Nederlandse Vereniging van journalisten

7/10/2003 NVJ-sectie Omroep
Uitslag omroepenquête
Betere medezeggenschap programmamakers

De medezeggenschap van programmamakers bij de publieke omroep moet worden verbeterd. De NVJ gaat ijveren voor de komst van een volwaardig redactiestatuut. Bij redacties van enige omvang moeten redactieraden gaan functioneren.

Thomas Bruning, secretaris omroepzaken van de NVJ, ontleent de roep om meer zeggenschap aan de uitkomsten van de NVJ- enquête onder programmamakers. Volgens hem is bij de makers het verlangen naar meer betrokkenheid groot. Het programmastatuut zoals verplicht volgens de Mediawet biedt echter onvoldoende soelaas. Mogelijk kan een model redactiestatuut onderdeel worden van de CAO voor de publieke omroep.

Negatief beeld
De enquête geeft een helder beeld van de moeilijke werkomstandigheden in Hilversum. Het overgrote deel van de respondenten vindt de beeldvorming negatief. Dit wijt men aan het slechte, maar wel royaal beloonde management, onwil om samen te werken en gebrek aan visie bij de directies. Er wordt gepleit voor hervorming van het bestel, meer samenwerking en investeringen in kwaliteit om de meerwaarde van de publieke omroep te tonen. "Omroepen moet weer een missie worden," aldus een van de geënquêteerden.
Op de vraag wat als wezenlijk wordt gezien voor de publieke omroep, antwoordt een overgrote meerderheid: kwaliteit. Zij willen goede, zich onderscheidende programma's maken, waarbij kwaliteit prevaleert boven kijkcijfers. Bij de helft benadrukt dat daarbij onafhankelijkheid de boventoon moet voeren en dat de invloed van commercie moet verdwijnen. "Geheel onafhankelijk van de geldgever, dient de publieke omroep aandacht aan te geven aan talloze maatschappelijke bewegingen en minderheidsgroepen, zonder dat andere belangen, zoals commercieel gewin daarop invloed hebben," zo verklaarde een van de respondenten.

Geen invloed
Gaat het om journalistieke eindverantwoordelijkheid op programmaniveau dan voelt de programmaker zich wel serieus genomen. Maar de makers hebben weinig of geen invloed op programma-ideeën, budgetten of het format van zender of net. Daar staat de Hilversumse bureaucratie met veel tussenlagen en trage besluitvorming in de weg. Trage besluitvorming wordt door een deel van de programmakers ook gezien als een van de belangrijkste tekortkomingen in het publieke bestel. Zoals zij bij het maken van programma's op vele fronten negatieve druk ervaren. Dan gaat het om gebrek aan geld, de dwingende noodzaak aan bepaalde kijk- en luistercijfers te voldoen en belemmeringen vanwege de identiteit van de omroepvereniging. Identiteit van omroep en zender botsen soms. "Werken voor zowel de omroep als de zender is vaak lastig. Wat de omroep wil zit de zender niet op te wachten, en wat de zender wil is weer te weinig kleurgevend voor de omroep."
Het personeelsbeleid wordt ook vaak slecht genoemd, met name vanwege het grote aantal tijdelijke contracten. Dat zou volgens één van de respondenten kunnen worden verbeterd door de zender coördinatoren tot echte bazen te maken, die verantwoordelijk zijn voor al het personeel. Hierdoor kunnen meer vaste arbeidscontracten worden afgesloten.

Programmamakers verwachten de komende jaren wel een omslag in het denken. Het belang van de zender zal het winnen van het belang van de individuele omroep.