Ministerie van Defensie
---
Brieven aan de Kamer
---
Kabinetsstandpunt partiële herziening van het Structuurschema Militaire
Terreinen 1986/1996
07-10-2003
Onder verwijzing naar artikel 2a, lid 6 van de WRO bieden wij u
hierbij het kabinetsstandpunt van de partiële herziening van het
Structuurschema Militaire Terreinen ter instemming aan.
Aan het eind van dit jaar loopt de werkingsduur af van de vigerende
planologische kernbeslissing (pkb) van het Structuurschema Militaire
Terreinen (SMT, kamerstukken II 1985/1986. 16 666 nr. 34) zoals die
luidt na de partiële herziening van 1996 (kamerstukken II, 1995/1996,
23 707, nr 13). Omdat op dat moment nog geen nieuw pkb-beleid voor de
militaire terreinen gereed is, heeft het kabinet besloten de vigerende
pkb partieel te herzien, uitsluitend gericht op de verlenging van de
werkingsduur van de pkb. Door deze werkwijze wordt de pkb van het
Structuurschema Militaire Terreinen verlengd tot het moment van
inwerkingtreding van het nieuwe pkb-beleid voor de militaire terreinen
(in het SMT2), of uiterlijk tot 30 december 2005.
De tekst van de partiële herziening komt in de plaats van uitspraak
9.4 van de pkb en luidt als volgt: De planperiode van deze pkb is
verlengd tot de datum van inwerkingtreding van het nieuwe pkb-beleid
voor de militaire terreinen of tot uiterlijk 30 december 2005.
Bij dit besluit heeft het kabinet de volgende feiten en overwegingen
gehanteerd:
Het SMT is bij wet (Wet rechtskracht diverse planologische
kernbeslissingen van 17 december 1998, Staatsblad 1998, 721) met 5
jaar verlengd tot 30 december 2003. De herziening van die pkb is in
november 2001 gestart onder de naam Tweede Structuurschema Militaire
Terreinen. De verwachting was dat de nieuwe pkb vóór eind 2003 in
werking zou treden. Door onvoorziene omstandigheden is die procedure
echter ernstig vertraagd en kan inwerkingtreding van nieuw pkb-beleid
voor de militaire terreinen niet voor eind 2003 formeel plaatsvinden.
De stand van zaken op dit moment is dat het ontwerpkabinetsstandpunt
van het SMT2 (pkb deel 3) is aangehouden teneinde af te kunnen stemmen
op de herformulering van het beleid van de rode en groene contour,
alsmede vanwege de verwachte ruimtelijke consequenties van de
aangekondigde vermindering van het aantal militaire terreinen.
Zeker is dat de formele afronding van nieuw pkb-beleid voor de
militaire terreinen niet vóór eind 2003 plaats kan vinden. Daarom moet
een voorziening worden getroffen om te voorkomen dat als gevolg van
het aflopen van de werkingsduur van het vigerende SMT een onduidelijke
situatie ontstaat omtrent het door het kabinet te voeren beleid ten
aanzien van de militaire terreinen.
Deze partiële herziening betekent geen wijziging van het thans
bestaande beleid, maar waarborgt juist een voortzetting daarvan.
Gegeven het feit dat dit besluit geen wijziging van de bestaande
situatie inhoudt, acht het kabinet het volgen van een verkorte
pkb-procedure cf. artikel 2b, lid 3 van de WRO, waarin geen inspraak,
bestuurlijk overleg en advies plaatsvindt, de geëigende weg.
DE STAATSSECRETARIS VAN DEFENSIE & DE MINISTER VAN VOLKSHUISVESTING,
RUIMTELIJKE ORDENING EN MILIEUBEHEER