik ben er trots op dat het ons toch is gelukt. Mijn
felicitaties. Want u zult het met mij eens zijn: fraude moet hard
worden aangepakt. Hard worden bestraft. En mag nooit en te nimmer
lonen.
Door samen de strijd aan te gaan vergroten we de pakkans, in de hoop
dat mensen het in het vervolg wel na zullen laten de fout in te
gaan.
We gaan intensiever controleren. Door onterecht verstrekte uitkeringen
terug te vorderen. Niet afgedragen belasting en premies te innen. Op
illegale arbeid volgt een lik-op-stuk beleid. En dat betekent meer
processen verbaal. Hogere boetes. Niet alleen controleren maar ook
'doorpakken' naar strafrechtelijk onderzoek.
De tijd dat we dat via teams deden is voorbij. Het Wit, Bit en Cit
gaan op in de interventiestructuur. Maar één landelijk netwerk van
inspectie- en interventieteams. Met negen regio's van waaruit
projecten worden gestart. En met een strakke aansturing vanuit de
landelijke stuurgroep: het UWV en SVB, de arbeidsinspectie, de
belastingdienst, het OM en de gemeenten.
Een netwerk dat werk maakt van de illegale tewerkstelling en fraude op
het terrein van fiscaliteit en sociale zekerheid. Dat premiefraude,
uitkeringsfraude en identiteitsfraude hard aanpakt.
Niet dat we tot nu toe te tolerant zijn geweest. Tolerantie wil
zeggen: fouten van andere vergoelijken. Daar is geen sprake van.
Sterker nog: we kunnen terugkijken op zeer succesvolle
Rif-onderzoeken. Ik noem de grondkabels, verhuisbedrijven, horeca en
vleesindustrie.
Het Westland Interventieteam -dat in de tuinbouw illegale arbeid en in
het verlengde daarvan malafide uitzendbureaus opspoorde- is in zekere
zin maatgevend geweest voor de nieuwe structuur van dit landelijk
dekkend netwerk van inspectieteams.
Die aanpak met speciale teams heeft over het algemeen goede resultaten
gehad. Maar het was niet optimaal. Het ging af en toe toch nog teveel
ad hoc. Er slipte teveel tussendoor en niet alle regio's in Nederland
werden gecontroleerd. Er groeide bij alle deelnemers behoefte aan een
nieuwe structuur. Een waarin méér en beter zou worden samengewerkt.
Waarin de overheid als één geheel optreedt tegen misstanden.
Dus geen solo-acties meer. Maar binnen een netwerk dat fraude in heel
Nederland aanpakt.
De behoefte aan een nieuwe structuur zat 'm ook in de werkwijze van de
oude teams.
Die te veel op preventie en te weinig op repressie gericht was.
Natuurlijk, er werd veel nuttig onderzoek gedaan naar illegale arbeid
en fraude met sociale zekerheid. Wat dat betreft hebben de Regionale
interdisciplinaire fraudeteams de afgelopen jaren een pioniersfunctie
vervuld met het in kaart brengen van de fraudestructuren. Op het werk
van de oude teams volgt een logische volgende stap. Het omzetten van
de onderzoeksresultaten in het concreet opsporen van fraude.
Het is tijd voor een repressievere aanpak. Het is tijd om boeven te
gaan vangen.
De spreekwoordelijke knoet moet erover. Met meer en intensievere
controle bij bedrijven en particulieren. Met een strenger
sanctiebeleid. Met kortere en hevige acties. Met teams die snel en
flexibel op alle plaatsen in het land in actie komen.
Natuurlijk blijft ook alertheid belangrijk om fraudestructuren te
achterhalen. Een goed inzicht in die structuren is tenslotte het halve
werk bij de aanpak van fraude. We moeten dan ook niet doorslaan. De
kracht zit 'm vooral in de samenwerking. Van een overheid die als één
geheel optreedt tegen misstanden. Dat is doelmatiger en efficiënter.
Bovendien maakt een gezamenlijk optreden meer indruk. De
vooraankondiging van de werkzaamheden van de nieuwe interventieteams
zal werkgevers eerder doen beseffen dat zij extra aandacht krijgen.
Dat ze hopelijk tot inkeer komen en inzien dat de voordelen van zwart
uitbetalen of het in dienst nemen van illegalen niet opwegen tegen de
boetes die ze daardoor riskeren.
In de nieuwe landelijke structuur van interventieteams spelen de
regionale platforms een belangrijke rol. Zo kunnen lokale signalen
makkelijker naar de landelijke stuurgroep worden doorgespeeld en kan
snel tot actie worden overgegaan. Deze nieuwe structuur is
transparant.
