Senaat bereikt versoepeling arbeidsplicht van ouderen
dinsdag 7 oktober 2003
Onder druk van de Eerste Kamer heeft de regering een soepeler uitleg
gegeven aan de Wet werk en bijstand (WBB) die op 1 januari 2004 in
werking treedt.
Hieronder volgen de belangrijkste toezeggingen, gedaan door
staatssecretaris Rutte ten gevolge van de behandeling van het
wetsvoorstel in de Eerste Kamer op 7 oktober 2003.
---
Cliënten van zevenenvijftig en een half jaar en ouder, waarvan na een
eerste toets is vastgesteld dat ze geen perspectief hebben op de
arbeidsmarkt, krijgen geen arbeidsplicht opgelegd en kunnen zich
richten op andere maatschappelijke activiteiten, zoals
vrijwilligerswerk. Gelet op de huidige economische en
arbeidsmarktsituatie kan voor deze categorie een verdere toetsing op
een eventuele toekomstige arbeidsplicht achterwege blijven. Periodiek
zal worden bezien of de arbeidsmarkt participatie van ouderen (nieuwe
gevallen) mogelijk maakt.
---
De staatssecretaris is bereid het overgangsregime voor (categoriale)
bijzondere bijstand ten behoeve van chronisch zieken en gehandicapten
te verlengen tot en met het jaar 2005. Op 1 januari 2006 zal het
nieuwe systeem van heffingskortingen worden ingevoerd. Dit betreft
oude gevallen. In overleg met de VNG zal een handreiking voor
gemeenten worden opgesteld inzake de toepassing van bijzondere
bijstand voor nieuwe gevallen, waarbij voorkomen dient te worden dat
de mogelijkheden van bijzondere bijstand niet worden benut.
---
Bij de komende evaluatie van de reïntegratiemarkt zal ook worden
gekeken naar de termijnen voor de langdurigheidstoeslag.
---
De staatssecretaris zal in overleg treden met de gemeenten om in het
bijzonder de aandacht te vestigen op de rechten voor cliënten, zoals
het recht op budgetbeheer en het klachtrecht.
---
Verschillen in uitvoering door gemeenten mogen niet leiden tot
onrechtvaardige rechtsverschillen. Jurisprudentie, ook de reeds
bestaande, zal daarvoor kaders aangeven. De staatssecretaris zegt toe
dat bij de evaluatie, die voor de wet wordt voorbereid, ook de
monitoring van de verschillen in bijvoorbeeld de lokale verordeningen
zal worden meegenomen. Op kortere termijn (over ongeveer anderhalf
jaar) zal op basis van vrijwilligheid een uitvraag bij gemeenten
worden gedaan om te bezien of er grote verschillen bestaan tussen
lokale verordeningen.
---
Bij de opzet van de evaluatie van de WWB zal ook worden gekeken naar
de effecten van de wet op de armoedesituatie in Nederland, voor zover
passend binnen het bestek van de evaluatie.
---
Voor alleenstaande ouders geldt dat de gemeente bij de beoordeling van
een eventuele arbeidsplicht niet alleen geobjectiveerde criteria
toepast, maar tevens betrekt de specifieke gevalsomstandigheden,
waaronder de bestaande wens van de ouder om de zorgplicht te laten
voorgaan.
---
Voor wat betreft de voorgeschreven verhouding tussen aan te besteden
reïntegratieprojecten is de staatssecretaris bereid de verhouding van
80/20 aan te passen in 70/30. Rekening houdend met de vrijlating van
EUR 100.000, van belang voor de kleinere gemeenten, zal de feitelijke
verhouding in de buurt van de 60/40 komen te liggen.
---
Over twee jaar zal worden bezien of de reïntegratiemarkt zich
voldoende heeft ontwikkeld en voldoende transparantie heeft verkregen.
Als dat het geval blijkt te zijn is de staatssecretaris bereid een
jaar later de verplichting tot aanbesteding c.q. uitbesteding van de
reïntegratiewerkzaamheden op te heffen.
---
Het budget dat aan gemeenten beschikbaar wordt gesteld voor de
implementatie van de WWB wordt verdubbeld van EUR 20 miljoen tot
EUR 40 miljoen.
---
In het kader van de zorg voor de dak- en thuislozen zal de
staatssecretaris nog eens bezien hoe het systeem van de
"centrumgemeente" functioneert. Wanneer blijkt dat dit in bepaalde
regio's geen adequate voorziening oplevert zal naar andere oplossingen
worden gezocht.
---
De Eerste Kamer zal worden betrokken bij de verdere uitwerking van het
objectieve verdeelmodel en bij de herverdeling van het werkdeel.
De Eerste Kamer heeft, mede gelet op deze toezeggingen, bij
meerderheid van stemmen besloten in te stemmen met de Wet werk en
bijstand. Tegen de wet stemden de fracties van de ChristenUnie,
GroenLinks, de SP en vijf leden van de PvdA-fractie.
---
link (opent in een nieuw venster) stenogram 7 oktober 2003 Dit is
een downloadbaar word-bestand van 549 Kilobyte word
Aan de informatie op deze site kunnen geen rechten worden ontleend.
Eerste Kamer der Staten Generaal