Aan de Voorzitter van de Tweede KamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
---
Directie Integratie Europa
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
- 6 oktober 2003
Behandeld
- Govert Jan Bijl de Vroe
Kenmerk
- DIE-565/03
Telefoon
- 070-348 5005
Blad
- 1/6
Fax
- 070- 348 6381
Bijlage(n)
- - gj.bijl-de-vroe@minbuza.nl
Betreft
- Verslag Raad Algemene Zaken en
Externe Betrekkingen van 29-30 september 2003-
Graag - bieden wij u hierbij- - het verslag aan van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen van 29-30 september 2003.
- De Minister De Staatssecretaris
van Buitenlandse Zaken, voor Europese Zaken,
Mr. J.G. de Hoop Scheffer Mr. Drs. A. Nicolaï
Verslag van de Raad Algemene Zaken en Externe Betrekkingen
van 29-30 september 2003
Algemene zaken
Stand van zaken overige Raadsformaties.
Er was geen commentaar op het door het Voorzitterschap opgestelde overzicht van de werkzaamheden van de overige Raadsformaties.
IGC / Opinie conform Artikel 48 EU-verdrag
Het Voorzitterschap gaf aan dat ter vergadering het avis lag ter opening van de IGC.
In de daarop volgende discussie sprak een aantal delegaties de wens uit dat het lidstaten vrij moest staan nieuwe agendapunten voor de IGC aan te dragen. Andere lidstaten daarentegen waarschuwden voor de gevolgen van uitbreiding van de agenda, waarbij werd gewezen op het risico van ontrafeling van het Conventie-resultaat. Nederland heeft deze waarschuwing onderschreven doch tevens aangegeven dat de IGC-agenda niet geheel in beton gegoten mag zijn. De voorzitter concludeerde dat alle lidstaten
agendapunten kunnen opbrengen, maar dat zij in dat geval tevens de verantwoordelijkheid hebben om een oplossing te vinden.
Ook de omvang van de delegatie van het Europees Parlement in de IGC kwam aan de orde. Nederland kon instemmen met de wens van het Europees Parlement drie leden af te vaardigen naar de onderhandelingen op Ministerieel niveau en dat voorzitter Cox kon deelnemen aan de bijeenkomsten op het niveau van Europese Raad. De wensen liepen op dit punt evenwel uiteen. Het Voorzitterschap concludeerde tenslotte dat het Europees Parlement zou worden uitgenodigd twee vertegenwoordigers af te vaardigen op
Ministerieel niveau, terwijl voorzitter Cox zou worden uitgenodigd om, waar nodig, op het niveau van de Europese Raad deel te nemen. Deelname van de voorzitter zou geen precedent scheppen voor de toekomst.
Voorbereiding Europese Raad 16-17 oktober
In het kader van de versterking van de "ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" wenst het Italiaans Voorzitterschap de agenda van de Europese Raad van 16 en 17 oktober a.s. te richten op drie onderwerpen: het gemeenschappelijk beheer van buitengrenzen en - in dit verband - het oprichten van een Agentschap voor het beheer van de externe grenzen, beheersing van migratiestromen en justitiële samenwerking.
Nederland heeft aangegeven dat de onderwerpkeuze van het Voorzitterschap beperkt is. De titel "ruimte voor vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid" doet meer veronderstellen dan de grote nadruk die het Voorzitterschap legt op asiel en migratie. Wat betreft het oprichten van een Europees Agentschap voor het beheer van de externe grenzen heeft Nederland aangegeven voorstander te zijn van een stapsgewijze benadering. Eerst dient het tijdens de informele JBZ-Raad van 12 en 13 september jl.
besproken Eenheidscentrum, bedoeld om meer samenhang te brengen in de werkzaamheden van de bestaande coördinatiecentra, te worden uitgewerkt.
Het debat over de staat van de Europese economie ter voorbereiding van de Europese Raad concentreerde zich op economische groei en investeringen in de infrastructuur. Alle lidstaten waren het erover eens dat groei en herstel van de werkgelegenheid de centrale punten dienen te zijn. Daarnaast blijft de Voorjaarsraad, inclusief de belangrijke rol van de Commissie bij de voorbereiding ervan, het anker voor de bespreking van het sociaal-economische beleid in Europa.
Nederland benadrukte het belang van structurele hervormingen voor economische groei en herstel van de werkgelegenheid. Met betrekking tot de door het Voorzitterschap en een aantal lidstaten zo gewenste extra aandacht voor investeringen in de infrastructuur, stemde het Voorzitterschap in met de notie dat dit niet moet leiden tot een verhoging van de gemeenschapsfinanciering. Kernpunt is juist een grotere deelname van kapitaal uit de private sector.
