Middelburg, 6 oktober 2003
Varkenshouder Oostburg veroordeeld
Na een langslepende procedure heeft de rechtbank vandaag een
varkenshouder uit Oostburg veroordeeld tot een voorwaardelijke
gevangenisstraf van 6 maanden met een proeftijd van twee jaar.
Daarnaast een geldboete van 9.000,-- en zeven geldboetes van elk
350,--.
De rechtbank achtte bewezen dat de varkenshouder:
* meermalen opzettelijk de meststoffenwet heeft overtreden (art. 14,
tweede lid);
* meermalen opzettelijke een voorschrift van de Wet milieubeheer
heeft overtreden (art. 18.18)
* meermalen de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren heeft
overtreden (art. 45)
* meermalen opzetteljk een voorschrift van de Wet milieubeheer heeft
overtreden (art. 8.1., 1e lid).
De varkenshouder heeft zich volgens de rechtbank schuldig gemaakt aan
verschillende strafbare feiten, die in verband staan met het houden
van een grote hoeveelheid mestvarkens in drie stalcomplexen in
Oostburg. Aan de verdachte valt als meest ernstige verwijt te maken,
dat hij uit puur financieel gewin (ten koste van het milieu en de
gezondheid en het welzijn van varkens), door een constructie van door
hem opgerichte BVs op een relatief goedkope wijze mestrechten voor het
houden van varkens heeft verworven, aldus de rechtbank.
De varkenshouderij is inmiddels failliet verklaard.
Openbaar Ministerie