Ministerie van Verkeer en Waterstaat

Toespraak van de minister van Verkeer en Waterstaat, mevrouw Karla Peijs, bij de start van de campagne Fietsverlichting, in Amsterdam

Dames en heren,

Er zijn grofweg drie factoren die de verkeersveiligheid beïnvloeden. Dat zijn de weg, het voertuig en de mens zelf. Maar de laatste staat bovenaan als het gaat om de feitelijke oorzaak van ongelukken. Negentig procent van alle verkeersongelukken kan voorkomen worden als mensen hun gedrag aanpassen. Dat betekent simpelweg dat iedereen zich aan de verkeersregels moet houden en beter zou moeten opletten in het verkeer. Natuurlijk hoort daarbij dat je ervoor zorgt dat je voertuig op orde is. Ook dat is verstandig gedrag.

Verkeersgedrag aanpakken is dus een heel effectieve manier om het aantal verkeersslachtoffers te verlagen. Vandaar de verkeersveiligheidscampagnes van Verkeer en Waterstaat. Daarmee spreken we mensen direct aan. Verantwoordelijk gedrag is nodig, zowel voor de eigen veiligheid als die van andere weggebruikers. U kent onze campagnes ongetwijfeld: BOB, de autogordels en twee seconden afstand houden, zijn een paar actuele voorbeelden.

Vandaag lanceren we een nieuwe gedragscampagne. Deze keer is die gericht op een grote en zeer kwetsbare groep verkeersdeelnemers, de fietsers. Jaarlijks komen ongeveer 200 fietsers om in het verkeer. Het blijkt dat ruim 20 procent daarvan, zon 40 mensen, in het donker om het leven komt. Bovendien belanden bij verkeersongelukken met fietsers in het donker ruim 500 personen zwaargewond in het ziekenhuis. Met goede fietsverlichting en reflectie kunnen veel van deze ongelukken worden voorkomen.

Bij de laatste landelijke meting begin dit jaar bleek dat maar de helft van de fietsers licht op zijn fiets heeft. De Stichting Wetenschappelijk Onderzoek Verkeersveiligheid heeft berekend dat één procent meer fietsers met goed licht, tien zwaargewonden en doden per jaar scheelt. Alle reden dus om de fietsers zover te krijgen.

De regels zijn heel simpel. Fietsers zijn verplicht om tussen zonsondergang en zonsopgang witte of gele voorverlichting - en rode achterverlichting te voeren. Verder zijn sinds 1979 een achterreflector en reflectoren op trappers verplicht en sinds 1987 zijreflectie aan de wielen, bijvoorbeeld op de banden. Pas als er in het donker zonder brandende verlichting wordt gereden, is er sprake van een overtreding.

Dat zijn de wettelijke eisen. Veel zijn het er niet en er is al jaren niet veel in veranderd. Nu is er tegenwoordig zoveel méér mogelijk, bijvoorbeeld met verlichting die het ook zonder dynamo doet. Daarom willen we de regels weer bij de tijd brengen. Een werkgroep onder leiding van de RAI-vereniging buigt zich daar nu over. Een van de dingen waar deze werkgroep bijvoorbeeld naar kijkt, is de invoering van een witte voorreflector. Maar het duurt nog wel even voor die nieuwe eisen van kracht worden, onder andere omdat het voertuigreglement ervoor moet worden aangepast. We streven naar invoering in 2005.

Voorlopig is het dus nog niet zover, en daarom is deze campagne broodnodig. Daarmee willen we natuurlijk eerst bereiken dat fietsers vaker hun licht aan doen. Daarnaast willen we dat ze nu, dus net vóór het donkere seizoen begint, hun verlichting en reflectoren laten repareren of nieuw kopen. Verder willen we de kennis van de regels voor verlichting en reflectie vergroten door folders, internet en posters in te zetten. En ten slotte willen we onder fietsers voor een positieve houding zorgen als het gaat om het voeren van licht en reflectoren. Het fietst een stuk prettiger, want je hebt beter zicht op de weg en automobilisten kunnen je beter zien.

De campagne heeft een landelijk en een regionaal deel. Voor de landelijke campagne worden verschillende middelen ingezet. Allereerst is er de tv-spot. Die is in alle opzichten bijna niets verhullend en heeft een duidelijke boodschap. Ik zeg er verder niets over, want u krijgt de spot zo dadelijk meteen te zien. Verder hebben we een radiospot, een folder, een artikel dat in huis-aan-huis-bladen zal worden geplaatst, en informatie via het internet. De campagne heeft een positieve toon en betuttelt niet. Dat werkt alleen maar averechts. Wel geven we fietsers concrete tips om zich veilig te gedragen zonder dat ze daar veel voor hoeven te laten.

Voor dat laatste hebben we natuurlijk fietsdeskundigen nodig. Ik ben dan ook heel blij de Fietsersbond en de BOVAG, inclusief de daarbij aangesloten fietsenwinkels, hun steentje aan de campagne bijdragen. Zij zullen de slogan licht aan, daar kun je mee thuis komen zoveel mogelijk uitdragen. Ook verschillende regios haken aan, met borden langs de weg, en afbeeldingen achter op streekbussen. Zo krijgt de landelijke boodschap ook regionaal een gezicht.

Natuurlijk hebben we ook een stok achter de deur liggen. Bij voorlichting hoort handhaving, anders wordt je boodschap al snel vrijblijvend. Zoals in alle andere campagnes, wordt ook in deze campagne intensief met de politie samengewerkt. Een flink aantal politiecorpsen zal tijdens de campagne actief controleren. Commissaris Kuiper zal u straks vertellen hoe de politie er hier in Amsterdam nog een schepje bovenop doet. Dat is ook nodig, want in deze stad rijdt drie van de vier fietsers onverlicht rond. Ik juich de inzet van de gemeente Amsterdam en de politie van harte toe, want alles wat op regionaal niveau gebeurt, versterkt de landelijke campagne.

Dames en heren,

U weet misschien dat dit kabinet graag hardop concrete streefcijfers noemt. De vraag is dus: valt het effect van deze campagne te voorspellen? Het antwoord is: jazeker. We weten op basis van eerdere campagnes dat we met de combinatie van voorlichting en handhaving gemiddeld vijf procent gedragsverandering kunnen bereiken. Een deel van dat effect gaat na de campagne weer verloren. Maar omdat eenmaal gerepareerde verlichting het lang blijft doen, zal er een cumulatief effect optreden. Geschat wordt dat vijf jaar campagne voeren er uiteindelijk toe leidt dat niet 50 procent van de fietsers, maar minimaal 60 procent goed licht op zijn fiets heeft. Misschien heeft u het rekensommetje zelf al gemaakt. Als 1 procent tien dodelijke en zwaar gewonde slachtoffers per jaar scheelt, dan maakt 10 procent in 2007 een verschil van honderd. Let wel: per jaar. Allemaal mensen en vaak jongeren die, om in de terminologie van de campagne te blijven, zonder problemen veilig thuiskomen omdat zij hun gedrag hebben veranderd.

U begrijpt: deze campagne kan me niet snel genoeg van start gaan. Ik dank iedereen voor zijn of haar medewerking aan de totstandkoming en de uitvoering. Het wordt ongetwijfeld een groot succes. En dan is het nu tijd voor het tv-spotje.

Dank u wel.