Statuut EU-ambtenaren
De Raad heeft een akkoord gesloten met de vakbonden van de Europese instellingen over extra compensatiemaatregelen aan de bonden in het kader van de hervorming van hun rechtspositie (het Statuut EU-ambtenaren). In mei jl. is een politiek akkoord op hoofdlijnen bereikt over de aanpassing van de salarissen en de pensioenen. Het akkoord over de extra compensatiemaatregelen aan de bonden kon tot stand komen omdat er enerzijds een hogere pensioenpremie is vastgelegd en anderzijds op verschillende
punten aan de bonden concessies zijn gedaan (o.a verlenging van de salarismethode met één jaar en aanpassing van jaarlijks quotum voor uittreding in belang van de dienst). Nederland heeft ingestemd met het pakket, maar in een mondelinge verklaring tevens bezorgdheid uitgesproken over de betaalbaarheid van het pensioenstelsel van Europese ambtenaren.
Externe Betrekkingen
EVDB
De Raad besloot tot het opzetten van een EU-politiemissie in Macedonie (EUPOL "Proxima"), waartoe de Macedonische regering eerder had verzocht. Dit betreft de tweede civiele EVDB-operatie van de Unie (naast de politie-missie EUPM in Bosnie-Herzegovina). Deze missie zal van start gaan in december met als doel ondersteuning van de Macedonische politie (o.a. training). De nauwe samenwerking met de OVSE zal worden voortgezet ter voorkoming van duplicatie van activiteiten op dit terrein.
De Raad verwelkomde de succesvolle afronding van de EU-geleide militaire operatie "Artemis" in de Democratische Republiek Congo, waarvan de taken zijn overgenomen door een versterkte MONUC-troepenmacht.
Midden-Oosten
De Raad besprak de situatie in het Midden-Oosten, mede naar aanleiding van de bijeenkomst van het Kwartet op 26 september in New York. Zowel de Israeli's als de Palestijnen werden opgeroepen tot uitvoering van de maatregelen zoals voorzien in de Roadmap. Tevens wees de Raad op de noodzaak van een nieuw staakt-het-vuren. De Raad veroordeelde de terroristische aanslagen tegen Israel - die de belangen van het Palestijnse volk niet dienden - en riep op tot krachtige maatregelen aan Palestijnse kant
om dit geweld tegen te gaan. De Unie zal in contact blijven met alle gesprekspartners van de Palestijnse Autoriteit. De Raad riep Israel op om de bouw van het "veiligheidshek" te staken en af te zien van verwijdering van Arafat uit diens hoofdkwartier. De EU zal zich actief blijven inspannen om, in nauwe samenwerking met de VS en de andere leden van het Kwartet, de uitvoering van de Roadmap te bevorderen, en blijft bereid een substantiële bijdrage te leveren aan een efficiënt monitoring-
mechanisme in dit verband.
Irak
De Raad onderstreepte het belang van herstel van de Iraakse soevereiniteit en de instelling van een representatieve Iraakse regering via democratische verkiezingen. Tevens werd de noodzaak erkend om overeenstemming te bereiken over een realistisch tijdschema voor de overdracht van politieke bevoegdheden aan het Iraakse volk. Met het oog op verbetering van de veiligheidssituatie, hetgeen niet los gezien kon worden van politieke wederopbouw en economisch herstel, onderstreepte de Raad ook het
belang van de onderhandelingen in New York over een nieuwe VR-resolutie. De Raad sprak het vertrouwen uit dat de VN-activiteiten in Irak zouden worden voortgezet aangezien de VN een vitale rol te spelen had in dit land. Voorts stond de Raad stil bij de voorbereidingen voor de donorconferentie op 23 oktober a.s. in Madrid en verwelkomde hij de actieve rol van de Commissie in deze. De Unie bleef bereid om een belangrijke bijdrage te leveren aan de multilaterale inspanningen voor de wederopbouw
van Irak. De Commissie benadrukte in dit verband het belang van een overkoepelende structuur voor de wederopbouw die onafhankelijk zou opereren van de Coalition Provisional Authority. Ten slotte nodigde de Raad ook HV Solana uit om voorstellen te doen voor een versterkte rol van de Unie in Irak.
