Aan de Voorzitter van de TweedeKamerderStaten-Generaal
Binnenhof4
Den Haag
- Directie Noord Afrika en Midden-Oosten
Afdeling Midden-Oosten
Bezuidenhoutseweg 67
Postbus 20061
2500 EB Den Haag
Datum
6 oktober 2003
Behandeld
Roger van Laak
Kenmerk
- DAM-426/03
Telefoon
- +31 (0)70-3485192
Blad
- 1/4
Fax
- +31 (0)70-3486639
Bijlage(n)
- 1
E-Mail
- rjh-van.laak@minbuza.nl
Betreft
- Beantwoording vragen van het lid Van Bommel overde mogelijke beslissing van het Israëlische veiligheidskabinet president Arafat te verwijderen
Graag bied ik u hierbij- de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door - het lid Van Bommel (SP) over de mogelijke beslissing van het Israëlische veiligheidskabinet president Arafat te verwijderen. Deze vragen werden ingezonden op - 16 september 2003 met kenmerk 2020400040.
- De Minister van Buitenlandse Zaken,
Mr. J.G. de Hoop Scheffer
Antwoord van de heer De Hoop Scheffer, minister van Buitenlandse Zaken, op vragen van het lid Van Bommel (SP) over de mogelijke beslissing van het Israëlische veiligheidskabinet president Arafat te verwijderen.
Vraag 1
Deelt u de mening dat uitvoering van het besluit van de Israëlische regering van 11 september 2003 om president Arafat 'te verwijderen' buitengewoon ernstige politieke gevolgen in het Midden-Oosten kan veroorzaken? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Ik ben van mening dat president Arafat een hinderpaal vormt voor het vredesproces , zoals vormgegeven in de routekaart. Tegelijkertijd is het echter een politieke realiteit dat zijn actieve betrokkenheid nodig is om tot een oplossing te komen. In de ogen van de Nederlandse regering kan uitvoering van het Israëlische principe besluit om president Arafat te verwijderen dan ook inderdaad zeer negatieve effecten hebben op de kansen op een oplossing van het Israëlisch-Palestijnse conflict alsmede op
de situatie in de bredere regio. Een dergelijke actie zou in de ogen van de Nederlandse regering dan ook onverantwoord zijn.
Vraag 2
Welke stappen zult u ondernemen om de Israëlische regering van dit voornemen af te houden? Kunt u dit toelichten?Antwoord
Het Italiaanse voorzitterschap van de Europese Unie heeft op 12 september jl. in een verklaring diepe bezorgdheid over het principe-besluit van de Israëlische regering uitgesproken. De Nederlandse regering deelt deze zorg, die ik dan ook in een telefoongesprek met mijn Israëlische collega Shalom heb overgebracht. Voorts heeft Nederland in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties -samen met de overige EU-landen- een resolutie gesteund die van de Israëlische regering eist dat afgezien
wordt van uitzetting van Arafat. Daarnaast bevat de resolutie, op verzoek van o.a. het Verenigd Koninkrijk en Nederland, een veroordeling van de zelfmoordaanslagen en een oproep aan de Palestijnse Autoriteit om maatregelen te nemen tegen geweld en terreur. Nederland zal verder in bilaterale contacten met Israël blijven benadrukken dat "verwijdering" van Arafat niet de weg uit de huidige situatie is.
Vraag 3
Wat onderneemt u bij de Amerikaanse regering om haar te manen de Israëlische regering te bewegen te stoppen met de liquidatiepolitiek ten aanzien van Palestijnse leiders? Kunt u dit toelichten?
Antwoord
De Nederlandse regering meent dat de Israëlische regering de plicht heeft haar burgers tegen terreur te beschermen. Het Israëlische beleid van buitengerechtelijke dodingen is echter in de ogen van de regering niet het juiste antwoord. Tevens vormt dit beleid een obstakel in het vredesproces. De EU heeft Israël dan ook opgeroepen dit beleid te beëindigen. In de in het antwoord op vraag 2 al genoemde -door Nederland gesteunde- resolutie van de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties wordt
eveneens gesteld dat de buitengerechtelijke dodingen gestopt moeten worden.
Actieve Amerikaanse betrokkenheid is een noodzakelijke voorwaarde voor voortgang in het vredesproces. Daarom zijn er geregeld bilaterale contacten met de Verenigde Staten over het Israëlisch-Palestijnse conflict. In dit verband vraagt de Nederlandse regering aandacht voor diverse zaken die in haar ogen een belemmering vormen voor de voortgang in het vredesproces. Daartoe behoort naast de noodzaak van het stoppen van terreur van Palestijnse zijde ook het Israëlische beleid van
buitengerechtelijke dodingen.
Vraag 4
Overweegt u om de positie van president Arafat in het conflict met de Israëlische regering te versterken? Zo ja, met welke maatregelen? Indien neen, waarom niet?
Antwoord
Nee. Yasser Arafat dient in zijn hoedanigheid van gekozen president van het Palestijnse volk onmiskenbaar een rol te spelen in het vredesproces. Het is echter niet aan de Nederlandse regering, voorzover die daar al toe in staat zou zijn, activiteiten te ontplooien die er op gericht zijn de positie te versterken van bepaalde personen. Wel blijft de Nederlandse regering zich er voor inzetten alle betrokken partijen te bewegen om via het politieke proces een uitweg uit de crisis te vinden.
---
Ministerie van Buitenlandse Zaken