Potentiële wetsovertreders weten dat we er zijn en wat ze riskeren. En
ons biedt die transparantie het voordeel dat eventuele knelpunten
eerder kunnen worden gesignaleerd en opgelost.
Die transparantie biedt mij ook de mogelijkheid om al wat te kunnen
vertellen over de eerste -korte termijn- acties van de
interventieteams. Er staan er twee op stapel. De eerste controles zijn
gericht op de zogeheten warehouses in Brabant en Limburg. Het gaat
daar om opslag, overslag, inpakwerkzaamheden, enfin, zeer
arbeidsintensief werk. Met veel vermoedens van illegaal en zwart werk.
Van slechte arbeidsvoorwaarden en slechte omstandigheden.
Laaggeschoolde arbeid waarvoor, zo is ook hier het vermoeden,
personeel wordt aangetrokken via illegale uitzendbureaus.
Een tweede actie die op de rol staat richt zich op de steden Utrecht
en Den Haag.
De situatie in een aantal probleemwijken daar wordt vooral veroorzaakt
door illegaliteit, uitkeringsfraude en belastingfraude. Die
grootstedelijke problematiek schreeuwt om actie tegen malafide
ondernemers. We denken daarbij aan de horeca, de vele belhuizen en in
relatie hiermee de uitzendbureaus. Maar ook particulieren die het niet
zo nauw nemen met de regels kunnen controles verwachten. Daarbij gaat
het om het opsporen van onterecht verkregen bijstand en kinderbijslag
en het aanpakken van zwart werk.
Het aanpakken van malafide uitzendbureaus heeft voor mij
topprioriteit. Ik heb het vaker gezegd en in zeg het hier wederom: ik
ben die grootscheepse fraude in de uitzendbranche meer dan zat.
Illegaliteit is geen onschuldig verschijnsel. Het gaat om geld, groot
geld en dat trekt de bijbehorende criminaliteit aan. De gevolgen zijn
u bekend. Door deze ontoelaatbare situatie niet langer toe te staan en
de excessen te bestrijden zal de veiligheid in de stadswijken
toenemen. Daarvan ben ik overtuigd.
Ik weet dat een aantal van u nu denkt: dan voer je toch het wettelijk
vergunningenstelsel voor het uitzendwezen weer opnieuw in. Dat is toch
de beste manier om de illegaliteit en fraude aan te pakken?
Nee, dat is niet de beste manier. Naar mijn overtuiging schieten we er
niets mee op om het vergunningenstelsel weer in te voeren.
Een wettelijk vergunningenstelsel levert alleen iets op als we
rigoureus handhaven. Oftewel: alle capaciteit van opsporingsdiensten
en inspecties inzetten om vergunningen te controleren.
Is dat efficiënt en effectief? Het antwoord is: nee. Want hoe werkt
het?
Er zijn 2 partijen. Een louche uitzender en een inlener die graag
mensen in dienst neemt onder het minimumloon en het niet zo nauw neemt
met de arbeidsomstandigheden. Sterker nog: die komen op de laatste
plaats.
Die 2 partijen zullen elkaar altijd weten te vinden.
Vergunningenstelsel of niet. Criminelen vragen geen vergunningen aan.
Criminelen gaan door tot ze tegen de lamp lopen om de volgende dag
weer onder een andere naam te beginnen. Ondertussen alle procedures en
beroepsmogelijkheden uitmelkend die maar te bedenken zijn.
Moet ik dan alle opsporings- en controlecapaciteit inzetten op een
stelsel waar de criminelen zich altijd weer aan weten te ontrekken?
Dat is weinig effectief.
Ik kies voor een andere aanpak.
Ik zet liever in op aanzienlijk méér opsporingsambtenaren en
inspecteurs die veel gerichter de criminelen aanpakken. Inspecteurs
die strikt en gericht controleren en handhaven, vooral aan de
rafelkanten van de arbeidsmarkt waar grof geld verdiend wordt.
Inspecteurs die hoge boetes kunnen opleggen en binnen de kortste keren
die boetes ook kunnen innen. En op opsporingsambtenaren die complexe
netwerken kunnen ontrafelen en voor de rechter brengen.
Naar mijn idee kunnen we spreken van een logische en samenhangende
inzet.
Een systeem dat zowel inleners als uitleners pakt waar het het meeste
pijn doet: in de portemonnee.
Dames en heren. Vanaf vandaag zijn de nieuwe interventieteams
operationeel. Ze zullen ongetwijfeld van zich laten horen. Met
doelgerichte acties en navenante resultaten. Met dit landelijk netwerk
zal het net zich sneller en beter sluiten om de mensen die kwaad
willen. Daar ben ik van overtuigd. Ik wens u daarbij veel succes!
08 okt 03 21:15