Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, Karla Peijs, bij
de start van de campagne Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer,
station Hollands Spoor op dinsdag 7 oktober om 13.00 uur.
Dames en heren,
Het openbaar vervoer móét veiliger. En daarom moeten we het
Aanvalsplan Sociale Veiligheid in het Openbaar Vervoer voortvarend
uitvoeren. Zowel de veiligheid van de reiziger als die van het
personeel in het openbaar vervoer is in het geding. We moeten koste
wat kost vermijden dat mensen het openbaar vervoer gaan mijden omdat
ze zich onveilig voelen. Dat is onacceptabel en bovendien wordt het
mobiliteitsprobleem in ons land er alleen maar groter door.
Nog deze maand stuurt het kabinet een voortgangsrapportage over de
uitvoering van het plan naar de Tweede Kamer. Daarop vooruitlopend wil
ik hier vast melden dat we goed op koers liggen. Het merendeel van de
acties en maatregelen die begin dit jaar door het Rijk zijn opgestart,
is of wordt nog dit jaar afgerond. De rest, zoals de invoering van de
chipkaart, laat nog even op zich wachten.
Zeker zo belangrijk is dat er dit jaar allerlei initiatieven zijn
genomen om de onveiligheid in het openbaar vervoer plaatselijk en
regionaal aan te pakken. Samen hebben de gemeenten, provincies en
kaderwetgebieden meerjarenplannen ontwikkeld met concrete
streefcijfers. Ik vind dat prima. Laat maar zien wat je wilt bereiken.
Voor alle regios betekent dat een belangrijke stap op weg naar een
structureel beleid om de sociale veiligheid te verbeteren. Wat mij
hierin vooral zo aanspreekt, is dat de openbaar-vervoerbedrijven en de
regionale overheden nog sterker hun eigen verantwoordelijkheid nemen.
Inmiddels zijn er plaatselijk ook allerlei initiatieven voor
veiligheidsarrangementen genomen. Ik ga ze hier niet allemaal
opsommen, want dat zou mijn verhaal erg saai maken, maar het gaat om
ongeveer twintig initiatieven, vooral op probleemlijnen en
probleemstations. Een veiligheidsarrangement bevat concrete afspraken
tussen gemeenten, vervoerbedrijven, politie en justitie over de
afstemming van toezicht, handhaving en vervolging. De samenwerking
tussen deze partijen laat zien dat de verbetering van de veiligheid de
hele maatschappij aangaat, en niet de verantwoordelijkheid is van de
openbaar-vervoersector of de overheid alleen.
Acties en maatregelen die nu al zichtbare resultaten opleveren, zijn
de inzet van meer toezichthouders in tram en metro en de uitbreiding
van de spoorwegpolitie. Meer toezicht vermindert niet alleen het
aantal ongeregeldheden, maar verhoogt ook het gevoel van veiligheid
van de reiziger. Uit onderzoek blijkt dat menselijk toezicht daarvoor
doorslaggevend is.
Eind september heb ik 27 miljoen euro verdeeld onder de grote steden
voor meer conducteurs en controleurs in tram en metro. Het gaat om een
flinke verbetering van de veiligheid, daar waar de problemen het
grootst zijn. Met dat geld kunnen 785 nieuwe toezichthouders aan de
slag. Het gaat om een structureel bedrag. Dat we in een tijd waarin we
op de kleintjes moeten letten tot deze stap besloten hebben, geeft aan
hoe belangrijk we sociale veiligheid vinden.
Tot slot: deze zomer hebben de ministeries van Binnenlandse Zaken en
Verkeer en Waterstaat afgesproken dat ze de uitbreiding van de
Spoorwegpolitie met drie zogeheten Veelvoorkomende-criminaliteit-teams
zullen financieren. De eerste twee teams zijn al operationeel, het
derde gaat in januari van start. De teams worden vooral ingezet op de
probleemlijnen, zoals de Flevolijn, de Schiphollijn en de Hoekse lijn.
Tot zover de maatregelen. Natuurlijk zijn die broodnodig, maar op zich
vergroten ze het gevoel van veiligheid bij de reiziger nog niet.
Daarom moeten we de mensen ook concreet vertellen wat we doen. Een
veiligheidsgevoel kun je niet vastpakken. Maar je kunt er met
voorlichting over plannen, feiten, cijfers en vooral resultaten wel
voor zorgen dat het veiligheidsgevoel sterker wordt. Daarom hebben we
de campagne rondom sociale veiligheid in het leven geroepen die hier
vandaag van start gaat.
Onderdelen van de campagne, die tot medio 2004 doorloopt, zijn
affiches op stationsabris, advertenties in Spits en Metro en artikelen
in huis-aan-huis-bladen. De eerste uitingen gaan over meer
toezichthouders op tram en metro en de uitbreiding van de
spoorwegpolitie.
De campagne heeft een centraal deel, met als vaste elementen het
beeldmerk en een motto. Het beeldmerk stelt de veiligheid van de
gebruiker voorop, het motto luidt Gerust met het openbaar vervoer.
Onderaan staat een concrete actie of maatregel. De campagne is verder
regionaal en lokaal flexibel in te vullen. Elke afzender Rijk, regio
of vervoersbedrijf kan er zijn eigen uitwerking aan geven en zijn
eigen handtekening onder zetten in de vorm van een logo.
Dames en heren,
Aan de campagne die we hier vandaag lanceren is veel overleg tussen de
rijksoverheid, decentrale overheden en vervoerbedrijven voorafgegaan.
Nu komt het erop aan dat we de campagne samen goed gaan uitvoeren. Dat
willen we met zijn allen heel graag. Vandaar dat we deze campagne ook
samen aftrappen.
Het gaat erom die acties en maatregelen in de schijnwerpers te zetten
die zichtbaar zijn voor de reizigers, zoals meer conducteurs en
controleurs, de invoering van de chipkaart, gecontroleerde toegang tot
stations enzovoorts. Want wij kunnen de veiligheid wel verbeteren, het
gaat er vooral om dat mensen zich veiliger vóélen.
Dank u wel.
Ministerie van Verkeer en Waterstaat