Iran
De Raad besprak de relatie met Iran tegen de achtergrond van de onderhandelingen over een Handels- en Samenwerkingsakkoord. Benadrukt werd dat versterking van deze relatie niet los gezien kon worden van voortgang op de vier terreinen van zorg (non-proliferatie, mensenrechten, terrorisme en Midden-Oosten). Het Iraanse nucleaire programma baarde de Unie grote zorgen en de Raad sloot zich geheel aan bij de boodschap aan Iran in de resolutie zoals aangenomen door de Bestuursraad van de IAEA op 12
september jl. De getoonde bereidheid van Iran om samen te werken met het IAEA werd verwelkomd; bij wijze van eerste stap zou dit spoedig moeten leiden tot ondertekening van het Aanvullende Protocol. Tenslotte heeft Nederland ook de mensenrechtensituatie aan de orde gesteld en gewezen op de mogelijkheid van ondersteuning van een resolutie over Iran in het kader van de AVVN in New York.
Westelijke Balkan
Commissaris Patten deed verslag van zijn recente bezoeken aan Belgrado en Pristina, en berichtte over de voortgang van de haalbaarheidsstudie naar een Stabilisatie- en Associatie Overeenkomst met Servië-Montenegro. De Raad benadrukte het belang van een spoedige start van de directe dialoog tussen Belgrado en Pristina over praktische kwesties en verwelkomde de concrete plannen in die richting van de SV SGVN Holkeri. Voorts bevestigde de Raad het integratie-perspectief van Servië- Montenegro,
maar werd tevens herinnerd aan de noodzaak van verdere harmonisering van de markten van Servië en Montenegro. Alle partijen in de regio werden opgeroepen tot verbetering van de samenwerking met ICTY, in het bijzonder met het oog op de vervolging van Karadzic, Mladic en Gotovina.Ten slotte verwelkomde de Raad de door de Presidenten van Servie-Montenegro en Kroatie onlangs aan elkaar aangeboden verontschuldigingen voor het aangedane leed in het verleden als een belangrijke stap richting
verzoening in de regio.
WTO-onderhandelingen
De Raad nam nota van het verslag van Commissaris Lamy over de vijfde ministeriële conferentie van de WTO in Cancun van 10-14 september jl. De Raad onderschreef de door Lamy uitgesproken teleurstelling over het mislukken van de conferentie. De bedoeling van de conferentie was om de agenda die geformuleerd was door de vierde ministeriële conferentie van de WTO (Doha, 2001) verder uit te onderhandelen met als doel hierover op 1 januari 2005 overeenstemming te bereiken. Er werd echter niet meer
bereikt dan een gezamenlijke verklaring die aangaf dat ondanks de inspanningen van de delegaties er nog veel werk gedaan moet worden om uitstaande zaken op te lossen.
Sierra Leone
Op initiatief van het Verenigd Koninkrijk sprak de Raad zorg uit over de financieringsproblemen van het Speciale Hof voor Sierra Leone, die het voortbestaan van dit Hof bedreigen. Het VK deed een oproep aan de overige lidstaten om financieel bij te dragen. Nederland steunde dit verzoek volmondig en gaf aan dat het zelf vanaf de oprichting reeds een van de grootste donoren van dit Hof is.
Ethiopië-Eritrea
Op verzoek van Nederland sprak de Raad ook over de oplopende spanningen tussen Ethiopië en Eritrea als gevolg van de (gedeeltelijke) afwijzing door de Ethiopiërs van het demarcatiebesluit van de Grenscommissie. Hierbij bepleitte Nederland een grotere betrokkenheid van de EU, bv. door het bijeenroepen van de getuigen van het Algiers Vredesakkoord (waaronder de EU) en een bezoek van HV Solana aan de regio, ter voorkoming van een verslechtering van de situatie tussen de twee landen. In het geval
zou blijken dat Ethiopië werkelijk niet bereid is het demarcatiebesluit te aanvaarden, zou de EU ook de inzet van andere instrumenten moeten overwegen. De Raad besloot tot nader beraad over mogelijke EU-actie, in samenhang met het voorziene antwoord van de voorzitter van de VNVR op de recente brief van de Ethiopische premier Meles over deze kwestie.
EU-OVSE
En marge van de Raad vond overleg plaats tussen de Troika's van de EU en de OVSE. Hierbij werd de bereidheid tot maximale onderlinge afstemming nogmaals onderstreept. Voorts werd gesproken over Moldavië (steun EU voor OVSE-inspanningen t.a.v. statuskwestie Transdnjestrië), Wit-Rusland (druk op bewind Lukashenko inzake o.a. media-situatie en positie NGO's), Macedonië (bijdrage aan hervormingen en afstemming politie-activiteiten) en de voorbereidingen voor de OVSE-ministeriële te Maastricht (1-2
december a.s.).
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken